’24’ is een reeks die het moet hebben van haar adrenalinegehalte. Ook al hangt het hele real time gebeuren met haken en ogen aaneen, het blijft spannend om te weten dat de minuten wegtikken terwijl Jack Bauer en co zich een beroerte rennen om de slechterikken toch maar te snel af te zijn. Het is dan ook een vreemd idee om het format van ’24’ – vierentwintig uren, één dag weet u wel – om te gaan vormen naar een tv-film van nog geen anderhalf uur. ’24: Redemption’ is – wat de makers ook zeggen – géén volwaardige film, maar een dubbelaflevering die de kloof tussen seizoenen zes en zeven moet dichten. Daarin slaagt Jon Cassar – de überregisseur van ’24’ – alleszins, maar het levert wel een nogal formulaire, platte en bij momenten zelfs saaie actiethriller op.
Na de gebeurtenissen van seizoen zes is Jack op de dool. Hij heeft al de halve wereldbol af gereisd en wordt opgejaagd door allerhande Amerikaanse ambtenaren die hem naar de VS willen zien terugkeren, zodat hij daar voor de rechtbank kan verschijnen. De kritiek die ’24’ vaak kreeg voor haar dubieuze folterpraktijken heeft immers gehoor gekregen bij de makers en Jack wordt hier door een idealistische senator opgeroepen om zich te verantwoorden voor zijn daden en alle wreedheden die hij in de vorige seizoenen heeft begaan. Dat ziet Jack echter niet zitten en zijn zwerftochten brengen hem uiteindelijk tot bij het fictieve Afrikaanse land Sangala, waar een bloederige staatsgreep aan de gang is. De kwaadaardige generaal Juma wil met behulp van zijn gebrainwashte leger kindsoldaten de macht grijpen, terwijl Jack geconfronteerd wordt met een oude kameraad, een school oorlogsweeskinderen, een egoïstische bureaucraat, geniepige Verenigde Naties-leden en zijn eigen demonen.
Het verloop van het verhaal is zeker naar ’24’-normen haast belachelijk simpel. Terwijl Jack verblijft bij zijn oude vriend Carl Benton (Carlyle), die zich ontfermd heeft over een schooltje weeskinderen, komt een troep pissige soldaten op orders van generaal Juma roet in het eten strooien; de koters moeten koste wat het kost gerekruteerd worden voor diens privé-leger. Dat is uiteraard buiten Jack gerekend, die er alles aan doet om de snode Afrikanen tegen te houden en de kinderen veilig weg te leiden naar de Amerikaanse ambassade. Dat is het eigenlijk. Tussendoor krijgen we ook nog te zien hoe de nieuwe, vrouwelijke Amerikaanse president wordt ingehuldigd en hoe de suits in Washington meer afweten over de situatie in Sangala dan het Witte Huis durft te vermoeden, maar die stukjes zijn al helemaal louter set-up voor seizoen zeven. Er gebeurt zo goed als niets op het Amerikaanse thuisfront, we krijgen alleen een kennismaking met de president en haar directe omgeving.
Dat er op zich niet veel actie zit in ‘Redemption’ is zeker geen minpunt. De reeks ’24’ weet ook veel meer te overtuigen door haar strakke tempo en stevig aangesnoerde spanningsboog dan door een schietpartij nu en dan. Alleen valt er hier nog maar weinig van die heerlijke rotvaart te bespeuren. ‘Redemption’ besteedt immers zodanig veel tijd aan het uitleggen van de politieke situatie in Amerika en Sangala dat de film voorbij is nog voor hij goed en wel begonnen is. Net wanneer het interessant begint te worden, flitsen de eindtitels voorbij en voel je je als kijker ietwat bekocht dat je de prijs van een langspeelfilm hebt betaald voor twee middelmatige afleveringen uit een zwakker ’24’-seizoen. ‘Redemption’ zal dan ook vooral interessant zijn voor mensen die écht graag weten wat er zich voor seizoen zeven nog allemaal heeft afgespeeld. Essentieel zijn de dingen die je te weten komt echter allerminst.
Subtiel ook niet. We krijgen even kort te zien hoe de kindsoldaatjes gehersenspoeld worden door enkele gewetenloze schurken. (Bandieten zijn het!) En een klein jongetje wordt vervolgens, terwijl de soldaten het kind meedogenloos opjutten met een kwaadaardig klinkend mantra, gedwongen om iemand te vermoorden. Later staat Jack oog in oog met dat jongetje, dat keer op keer datzelfde mantra begint te herhalen terwijl hij Jack haast gehypnotiseerd aankijkt met een geweer in zijn handen – zonder enige emotie. Nu ken ik niet veel van traumagevallen of psychologie in het algemeen, maar me dunkt dat het inlijvingsproces van kindsoldaten – met uitzondering van het verplichte moorden dan – en de reactie van die kinderen op hun opleiding wel lichtjes anders verloopt. Hier moest ik spontaan denken aan die ene (nogal lugubere) scène uit ‘Indiana Jones and the Temple of Doom’ waarin Indy slecht wordt. ‘Redemption’ is eerder propaganda dan satire, en de hele film geeft blijk van een nogal rechts-conservatieve instelling met weinig gevoel voor nuance.
Dat is dan weer ’24’ natuurlijk. Ook de vertegenwoordiger van de Amerikaanse ambassade is weinig meer dan een opportunistische klootzak en een VN-ambtenaar blijkt niets meer dan een ruggengraatloze lafaard te zijn. En Jack mag dan wel opgeroepen worden voor zijn gewelddadige praktijken, de makers leggen het er wel erg dik op dat Jack gelijk heeft; hij is de held en alles wat hij doet, doet hij om z’n land te beschermen – halleluja. Maar dat is eerder een discussie voor seizoen zeven, waarin de makers de kwestie veel meer aansnijden. In ieder geval, de film is van zulk niveau dat de prototypes en het totale gebrek aan geloofwaardigheid (de relatie tussen Jack en dat kleine zwarte jongetje is om te huilen, zo onnozel) écht beginnen te storen. Langs de andere kant blijft het natuurlijk wel ’24’ en is deze dubbelaflevering opmerkelijk beter dan het afschuwelijke zesde seizoen, maar toch zou ik ‘m alleen aanraden aan de meest hardcore-fans.