Een goeie plaat maken is niet hetzelfde als spannend live spelen: die waarheid als een koe werd door een mak Einstürzende Neubauten woensdagavond nog eens bevestigd. Voor het eerst maakte de groep in haar geliefde AB een verre van frisse indruk.
Halfweg het concert draaien we ons even om naar de afgeladen AB en het besef slaat als een bliksem in: eigenlijk is het ronduit waanzinnig hoeveel succes deze groep, die haar muziek op schroot en staal gebaseerd heeft, al jarenlang heeft. En toch raakt die zaal elke keer weer uitverkocht. Dat heeft veel redenen, en één daarvan is de kracht van de herhaling: wat in 1981 revolutionair klonk, is in 2008 nu eenmaal gekend experimenteel erfgoed. En dus schrikt niemand meer op als N.U. Unruh op een metalen stuurwiel mept of drummer Rudolph Moser op metalen platen roffelt.
Een andere, minstens even belangrijke oorzaak van de populariteit van de groep rond de dandyeske Blixa Bargeld, is echter dat onder al dat lawaai steevast èrgens wel een goeie song verborgen ligt: een hint van melodie, ja zelfs een refrein is nooit verboden geweest. Die kant krijgt zelfs meer en meer aandacht, zoals ook tot uiting komt in Alles Wieder Offen dat afgelopen herfst verscheen. Op die plaat beperkte de groep het experiment en werd ervoor gekozen om met de gekende afwijkende werkmethodes bijna klassieke songs op te nemen. Nooit eerder leverde Einstürzende Neubauten een meer toegankelijke plaat af.
In de AB wordt op dat elan verder gegaan. Met “Die Wellen” en een tam “Nagorny Karabach” van die laatste plaat opent het concert opvallend rustig, en de band zal slechts zelden nog een versnelling hoger schakelen. Nog nooit heeft Einstürzende Neubauten zo soft afgetrapt, al blijkt meteen dat de vaak nukkige Bargeld opvallend goed gezind is en aan de lopende band dolt met band en publiek.
Met het dansende “Let’s Do It A Dada” komt het optreden dan toch even los. Dit is kletterdisco: over een metalige groove gaat de band aan de slag met alles wat los en vast zit: een vinylplaat op een boor tegen een bekertje, meer metaal,… En stalen platen natuurlijk: dit is de enige band bij wie je de roadies tussen twee nummers door de ene metalen plaat door de ander ziet vervangen.
Net zo snel dommelt het concert echter weer in. “Op deze toer spelen we enkel nummers die met deze bezetting van de Neubauten is opgenomen”, kondigde Bargeld al aan en hij houdt woord: naast de nieuwe plaat ligt het zwaartepunt op Silence Is Sexy (2000). Het tussenliggende Perpetuum Mobile komt er verbazend bekaaid van af.
Het probleem is niet dat songs als “Unvollständigkeit”, “Von Wegen”, “Die Befindlichkeit Des Landes” of “Susej” slechte nummers zijn. Dat zijn ze niet, maar allen zijn ze van het rustigste dat de band schreef. De bijzondere instrumentatie wordt slechts spaarzaam gebruikt, meer dan een baslijn en wat occasionele achtergrond is er niet. Na elkaar geplaatst halen ze het tempo van dit optreden erg hard naar beneden. Dit optreden zou een dosis waanzin van nummers als “Feurio!”, “Yü-Gung” of zelfs het recentere “Redukt” kunnen gebruiken. Pas in set-sluiter “Ich Warte” krijgen we nog even een daverende uitbarsting die duidelijk maakt waarom de muziek van de groep twee decennia terug zo gedurfd was. Maar Bargeld schreeuwt vanavond slechts zelden: hij zingt rustig, zoals hij dat op Alles Wieder Offen perfectioneerde. Dat de band rond hem ook niet echt begeesterd staat te spelen, helpt natuurlijk niet.
Dit was ongetwijfeld één van de zwakste optredens die we de Neubauten de afgelopen vijf jaar zagen geven. Toch geeft de band als uitsmijter nog een boeiende inkijk in haar werkmethodes. Zoals de groep de laatste jaren vaker tewerk ging bij het schrijven van nummers, krijgen de bandleden ook vanavond drie kaarten uit het DAVE-systeem. Op basis van de vage opdrachten daarop (“achterwaarts”, “F mineur”, “metalen plaat”, “Blixa begint”) gaat de groep aan de slag en creëert ze ter plekke een muziekstuk. Onaf, maar een interessante glimp achter de schermen.
Einstürzende Neubauten heeft de jaren van redelijkheid bereikt, en dat werkt op plaat. Live staat alles echter nog niet op punt. Wie concerten van twee uur en een kwart wil geven, moet immers zorgen dat die ook boeiend blijven. Daar haperde het even vanavond. De groep mag dan zweren bij het werk van vandaag, het is zaak ook het verleden niet te verloochenen.