”We have a way of finding our way home”, zong Ben Harper. En er zit waarheid in die zinsnede. Vorst Nationaal zag hem verre van het beste concert ooit met The Innocent Criminals geven, maar leek daar niet om te malen.
Tien jaar geleden was het, dat Harper met The Innocent Criminals nog eens een Belgische zaal aandeed. Ook toen was het Vorst Nationaal, en ook toen was het een beetje hit and miss. Dat viel vooral te wijten aan het tanende spelplezier tussen de Californische songsmid en zijn band, die hem niet zo heel lang daarna gedag zei. Nu de plooien al even gladgestreken zijn en comebackalbum Call It What It Is een vormpiek blijkt, leek alles in de richting van een triomftocht op Brusselse bodem te wijzen. Maar opnieuw werd het een concert dat het van momentjes moest hebben.
Momentjes zoals een voor de gelegenheid herwerkt “Roses From My Friends”, dat pas op het uur een eerste lichte punch uitdeelt. Of “Fight For Your Mind”, waarbij een minutenlange dialoog tussen Harper op slidegitaar en Juan Nelson op bas een welgekomen vlaag van spontaniteit ontwaart. Wanneer Nelson aansluitend een glansrol opeist als leadzanger in een vervoerend stukje “Them Changes” — origineel van Buddy Miles — lijkt de set eindelijk volle snelheid te halen. Het publiek lust er pap van en spoort heupwiegend aan tot meer.
Het is dan ook geen klein beetje frustrerend wanneer Harper zich vervolgens opnieuw op zijn stoel laat zakken voor een gezapig “Excuse Me Mr.”. Het is de zoveelste keer dat het gebeurt: telkens als The Innocent Criminals het vuur aanwakkeren, sust Harper het vanuit zijn luie zetel. Alsof hij bang is om een uitslaande brand te veroorzaken. Ook na een onbeteugeld “Faded” blijkt “Call It What It Is” niet meer dan een waakvlammetje: waar de studioversie met verbetenheid het onrecht van de recente rassenmoorden aankaart, schiet het vanavond hopeloos tekort. De Criminals brengen het protestlied te routineus. Log zelfs, en ogenschijnlijk ongeïnteresseerd. De boodschap valt ermee in het niet.
Zo deint het op en neer, op en neer. Tot “How Dark Is Gone” een einde maakt aan de reguliere speeltijd. En dat doet het, toegegeven, mét bravoure. Het op flamencopercussie drijvende nummer was op het recentste album al een lichtpunt en bewijst zich nu ook live staande te kunnen houden. Voorheen hadden de bongosolo’s van Leon Mobley nog te veel onnodige onderbrekingen veroorzaakt, maar wanneer hij en de overige ritmemuzikanten de band écht op sleeptouw nemen, zijn The Criminals op hun sterkst. Het doet een mens zich afvragen waarom ze daar niet meer uit puren, op een avond als deze. Bissen wordt gedaan met crowdpleasers als “Burn One Down” en “With My Own Two Hands”, die het vuur nog even in de pan weten te houden. Maar wederom gaat Harper aan het temperen met een te veel op automatisme gespeeld “Waiting For An Angel”.
Geen going out with a bang dus, al stond dat geen staande ovatie in de weg. Na een wisselvallige prestatie geeft dat des te meer aan hoe geliefd Harper nog steeds is. En dat deze reünie een goede keuze was. Zoals hij zelf al aangaf: “We have a way of finding our way home.” Niets lijkt minder waar, Ben. Maar in het vervolg graag met een beter gps-signaal, om die stukken off road te vermijden.