Hoewel It All Starts With One even een grotere doorbraak leek te forceren, is de bekendheid van Ane Brun buiten het noordelijke deel van Europa helaas weer aan het tanen. De nieuwe When I’m Free heeft weliswaar niet de emotionele impact van die bij momenten geniale voorganger, maar leverde een set die meer dan een kwart volgelopen Roma verdient.
Brun is vanaf Changing Of The Seasons steeds verder weg beginnen evolueren van het meisje-met-de-gitaar die haar intiemste gevoelens kwam belijden op een klein podium. Deze avond liet ze haar set in gang trappen door haar zeskoppige band die meteen een mooi melancholisch klanktapijt breiden van waaronder de mooie jongste albumopener “Hanging” kwam gekropen. Meteen erna zette “Directions” het tempo zette voor een set die zich tot nu toe voornamelijk in open air afspeelde en de nummers dus wat meer peper in hun gat stak, zonder ze echter van subtiliteiten te spenen. Alle nuances van de multi-instrumentale band zijn in rijke glorie hoorbaar, zoals een mooi gelaagde versie van “It All Starts With One” getuigde: in het nerveuze tempo had elk instrument — slagwerk, percussie en korte cellestroken — zijn aandeel. De nummers werden bonter ingekleurd dan op plaat, maar niet opgezwollen. De eerste van de weinige oude in de send, “To Let Myself Go” kreeg een hele bandbewerking, met een hevigere percussiesectie middenin, die echter de gitaar en stem van Brun zelf niet uit de spotlight duwen.
Er mocht best wel wat groove in de set zitten, zoals het zwierige “Lit My Fire” dat een stevige beat meekreeg of Black Notebook dat in het refrein even in een te snelle schakeling bleef hangen. Brun had duidelijk zin in een feestje en haalde gretig soepele moves boven in een bloemlezing van de songs met de meeste schwung uit haar nochtans grotendeels introspectief oeuvre. Dit concert lag mijlen ver weg van de verstilde shows waarmee ze haar carrière begon, maar toonde een artieste die op het podium een serieuze groei meemaakte en paste ook mooi in het kader van de warme zomeravond. Enkel in de finale van de main set, “Do You Remember” moesten de backings hier en daar meer op de rem gaan staan om er geen al te jolige billenkletser van te maken.
Toegegeven, het ging er bij momenten bijster melig aan toe (“Miss You More” bijvoorbeeld), maar met Bruns (karakter)volle stem en ongecompliceerde pretentieloosheid gaat dat er best wel eens in. Ze blijft immers gevoelige snare raken, zoals in een mooi met strijkers en kabbelende gitaar aangestipt “A Thousand Times Goodnight”. En het hoeft zelfs niet met eigen materiaal te zijn, want Ane’s versie van “Halo” maakt de song veel beklijvender dan Bey’s origineel.
Brun bevestigde haar talent, doorbrak haar reputatie als balladière, maar had haar set nog met iets meer vertragingen mogen doorspekken om een echt memorabele avond te bieden, want in haar naakte eerlijkheid blijft ze toch het hardst raken. In de staart deed ze dat met een prachtig “Undertow”, dat heel broos begon en dan steeds woeliger ging kolken. Met de nekharen overeind gingen we naar huis na een meer dan degelijk concert van een consistent imponerende artieste. De afwezige massa had ongelijk.