Brexit of niet, net geen tien jaar na de laatste keer, stak Glasvegas dan toch nog eens het kanaal over. Een integrale uitvoering van zijn legendarische debuut liet de sterktes en zwaktes van de Schotse band horen, maar op het einde pinkte het hart toch een traan weg. Wat een band.
‘Lang geleden waren we eens op Europese tour, en zaten we op hotel toen we iemand vonden die ons héél veel drugs bracht. Toen hebben we dit geschreven’, grijnst gitarist Rab Allan na een ronduit episch “The World Is Yours”. En hij voegt er grijnzend aan toe: ‘Geen zorg, we doen al lang geen drugs meer. Maar daar hebben jullie het nummer wel aan te danken.’
Het zegt alles over Glasvegas, een band die ooit veelbelovend was, maar zichzelf zo professioneel verloor in decadentie van zodra er succes aan de horizon kwam, dat het uiteindelijk nergens heen ging. Een sterk begin werd gevolgd door steeds mindere platen, een lange stilte pas in 2021 verbroken met het toch weer puike album Godspeed. De gevolgen van dat verprutsen zijn echter nog steeds merkbaar: vandaag staat de groep voor het eerst in bijna tien jaar nog eens voor een Belgisch publiek, maar het is in een slechts matig gevulde Trix Club.
Dat is zonde, want zaterdagavond had Glasvegas zijn beste argument pro domo meegebracht: een integrale uitvoering van zijn onverslijtbare titelloze debuut dat dit jaar vijftien kaarsjes uitblaast. En toch gaat het alweer bijna mis, wanneer na vier nummers de monitorklank bij frontman James Allan begint te haperen, en het tien minuten duurt voor de boel rechtgetrokken raakt. ‘Dit is de eerste show van de tour, en mijn zelfvertrouwen heeft hier meteen een klap gekregen’, stamelt hij. En je krijgt effectief het gevoel dat hij er nadien lang over doet om er opnieuw echt te staan.
Dat is jammer, want Glasvegas was vijftien jaar geleden wel degelijk een plaat om rekening mee te houden. Als een stel idiots savants wisten vier bonkige schotten de melige fiftiesmuziek van hun ouders te paren aan de geluidsmuren van The Jesus And Mary Chain, en het resultaat was iets dat rechtstreeks werkte op open zenuwen, traanklieren, en… trommelvliezen. Dat duurt vanavond even, waardoor opener “Flowers & Football Tops” niet de kracht heeft die het zou moeten hebben, maar tegen “Geraldine” is alles in orde.
Zo dramatisch Allan zingt, zo luid is de geluidsmuur die zijn bandleden optrekken, zo ongegeneerd ook zijn teksten. “My name is Geraldine, I’m your social worker”, is de enige hommage aan een sociaal assistent die ooit zo massaal is meegebruld, “It’s My Own Cheating Heart That Makes Me Cry” een larmoyante titel die vanavond wordt opgetild tot anthem. “What’s the story, morning glory, I feel so worthless!”, wordt de frontman met zijn eigen tekst overstemd. “Daddy’s Gone” klinkt zo algemeen luid dat je je onwillekeurig afvraagt hoeveel daddy-issues hier collectief worden weggezongen.
Je plaat integraal brengen als die naar het einde wat zwalpt, is niet zo handig als setlist, maar vooruit dan maar: “Stabbed” blijft gewoon parlando over Beethovens “Mondscheinsonate”, “Ice Cream Van” is ook maar wat gepiel over losse noten, waar zelfs plotse drumslagen weinig leven in brengen. Maar daartussen zit wel “S.A.D. Light”, een dijk van een song waarvan je denkt “waarom heb ik die al zo lang niet meer gehoord?”
Het duurt lang voor Glasvegas terugkomt – moet Allan toch even opgepept worden? – maar als het zover is, is het voor een bisronde die nog een keer laat horen waarom de groep ook na die eerste plaat nooit helemaal mocht worden afgeschreven. “The World Is Yours” is zoals gezegd groots, “Keep Me A Space”, van op dat Godspeed, is al even mooi pathos. De zanger mijmert er over het favoriete nichtje uit zijn kindertijd, en laat het klinken als een dot van een kitchen sink drama. En dan is er nog “If”, waarin de groep er even niet in slaagt de kracht van het origineel te benaderen, maar dat ook zo nog altijd een mokerslag blijft.
De afsluitende cover “Be My Baby” is de groep op het lijf geschreven. Als Glasvegas één ding heeft gedaan, dan immers de suikerzoete Wall Of Sound van Phil Spector genomen, om die met prikkeldraad te bekleden. Blijkt vanavond weer maar eens dat dat er dan wel onsympathiek kan uitzien, maar desondanks heerlijk klinkt.
Als u ’t ons vraagt, dan verdient Glasvegas volgende keer een grotere zaal.