Met het verstrippen van romans kan heel wat verkeerd lopen. Gelukkig tonen Didier Cassegrain en Fred Duval aan de concurrentie hoe het ook kan. Zwarte waterlelies is een indrukwekkende thriller en een hoogtepunt voor beide stripmakers.
Ongeveer een jaar geleden al verscheen deze bewerking van een roman van Michel Bussi in de Franse collectie Aire Libre. Nu is het dan toch nog zo ver gekomen dat Dupuis Zwarte waterlelies vertaalde voor de in het Nederlands al even gerenommeerde Vrije vlucht. Nu we het album achter de kiezen hebben, is het ons een raadsel waarom deze strip niet meteen op de vertaalplanning geraakt is.
De strip is zoals gezegd gebaseerd op een literaire thriller van de Fransman Michel Bussi. In Frankrijk was deze roman een enorm succes. De complexe ontwikkelingen en de idyllische omgeving van het Giverny van Claude Monet maakten het boek tot een opvallende verschijning in het aanbod aan thrillers. De ervaren stripscenarist Fred Duval bewerkte de roman tot een strip, waarmee Didier Cassegrain vervolgens aan de slag kon. En die maakte van Zwarte waterlelies een echt visueel festijn. Met zijn kleuren brengt hij het werk van Monet in herinnering en geeft zo een extra dimensie aan het verhaal, wat een roman niet kan.
Giverny is een Frans stadje dat door de link met Claude Monet elk jaar opnieuw overspoeld wordt door toeristen die willen ervaren wat de wereldberoemde schilder ervoer en waardoor hij ettelijke keren opnieuw de vijver in zijn tuin schilderde. In die vijver lagen de beroemde waterlelies die ook in de strip een weerkerend thema zijn. Vandaag zijn het huis en de tuin van Monet beschermd erfgoed. Net dat verstikkende karakter is voor enkele inwoners van Giverny de aanleiding om te willen ontsnappen uit dit dorp dat stil lijkt te staan in de tijd en omwille van het toerisme vooral niet mag evolueren. Drie vrouwen van verschillende leeftijden hebben elk hun duidelijke redenen om weg te willen uit Giverny.
Dan gebeurt er een moord in Giverny. Door die moord komen twee inspecteurs naar Giverny om hun onderzoek te voeren. Dat onderzoek voert hen doorheen het hele dorp en doorheen de nabije en verre geschiedenis. Een hele groep dorpsbewoners lijken wel ergens boter op het hoofd te hebben en ook voor de inspecteurs zelf is het hele onderzoek geen vrijblijvende oefening. Alles komt erg dicht en wordt behoorlijk persoonlijk. De verrassende ontknoping wordt heel goed opgebouwd door scenarist Duval. Door een sterke decoupage slagen Duval en Cassegrain in om de spanning uit de roman naadloos over te zetten naar het stripmedium.
De sterkte van Fred Duval is dat hij een verhaal uit een ander medium omgezet heeft naar de strip, zonder dat het opvalt dat het een bewerking betreft. Het ritme van de strip zit helemaal goed, met een sterke opbouw van de spanning. Het enige nadeel van de strip geldt evenzeer voor de roman; op een gegeven ogenblik gaat het in dit verhaal meer om de puzzel die gelegd wordt en de zoektocht naar de ontknoping dan om de personages. Die staan in Zwarte waterlelies echt wel in dienst van een spannende plotwending. Echte mensen van vlees en bloed komen in dit album dan ook nauwelijks voor.
Met Zwarte waterlelies toont Didier Cassegrain nog maar eens zijn talent. Nadat hij zijn loopbaan begon in de animatiefilm, debuteerde Cassegrain samen met Olivier Vatine en Fred Blanchard in de reeks Tao Bang (eerste deel verscheen in 1999). Sindsdien tekende hij ook al de eerste delen van Carmen McCallum op scenario van Fred Duval. Sindsdien werd ook nog zijn trilogie Valstrik op Zarkass met Yann vertaald bij Dark Dragon. De eerste reacties op deze Zwarte waterlelies zijn alvast lovend van zowel pers als publiek. Het is dan ook goed nieuws voor velen dat Cassegrain en Duval opnieuw samenwerken aan de bewerking van een volgende roman van Bussi.