Tijdens het langverwachte verjaardagsfeestje voor zijn iconische album Black on Both Sides had Yasiin Bey gisteravond moeite om zijn boodschap over te brengen.
Het Antwerpse KRANKk mocht openen met hun spannende mix van 2-step, grime en future garage. Ze nemen dezelfde ondergrondse als Burial in Londen, maar stappen af aan halte Zegel in Borgerhout voor een resoluut Belgische variant van breakbeats en captiverende baslijnen. De ruis op de zwart-witte visuals zet de toon voor de samples van stemgeluiden die klinken als flarden conversatie die je tijdens een nachtelijke wandeling in de stad toewaaien uit een open raam met een televisie voor. Maar op die samples na is dit vooral een top liveband met Thomas Geysen die zijn drums in verschillende versnellingen in gesprek doet gaan met de keys van Aram Abgaryan en de gitaar van Willem Heylen. “Crazy” moet het jammer genoeg nog zonder live vocals van David Ngyah stellen maar voor “Aftermath” kwam AMOS (van triphopband A/T/O/S) eerst nog aarzelend, maar daarna helemaal losgekomen de soulvolle vocals verzorgen. Toch maar dat debuutalbum Dark nog maar eens beter leren kennen, want dit was de moeite.
Daarna was het dan de beurt aan Yasiin Bey. Nu ja, láng daarna, want ons geduld werd op de proef gesteld. Tijdens het wachten dan maar wat achtergrondinformatie. Als hiphop vandaag de dominante muziekstroming is op uw fm-band dan komt dat door P. Diddy en zijn Bad Boy Family die eind jaren negentig uw favoriete genre de hitparade binnenloodsten. Dat deden ze aan de hand van vaak flauwe remakes van grote hits uit de jaren tachtig en negentig waarbij de refreinen werden behouden, maar de strofen ingevuld werden door raps. Het verdient dus respect wat ze hebben gedaan, maar tegelijk straalde het een zielloos commercialisme en materialisme uit. It was all about the Benjamins baby.
Logischerwijs volgde een tegenbeweging uit de underground, waarin andere waarden dan commercieel succes hoog worden ingeschat. Twee figuren uit die scene waren Mos Def (het vroegere alias van Yasiin Bey) en Talib Kweli. Samen brachten ze in 1998 het album Mos Def & Talib Kweli Are Black Star uit en zorgden voor een frisse tegenwind met teksten die niet gingen over geld verdienen, maar bol stonden van rake observaties over het leven van zwarten in New York. Yasiin Bey bracht eind 1999 met evenveel succes zijn solo-album Black on Both Sides uit.
Het twintigjarig bestaan van dat album werd om bekende redenen uitgesteld maar hier staan we vanavond dan, in een uitverkochte Roma aan de Turnhoutsebaan in Borgerhout. Een monumentale plaat verdient een monumentale zaal. Helemaal 1999 werd deze avond toen smartphones en gsm’s geband werden uit de foyer en concertzaal. Je moest ze in een zakje steken dat je enkel buiten kon openen. De bedoeling is lovenswaardig: de focus zou helemaal op de muziek liggen en de connectie tussen de artiest en het publiek zou niet meer verstoord worden door hoog opgehouden schermen.
Alleen zat er ruis op die connectie tussen Bey en het publiek. Wij verwachtten een avond van herinneringen ophalen en meebrullen met bekende lyrics en skits. Yasiin Bey had iets anders in gedachten. Wanneer hij dik een half uur te laat het podium opkwam, was dat op de tonen van “A Love Supreme” van Coltrane, terwijl Bey rozenblaadjes rondstrooide en een avond van spiritualiteit en kosmische liefde tussen hem en ons beoogde. Heel nobel, maar gedurfd en je moet er dan wel in slagen om je publiek mee te krijgen. En daar wrong het schoentje in de eerste helft van het optreden. Het was allemaal wel errug esoterisch en raps kregen we in elk geval niet veel te horen. In de plaats daarvan hoorden we abstracte en Oosterse muziek, zagen we Bey die danste als een derwisj, en heel vaak – en met steeds minder respons – riep: ‘what up, Antweeeeerp?’ Hij wisselde vrijvormelijke scats af met lalala’s en owowooo’s en spoot nog wat graffiti op het doek van de dj-tafel. Je voelde het publiek meer en meer afhaken. Er vielen te veel gaten tussen de schaarse momenten waarin de vlam wél oversloeg, zoals het potent gebrachte “Auditorium”. Dat dit nummer van The Ecstatic en niet van Black on Both Sides komt, zagen we op dat moment met graagte door de vingers. Eindelijk een aanknopingspunt.
Een zoveelste preek duurt echter écht lang als je geen gsm hebt om even te checken hoe Messi het nu gedaan heeft bij PSG. Als je gedachten tijdens een optreden afdwalen naar voetbal is dat nooit een goed teken en Bey voelt dat hij het publiek kwijt is. Frustratie neemt de overhand en wanneer het hem begint te dagen dat het publiek vooral oude nummers wil, begint hij dwars te liggen (“sorry, no refunds”). Nijdig werkt hij enkele knallers af zoals “Hip Hop” – zowaar van het jubilerende album. “Ms Fat Booty” moet het plagerig stellen zonder die fantastische sample van Aretha Franklin, maar het is een beginpunt van een energieker laatste kwart van de set waarin de rapper eindelijk zijn begenadigde flow laat horen. Over beats van achtereenvolgens Khruangbin, “Liquid Swords” van GZA en “CREAM” van de Wu-Tang legt hij zijn bars neer en met het jazzy “Umi Says” en “Travellin Man” (“I’m Leaving”) sluit hij in schoonheid, maar met een zekere misnoegdheid af. Een bisnummer kan er alvast niet meer af.
Er zijn meerdere redenen te noemen waarom dit optreden niet bracht wat we ervan verwachtten. Zo was de stem van Bey vaak moeilijk te horen in een geluidsmix die ook de bassen niet volledig kon overbrengen op het publiek. Maar het was vooral een geval van miscommunicatie. Het verdient lof dat de rapper een minder platgetreden pad wilde gaan, maar het is dan wél zijn taak om dit mondjesmaat te doen en te zien dat het publiek nog mee is. Het was een avond van goede bedoelingen, maar ook van nét niet, en dat stuurt je toch met een onvoldaan gevoel naar buiten. Messi heeft ook niet gescoord, lazen we achteraf.