Deze week komt Zillion uit, de langverwachte film van Robin Pront met in de hoofdrollen Jonas Vermeulen, Matteo Simoni en Charlotte Timmers. We gingen in gesprek met regisseur Robin Pront om meer te weten te komen over zijn fascinatie voor de legendarische Antwerpse megadiscotheek en het verhaal achter zijn oprichter Frank Verstraeten.
enola: Van waar kwam je interesse om Frank Verstraeten te nemen als protagonist?
“Aangezien dat de bezieler was van de discotheek Zillion was dat natuurlijk een logische stap. Ik was al heel lang bezig met dat verhaal. Ik wou daar echt graag iets rond doen. Zelfs toen ik nog op de filmschool zat, wist ik al dat ik echt graag een film wou maken over de Zillion, omdat ik dat als kind in de krant heel bewust had meegemaakt. Dat fascineerde mij enorm en dat is zo’n verhaal waarvan dat ik dacht: “Oké, het is now or never” Dus heb ik Frank aangesproken en heb hem gezegd dat ik heel graag een film over zijn leven en de Zillion wou maken, waarop hij is beginnen vertellen. Als je mij dan vraagt wat mij daarin aansprak, dan moet je je inbeelden dat dat dingen waren als de danswereld, de discotheekwereld … Dit is eigenlijk een film vol testosteron en alfa-mannetjes. Als je dan ineens een klein, fragiel mannetje (eigenlijk een computernerd) hebt die zich daartussen manoeuvreert en een hoogtechnologische discotheek neerplant, dan vond ik dat wel heel prikkelend.”
enola: En is er bij jou dan altijd al een fascinatie geweest om discotheken en de feestwereld in beeld te brengen?
“Ja, sowieso vind ik discotheken wel interessant, omdat dat een soort plek is waar opeens alle regels – nu ja, vroeger toch – niet meer gelden en waar mensen van alle lagen van de bevolking samenkomen. Dat is een soort mini-biotoop met de portiers, de toiletmadam … Dat vind ik daar heel cool aan. En ook die dancemuziek en house, dat is iets heel Belgisch waar dat we denk ik wel fier op mogen zijn. Dus dat zijn allemaal elementen die ik wel boeiend vond om er iets mee te doen.”
enola: Je zegt dan dat je in gesprek bent gegaan met Frank Verstraeten. Ik had gelezen dat zowel hij als de echte Dennis “Black Magic” (Matteo Simoni) heel betrokken zijn geweest in het maken van de film. Kan je iets meer vertellen over die samenwerking?
“We hebben bij Frank naar z’n levensverhaal gepolst. “Hoe ben je begonnen? Hoe ben je daar beland en hoe ben je daar uitgekomen?” Bij Dennis Black Magic was het eigenlijk hetzelfde. En dan ben ik met allemaal mensen rondom Frank gaan praten en dan met mensen die eigenlijk niks van Frank moesten hebben om ook een ander beeld van hem te krijgen. Ik heb dus gewoon een veel research gedaan eigenlijk, urenlang met iedereen gaan babbelen en daar dan een verhaal uit geëxtraheerd.”
enola: Ik had online eens opgezocht of er veel mensen zijn die nog praten over de Zillion en hun herinneringen daaraan. Ik heb dan een aantal blogs gevonden van ‘Zillionairs’ die daar heel nostalgisch samen babbelen over hun ervaringen. Hoe denk je dat zij gaan reageren op de film?
“Ik hoop goed, maar je weet op voorhand dat je met zo’n film heel veel mensen gaat hebben die zeggen dat het boek beter is dan de film. Dat weet je gewoon, maar waarom? Omdat het boek vaak een intensere beleving is, omdat je zelf dan veel meer in je verbeelding zit. Ik vermoed dat mensen die zelf in de Zillion zijn geweest altijd wel iets zullen kunnen vinden dat niet klopt, maar ik hoop toch dat zij ook gaan zien dat de film erin slaagt de Zillion vibe wel terug tot leven te brengen.”
enola: We zien recent heel veel biopics, dit jaar nog Elvis en Blonde. Is dat een genre waar je fan van bent en waar je nog verder mee wilt gaan?
“Ja, eigenlijk wel; ik vind dat fascinerend. Het is ook wel gemakkelijk om een kapstok te hebben in plaats van alles uit je duim te zuigen. Er zijn hier nog wel enkele verhalen die mij wel boeien, maar ik wil natuurlijk niet de Wikipedia van de Vlaamse events afgaan. Er zijn wel biopics die mij echt boeien, zeker in verschillende vormen. Ik vond Blonde bijvoorbeeld wel echt cool. Dat is tenminste geen typische biopic, snap je? Die film probeert tenminste stilistisch iets nieuws te doen, maar ik merk dan dat er toch ook heel veel controverse rond is. Het hangt er dus een beetje vanaf hoe dat je die films benadert. De klassieke biopic die inderdaad gewoon de Wikipediapagina afgaat, vind ik niet zo boeiend.”
enola: Je neemt dan Blonde als voorbeeld. Daar is bijvoorbeeld wel veel kritiek op gekomen omdat de makers misschien een beetje te hard hebben gespeeld met feit en fictie. Hoe heb je dat evenwicht proberen te bewaren bij Zillion?
