Riff-Raff




Eeuwige communist en relschopper Ken Loach was net klaar met de
opnames van zijn politieke thriller ‘Hidden Agenda’ toen hij het
scenario voor ‘Riff-Raff’ onder ogen kreeg. Naar eigen zeggen was
hij na de (voor zijn doen) grootschalige, en in ieder geval
problematische productie van ‘Hidden Agenda’, op zoek naar iets
kleins en fijns om terug op adem te komen. Zoals dat wel vaker
gebeurt, bleek één van zijn meest intieme films later ook één van
zijn beste: ‘Riff-Raff’ is een knap geobserveerde, erg menselijk
verfilmde tragikomedie, die pijnlijk herkenbaar zal zijn voor
iedereen die al eens op een lome zondagnamiddag in een rokerig
bruin café heeft gezeten.

Robert Carlyle speelt zijn eerste opgemerkte rol als Steve, een
Schotse landloper die een job weet te versieren op een bouwwerf. De
omstandigheden op de werf zijn niet echt wat je noemt ideaal: de
arbeiders werken zonder verzekering op gammele stellingen voor veel
te weinig geld, en wie durft te klagen, kan z’n biezen pakken. De
kameraadschap onder de werkers is echter groot, en Steve’s nieuwe
collega’s regelen dan ook al snel een kraakpand voor hem. Korte
tijd later ontmoet Steve de aspirant-zangeres Susan (Emer McCourt),
een meisje met veel ambitie maar weinig talent. Hun relatie zal al
even onstabiel blijken als de gemiddelde stelling waar Steve op
moet werken.

In bepaalde mate is het verhaal in elke film van Ken Loach
natuurlijk slechts een constructie om bepaalde politieke en sociale
ideeën aan op te hangen. ‘Riff-Raff’ werd uitgebracht in het jaar
dat Margaret Thatcher door haar eigen partij werd afgezet en
vervangen door John Major, maar het scenario van de film is
duidelijk nog een resultaat van het Thatcherisme. Het beleid van de
Iron Lady had tijdens de jaren tachtig gezorgd voor een enorme
werkloosheid, het terugdringen van de macht van de vakbonden én
voor de zogenaamde “poll tax”, een verandering in de manier waarop
belastingen gehoffen werden, zodat de last meer op de armen kwam te
liggen dan op de rijken. Enfin: je kon maar beter geen arbeider
zijn in die periode. Die achtergrond is duidelijk voelbaar in elke
seconde van ‘Riff-Raff’ – uiteindelijk is dit een film die ons de
reactie toont van een aantal zwaar door het Thatcherisme getroffen
arbeiders.

En wat dan opvalt, is dat die reactie niet noodzakelijk samengaat
met zwaar deprimerende toestanden. Ken Loach gaat in z’n sociaal
realisme niet de toer van de nihilistische zwartkijkerij op.
Ondanks de miserie waarin zijn personages leven, behouden ze het
vermogen om te blijven lachen – dat is één van de weinige wapens
die hen nog overblijft, en we krijgen, zeker tijdens het eerste
uur, dan ook een aantal situaties die getuigen van een wrang gevoel
voor humor. Eén van de arbeiders gooit een zwaar stuk afval van de
stelling naar beneden. Het mist de container waar het voor bestemd
was, en komt terecht op de motorkap van een dure wagen die ernaast
geparkeerd stond. Een andere besluit om in één van de chique
appartementen waar ze aan gewerkt hebben, snel een bad te nemen –
op dat moment komen er mogelijke kopers de flat bekijken. Dat zijn
geestige situaties, maar toch krijg je nooit de indruk dat Loach
z’n film forceert om een lach te krijgen.

