Met Wonderball start nog maar eens een nieuwe reeks van Jean-Pierre Pécau, dit keer samen met Fred Duval. Een groezelig politieverhaal zonder veel inspiratie. Gelukkig redt Colin Wilson de meubelen met strak en dynamisch tekenwerk.
Jean-Pierre Pécau en Fred Duval lijken wel kind aan huis bij uitgeverij Silvester. Pécaus langlopende reeks De Verborgen Geschiedenis is één van de vaste paarden in hun stal. Ook UUR U, dat Pécau samen met Duval schrijft, vind je in hun catalogus. Alternatieve geschiedenis en complottheorieën zitten beide heren als gegoten. Wonderball is meer een rechttoe rechtaan politieverhaal, waarin toch ook weer wat fantastische elementen zitten.
Inspecteur ‘Wonderball’ Spadaccini is een eenzaat. Stilaan is in het genre van de politieverhalen de atypische, onorthodoxe politieagent met het donkere verleden, de standaard geworden. Wanneer zal er eens een heroïsche, traditionele agent komen? Zou dat niet vernieuwend zijn? Spadaccini is inspecteur in de VS in de jaren ’80. Wanneer een veelvoudige moord gepleegd wordt, ziet hij verbanden naar het verleden, naar de moord op JFK. Zijn hele omgeving denkt dat hij weer eens spoken ziet en trekt zijn onderzoek sterk in twijfel. Hoe meer hij echter op onderzoek uitgaat, des te meer moorden er gepleegd worden op mensen die Spadaccini net nog sprak. Stilaan maakt de plot duidelijk dat deze moorden heel wat meer om het lijf hebben dan enkel een doorgedraaide psychopaat.
Om een filmische thriller te maken over San Francisco in de jaren ’80, hebben de scenaristen de perfecte tekenaar onder de arm genomen. Colin Wilsons hoekige, stoere stijl brengt de geest van films uit die jaren treffend terug. Ook de kleuren van Jean-Paul Fernandez helpen om de lezer terug in de tijd te gooien. Het parcours van Wilson is een uniek voorbeeld van grensoverschrijdend succes. Zo werkte hij in de Britse, de Franse en de Amerikaanse stripsector. Wij maakten kennis met zijn werk via de albums die hij tekende voor De Jonge Jaren van Blueberry (tussen 1985 en 1994). Tegelijk tekende hij met Ed Brubaker ook het sterk gewaardeerde Point Blank (2003) en met Matz het drieluik Headshot (2004 tot 2006). Ook voor het al genoemde UUR U tekende hij twee delen. Wonderball is opnieuw een proeve van zijn grafisch en narratief talent. Hij beschikt bovendien over de gave om snel te kunnen tekenen, wat maakt dat Wonderball aan een hoog tempo kan verschijnen van twee delen per jaar. Het derde deel verscheen al in het Frans en in het najaar zou album vier moeten volgen.
Echt wild werden we niet van het verhaal in deze Wonderball. Pécau en Duval kunnen zonder twijfel een spannende strip in elkaar steken. Jammer genoeg stapelen ze daarvoor iets te opzichtig de genreclichés op elkaar: de getroubleerde flik, de corrupte politiehiërarchie die blind blijft voor pertinente bewijzen, een mysterieus en extreem gewelddadig genootschap. Verfrissend is het jammer genoeg nergens, maar storen doet het dan ook weer niet. Met het vakkundige tekenwerk wordt Wonderball dan toch nog de moeite van het ontdekken waard. Liefhebbers lezen het werk van Jean-Pierre Pécau en Fred Duval niet voor de grote ideeën of de verfrissende aanpak. Op dat vlak geeft ook Wonderball zijn lezers meer van hetzelfde, degelijk gemaakte materiaal.