Francesca Stavrakopoulou :: God, een anatomisch onderzoek

God heeft geen fysiek lichaam volgens het Joods en Christelijk geloof. Francesca Stavrakopoulou weerlegt dit idee met een speculatieve maar stevig onderbouwde studie naar de oorsprong en het beeld van Jahweh.

Volgens rabbijn David J. Wolpe en ongetwijfeld vele anderen, geldt het judaïsme als de eerste monotheïstische religie, een uitspraak die op het eerste gezicht niet meer dan logisch lijkt. Tezelfdertijd zal iedereen die iet of wat van het Oude Testament kent hier net zo goed vragen bij kunnen stellen, want in de tien geboden laat Jahweh zich kennen als een jaloerse god die geen andere goden naast zich duldt. De bekendste van die andere goden is zonder twijfel Baäl, die een slordige negentig keer vermeld wordt als een rivaal die met Jahweh wedijvert in het aantal volgelingen.

De mate waarin het judaïsme dan ook werkelijk als monotheïstische godsdienst startte of net als een aantal andere monolatrisch/henoïstisch van oorsprong was (hoewel één god aanbeden wordt, erkennen de volgelingen het bestaan van andere goden) en doorheen de tijd evolueerde naar de monotheïstische interpretatie, blijft voer voor speculatie. Voor de Britse bijbelgeleerde Francesca Stavrakopoulou is het echter duidelijk dat alvast het Joodse geloof oorspronkelijk wel degelijk monolatrisch was met Jahweh als hun God. In God, een anatomisch onderzoek ligt de nadruk echter niet zozeer op een pantheon van goden waarmee Jahweh wedijvert als wel op het beeld van Jahweh/God zelf en hoe die oorspronkelijk gezien werd als een wezen met een lichaam dat ook in deze wereld bestond en tastbaar was.

Want al is het beeld van God als een oude maar vitale man in de (Westerse) Christelijke cultuur nooit bedoeld als een correcte portrettering van God maar als een symbolische afbeelding (wat ook voor de portretteringen van Jezus geldt),en lezen de rabbijnen net zozeer de fysieke beschrijvingen in het Oude Testament als metaforen die de onstoffelijkheid van Jahweh benadrukken, is dit niet het hele verhaal volgens Stavrakopoulou. Haar centrale stelling in het boek is namelijk dat het Joodse geloof Jahweh in fysieke termen beschreef net omdat hij een fysiek lichaam bezat dat hij ook aan een aantal volgelingen toonde. Om dit helder te maken verdeelt ze haar boek in vijf delen, verder onderverdeeld in hoofdstukken, waarbij telkens andere lichaamsdelen aan bod komen. Hierbij start ze, niet verwonderlijk, met de voeten en benen om dan achtereenvolgens de genitaliën, het bovenlichaam, armen en schouders en tot slot het hoofd te behandelen.

Uiteraard staat het Oude Testament niet bol van uitvoerige, anatomische beschrijvingen en geldt in een aantal gevallen eerder dat aan God een fysiek lichaam toegeschreven wordt. Om die redenen beperkt Stavrakopoulou zich dan ook niet tot die Bijbelcitaten die het fysieke lichaam van Jahweh op de een of andere manier bespreken maar verweeft ze deze in een verhaal dat evenzeer spreekt over de toenmalige historische en culturele realiteit waarbij niet alleen gebruiken uit andere, oudere religies, aan bod komen maar ook persoonlijke reflecties en ervaringen en ruimere bedenkingen rond maatschappelijke evoluties. In die zin kan de titel misleidend zijn omdat het boek ruimer gaat dan een “anatomisch” onderzoek en de auteur de godheid geregeld plaatst tegenover niet alleen andere godheden maar ook wereldse heersers en hoe die afgebeeld werden.

Tezelfdertijd vormt die analyse net ook een meerwaarde voor het boek doordat het de Joodse religie binnen de toenmalige culturen en tijd zijn plaats geeft en aantoont dat het monotheïstische karakter ervan evenzeer een ontstaansgeschiedenis heeft. Daarnaast geeft de lichamelijkheid van Jahweh evenals de uitwissing ervan, onder meer door de invloedrijke 3e-eeuwse kerkvaders, een interessante dynamiek aan de verhouding tussen een god en zijn schepping die aantoont dat althans in de oudheid een actieve en fysiek aanwezige god een meerwaarde vormde voor de gelovigen. Stavrakopoulou toont overtuigend aan hoezeer de fysieke aanwezigheid zowel een zegen als een bedreiging kon vormen – een godheid was per slot van rekening imposant – en hoe dat ook leidde tot rituelen waarvan de betekenis intussen vervaagd dan wel geherinterpreteerd is.

Dat de auteur zich hierbij zelf geregeld aan een interpretering waagt, valt niet te vermijden. God, een anatomisch onderzoek is dan ook geen puur beschrijvende analyse maar veeleer een interpretatief en analyserend werk dat sterk steunt op academische inzichten en interpreteerbaar bronnenmateriaal. Het laatste woord over Jahweh en hoe hij in het bijzonder ruim drieduizend jaar geleden werd gezien door zijn volgelingen, is dan ook nog lang niet gezegd maar Stavrakopoulou voegt daar alvast een interessante stem aan toe. Dat haar boek door vakgenoten als een relevante aanvulling met intrigerende standpunten wordt beschouwd, kan in dezen niet onvermeld gelaten worden. Want ook al is God, een anatomisch onderzoek bedoeld als een populairwetenschappelijk werk, de academische onderbouwing is sterk genoeg om niet alleen de (theologische) leek aan te spreken.

Ambo | Anthos

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...

aanraders

Pierre Hadot :: De Sluier van Isis

Lang voordat het opnieuw populair was om de (Grieks-)Romeinse...

Geert Buelens :: Wat we toen al wisten – De vergeten groene geschiedenis van 1972

Zijn de wonderen de wereld uit? Niet als Geert...

Paul Verhaeghe :: Onbehagen

Verklaren dat het huidig tijdsgewricht getekend wordt door zowel...

Jan Hertoghs :: Alles voor de Kempen

In Alles voor de Kempen schetst Jan Hertoghs een...

Italo Calvino :: The Written World And The Unwritten World

Italo Calvino is een van de grootheden uit de...

verwant

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in