Death Race




Zelfs wanneer hij zich niet bezighoudt met onnozele
gameverfilmingen, kan Paul W.S. Anderson het niet laten om van zijn
films veredelde computerspelletjes te maken. Voor zijn nieuwste –
aheum – labour of love, ‘Death Race’, waagt PWSA zich aan
een losse remake van Roger Cormans ‘Death Race 2000’, de kige
cultactiefilm uit de jaren zeventig waarvan het fungehalte recht
evenredig stijgt met de hoeveelheid ingenomen alcohol. En hoewel we
ergens wel bewondering opbrengen voor het feit dat de Resident
Evil-bezieler zijn Destruction Derby meets Carmageddon (aah,
memories) grotendeels zonder CGI en met vintage Mustangs
en Dodge Rams in elkaar heeft geramd, blijkt ‘Death Race’ alweer
niet het over the top-actiefestijn te zijn dat Anderson al
tien jaar probeert te maken. Jason Statham mag nog zo cool in de
camera loeren, de pitspoezen mogen nog zo lekker in slow motion met
hun borsten pronken en het verschroeiende metaal mag nog zo
luidruchtig tegen elkaar inbeuken, een echt goeie film zal
mister Anderson wellicht nooit maken.

2012. De economie van de Verenigde Staten is ingestort. So
far, so
plausibel. Net zoals de werkloosheid, stijgt de
criminaliteit alarmerend. Privébedrijven hebben de gevangenissen
overgenomen om geld te slaan uit de gevangenisbewoners. Hoe doen ze
dit? Door de gevangenen met elkaar te laten vechten tot de dood en
het Big Brother-gewijs te streamen via het internet.
Kerching. Binnen de muren van de Terminal Island Prison
hebben ze een kijkcijferkanon te pakken met ‘Death Race’, een
brutale, meedogenloze en met wapens uitgeruste (miniguns en napalm,
jeeej!) autorace waarbij de gevangenen een enkel ticketje naar de
vrijheid kunnen winnen als ze de race winnen en overleven. Wanneer
gevangenisbewaarder Hennessey (Joan Allen) haar toppiloot
kwijtraakt, laat ze Jensen Ames (Jason Statham), een voormalig
racekampioen die valselijk beschuldigd werd van de moord op zijn
vrouw, naar haar heiligdom overplaatsen. Hennessey en het
sensatiegeile publiek krijgen hun vernielingsshow, terwijl een
wraakzuchtige Ames de kans krijgt om terug vrij te komen. Vroem
vroem splat!

‘Event Horizon’, ‘Resident Evil’, ‘Soldier’, ‘Alien vs.
Predator’. Nope, Paul W. S. Anderson moet je niet leren om
crap te maken. Genietbare crap daarentegen. Met ‘Death Race’ komt
hij wellicht het dichtst in de buurt van een beetje amusante
bullshit die je beter met de hersenen in snoozestand en met een
sixpack halve liters op de schoot kan consumeren. Niks houdt steek
in het van elke satire ontdane ‘Death Race’ en je kan ongetwijfeld
anderhalve telefoonboek vullen met plotgaten, onlogische
ontwikkelingen en inconsequenties die Anderson op bijna imponerende
wijze in het anorectische scenario heeft kunnen sluizen. En toch
zou het naast de kwestie zijn om dit soort B-cinema te pakken op
het feit dat racewagens uitgerust met kilo’s wapenarsenaal – of een
grafzerk van een half ton – zonder problemen tegen elkaar kunnen
sjezen aan 100 km per uur. Net zoals de vaststelling dat een
zwaarbeveiligde gevangenis zo goed als volledig kan bestuurd worden
door één blonde superbitch en een de trouwe bewaker aan haar zijde.
Misschien nog eentje. Als de volledige economie is ingestort en de
mensheid geen nagel meer heeft om aan zijn dystopisch ontstoken
achterwerk te krabben, hoeveel pipo’s gaan dan nog eens honderden
dollars uitgeven om een bloederige autorace te bekijken via een
livestreaming. Goh, een kleine zeventig miljoen. Fijn om weten dat
de ICT-afdelingen niet snel zonder werk zullen zitten in een
post-apocalyptische samenleving. En toch zijn deze narratieve
akkefietjes niet de storende factoren die ‘Death Race’ onderuit
halen. Neen, die eer is nogmaals voorbehouden aan Paul W.S.
Anderson en zijn onvermogen om van een potentiële pulprollercoaster
een tam en inspiratieloos actievehikel van dertien in een dozijn te
maken.