“Ja, ik zeg altijd dat je ongetwijfeld van Zillion een fantastische documentaire kan maken, maar dat heb ik natuurlijk niet geprobeerd. Ik heb gewoon thematisch dat verhaal proberen vertellen en ben trouw gebleven aan de geest van het verhaal, maar ik heb er wel mijn eigen ding mee gedaan. Want gewoon alle feiten beginne afhaspelen, dat is een straatje zonder einde. Dan ontmoeten mensen elkaar pas op het einde terwijl die elkaar in de film al veel vroeger kunnen tegenkomen, dat is voor mij niet zo interessant.”
enola: Zijn er specifieke films waar je je voor Zillion op hebt gebaseerd of door hebt laten inspireren?
“Ik denk aan een van mijn favoriete films aller tijden, omdat ik die als kind ook heb gezien, en dat is Casino van Martin Scorcese. Dat vond ik qua structuur en epiek altijd wel een heel goede film.”
enola: Denk je dat de party scene in Antwerpen sinds het bestaan van de Zillion heel erg veranderd is of denk je dat de hedendaagse jeugd zich ook zal kunnen herkennen in de film?
“Dat weet ik niet. Ik hoop in ieder geval van wel. De party scene is sowieso helemaal veranderd. Beeld je in waar de Zillion stond – op het Zuid. Nu kan je je nu toch niet meer voorstellen dat er op het Zuid een megadiscotheek zou zijn? De wereld is tout court heel hard veranderd. In mijn film zit de zin “Dat was nu het goede aan de jaren negentig, toen kon alles nog”. Dat is een beetje het gevoel dat ik had in de jaren negentig. Toen was de wereld wel een beetje anders. Er waren geen gsm’s, heel Antwerpen was nog niet opgekocht door rijke mensen die niet willen dat het allemaal te dicht komt. Ja, dat was gewoon een andere wereld.”
enola: Oké, ik vond wel dat er heel veel gelijkenissen zijn met de techno scene van nu.
“Aha, dat is super interessant! Maar ik ben niet meer jong, dus vertel!”
enola: Vooral dat feestjes terug heel episch proberen te zijn met speciale thema’s. En de bijhorende outfits, dat komt nu allemaal terug.
“Ja, tuurlijk! Dat is terug super populair, die Y2K-mode, de Buffalo’s …”
enola: Kan je een beetje meer vertellen over je regiestijl en hoe je omgaat met feedback van de acteurs?
“Ik ben heel direct. Ik draai in ieder geval niet rond de pot, dus daar moet je wel tegen kunnen. Er is enorm veel tijdsdruk op de set, dus ik zeg gewoon “Dat vind ik goed”, “Dat is niet juist”, “Dat vind ik wel goed” of “Doet dat zo eens”. Maar ik ben ook wel een twijfelaar en sta wel open voor feedback – één keer weliswaar, niet continu. Ik heb ooit de fout gemaakt om veel te lang in dialoog te gaan met een acteur waardoor je gewoon de helft van de tijd staat te babbelen en te weinig kunt draaien.”
enola: Dus je hebt altijd wel een duidelijk beeld in het hoofd en je wilt daar niet te veel van afdwalen?
“Jawel, met d’Ardennen had ik bijvoorbeeld scènes geschreven die niet werkten en dan heb ik gewoon iets compleet anders gedaan. Dus ik sta voor alles open, maar ik zeg altijd “Het is geen democratie”, snap je? Ik moet wel gewoon zelf beslissen, want je kan naar iedereen luisteren en voor dat je het weet staat de geluidsman ook mee te regisseren. Dus je moet wel heel straight zijn in je aanpak. Maar denk zeker niet dat ik nooit twijfel.”
enola: Op welke scène of aspect van de film ben je het meest fier?
“Er is een scène waar ik om verschillende redenen heel fier op ben. Dat is diegene waarin Frank met zijn advocaten praat en Vanessa opeens naakt van de trap binnenkomt. Omdat dat de eerste keer is in de film dat ik bewust het tempo even stil leg, dat er een langere scène in de film zit. Voor de rest gaat het allemaal aan een heel hoog tempo. Ook voor mijn vriendin en mezelf was dat een drempel die we moesten over gaan. Ik had dat eigenlijk maar de dag ervoor gevraagd, omdat dat een ingeving van het moment was. Ik kon dat alleen maar vragen omdat dat mijn vriendin was natuurlijk. Bij een andere actrice kan je dat eigenlijk niet maken; dat is iets dat je op voorhand bespreekt of ze moet mij honderd procent vertrouwen. Het feit dat ze dat heeft gedaan … Ook voor mij was dat wel heftig om met zestig man mijn eigen vriendin zo van de trap te zien komen, maar op zich ben ik dus wel heel fier op de scène. Ik vind dat echt een heel krachtig moment in de film.”
enola: Heb je misschien nog een anekdote of grappig verhaal van op de set van Zillion?
“Ongetwijfeld! Daar moet ik dan wel even over nadenken. Ja, bijvoorbeeld de slang op de set. Dat beest mag je eigenlijk niet te lang op je set hebben, dus die moet telkens terug weg. Het is dan twee keer gebeurd dat ik zei dat ik de slang niet meer nodig had, maar dat ik op een gegeven moment dacht: “Wacht eens, die slang zou nu supergoed zijn”. Zo was er een moment waarop Frank een zakje drugs bij die slang legt, maar dat was een ingeving van het moment en die slang was ondertussen al zestig kilometer verder. Dus ik heb dan twee keer moeten zeggen dat die slang terug moest komen en dat is ook telkens gebeurd – ze was gewoon altijd goed in de scènes. Dus een tip: er kan nooit te veel slang zijn! (lacht)”