Ken Loach is iemand die het echte leven probeert te vangen in z’n
films. Veel andere regisseurs die dat proberen te doen, inclusief
onze eigen gebroeders Dardenne, komen dan al snel tot de conclusie
dat de wereld een tranendal is en maken hun prenten dan ook zo
deprimerend mogelijk. Loach doet dat niet – hij ziet in dat de
arbeiders die zijn films bevolken, ondanks al hun problemen en hun
economische achterstand, ook gewoon proberen om plezier te maken en
zoveel mogelijk te lachen. Erg verfijnd is hun gevoel voor humor
misschien niet, met gore moppen en genante verhalen over zichzelf
en elkaar, maar ze is er toch maar. Die mentaliteit maakt hun
problemen er echter niet minder reëel op, en de film onderneemt ook
geen enkele poging om dat te ontkennen: eens het jongensclubje van
de bouwvakkers weer uit elkaar is gegaan, gaat elk van hen naar
huis om z’n eigen demonen onder ogen te komen. Steve heeft nog
familie zitten in Schotland, mensen die geen flauw idee hebben waar
hij ergens uithangt. Larry, de meest mondige onder de arbeiders,
gaat klagen over de vreselijk onveilige omstandigheden waarin ze
moeten werken en wordt onslagen. Dàt is sociaal realisme: Ken Loach
toont ons het broederlijke gelach van de werkers, en wat er gebeurt
eens dat gelach wegsterft.

Voor de cast verzamelde hij voornamelijk mensen die ooit écht in de
bouw hadden gewerkt, inclusief Robert Carlyle. Op dat moment had de
acteur nog zo goed als niets gedaan, maar sindsdien is hij
uitgegroeid tot één van de beste en meest gegeerde Britse acteurs,
met rollen in ‘Trainspotting’ en ‘The Full Monty’. Carlyle’s
working class achtergrond, evenals die van z’n medespelers,
zorgt voor een opvallend gevoel van authenticiteit in de film –
voor een deel spreken de acteurs hier uit ervaring, ze zijn niet
zomaar dikbetaalde vedetten die een armoedige set opwandelen en
even komen doen alsof ze weten waar het over gaat. Een traditionele
regisseurstruc van Loach werpt trouwens ook hier weer vruchten af:
de acteurs wisten in bepaalde scènes werkelijk niet wat er ging
gebeuren, zodat hun reacties van verrassing of schok oprecht zijn.
In een bepaalde scène komt Steve thuis om Susan te betrappen
terwijl ze een shot heroïne zet – Carlyle wist niet dat dat het
geval zou zijn. Niet alleen zoekt Loach zijn acteurs onder mensen
die vanuit hun eigen leefwereld de situaties kunnen spelen, maar
hij probeert zelfs om elke vorm van fictie te overstijgen door
reële emoties bij hen uit te lokken terwijl de camera draait.

‘Riff-Raff’ is cinéma vérité op z’n best: niet alleen heeft
de regisseur het gedrag van zijn personages minutieus geobserveerd,
hij weet dat gedrag ook in een ruimere politieke conext te plaatsen
(iets dat al eens durft te ontbreken in dit soort films), én hij
bevolkt z’n verhaal met acteurs die letterlijk van de straat
geplukt zijn.

Met:
Robert Carlyle, Emer McCourt, Richard Belgrave, Jim R. Coleman
Regie:
Ken Loach
Duur:
92 min.
1990
UK
Scenario:
Bill Jesse

verwant

Sorry We Missed You

Met de neoliberale ontwikkelingen van het laatste decennium heeft...

T2 Trainspotting

Choose life. Choose a job. Choose nostalgia. Het lijkt...

The Angel’s Share

Eenieder die, zoals wij vorig jaar hebben gedaan, de...

24 Redemption

'24' is...

It’s a Free World

97 min. / UK / 2007 In een carrière die onderhand...

aanraders

Madeleine Collins

Regisseur Antoine Barraud is geen grote naam in het...

Belfast

Naar eigen zeggen had Kenneth Branagh al jaren plannen...

Blaze

Hoewel hij vooral bekendheid geniet als een acteur...

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in