En dat is zonde, want tijdens de consequent in grauwe, grijze
kleuren gedraaide racescènes merk je duidelijk dat Anderson zich
aan het amuseren is, ook al brengt hij de actie weer veel te
chaotisch en enerverend in beeld. ‘Death Race’ bestaat eigenlijk
uit niks meer dan drie repetitieve races met daartussen alle
gevangenisclichés die je maar kan indenken (de oude rot die Morgan
Freeman-gewijs wijsheden over het leven achter tralies mag
verkondigen, de patsers die de antiheld net niet anaal durven
penetreren en de Latino-typetjes die vaak niet verder geraken dan
puto en culo), maar tijdens die races ligt het
adrenaline – en bullshitgehalte net hoog genoeg om eventjes te
genieten van Anderons persoonlijke natte droom. Maar waar de eerste
race nog leuk is om naar te kijken, valt Anderson vanaf de tweede
race door de mand als regisseur die begot niet zou weten hoe hij
creatief en origineel uit de splatterhoek moet komen. Een Robert
Rodriguez zou het wel weten hoe hij sadistisch en speels
schorremorrie om het leven moet brengen.

Niet Vin Diesel of Dwayne Johnson, maar Jason Statham is op zijn
kousenvoeten in de rol van noughties-actieheld gekropen, en het
moet gezegd, de man slaagt er sporadisch in om ‘Death Race’ te
voorzien van de zelfrelativerend knipoog die het nodig heeft. Strak
in het gespierde lijf (zijn gevecht is de garage is auwkes cool),
een stem als een betonmolen en voldoende droge charme om het
amusant te houden. Hij zal er nooit een Oscar mee winnen en het
straight-to-dvd-vagevuur is nooit veraf, maar voorlopig is The
Stath de enige ouderwetse spierballer die ermee weggeraakt. In de
bijrollen mag Ian McShane wat waardigheid aan een fluttig
bijrolletje geven en staat Joan Allen zo hard haar best te doen om
de meedogenloze, ïjskoude überbitch te spelen dat ze evengoed elke
keer dat ze in beeld komt ‘Ice Ice baby’ van Vanilla Ice konden
opzetten.

Paul W. S. Andersons ‘Death Race’ heeft uiteindelijk meer gemeen
met de glimmende auto-erotiek van ‘The Fast and the Furious’ dan
met de sappige splattersatire van Cormans cultklassieker. Los van
Jason Stathams ironische grijns en een paar opgefokte racemomenten,
is dit echter veel te serieus aangepakte trash dat zelden in de
buurt komt van het allesvergevende guilty pleasure-label waar het
zo hard naar verlangt. Wel geinig, de aftiteling die begint met de
waarschuwing dat de kijkers zeker niet mogen proberen om de stunts
zelf na te doen. Die PWSA toch…

Met:
Jason Statham, Ian McShane, Natalie Martinez, Tyrese Gibson, Joan Allen
Regie:
Paul W. S. Anderson
Duur:
105 min.
2008
VS
Scenario:
Paul W. S. Anderson

verwant

Meg 2: The Trench

Aan succesvolle zomerblockbusters geen gebrek dit jaar. Oppenheimer, Barbie...

Operation Fortune: Ruse de Guerre

Neem een gestolen object met de mogelijkheid de wereld...

The Meg

Toen in 1997 Steve Altens roman Meg over een...

Hercules

Kinderen van de jaren negentig (ondergetekende meegerekend) zullen altijd...

Jack The Giant Slayer

We gaan niet nóg eens een inleidende paragraaf van...

aanraders

Madeleine Collins

Regisseur Antoine Barraud is geen grote naam in het...

Belfast

Naar eigen zeggen had Kenneth Branagh al jaren plannen...

Blaze

Hoewel hij vooral bekendheid geniet als een acteur...

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in