Goed twee jaar geleden opende de AB al eens haar deuren voor het Amerikaanse electronicalabel Brainfeeder. Toen gaven Lapalux, Samiyam en Teebs het beste van zichzelf in de kleine Club. Vanavond treedt niemand minder dan labelbaas Flying Lotus aan in de grote zaal. Voor de gelegenheid brengt hij zijn alias Captain Murphy en bassist Thundercat mee.
Vier puike studioplaten, twee ep’s en laatst nog een gratis weggegeven verzameling beats en onuitgewerkte ideeën: Flying Lotus acteert al meer dan acht jaar lang op hoog niveau. Slechts weinigen drukten de afgelopen jaren zodanig hun stempel op de elektronische muziekscène als de struise producer uit Los Angeles. Dat de AB niet uitverkocht raakte, heeft vooral te maken met het feit dat FlyLo sinds twee jaar geen nieuwe plaat meer uitbracht. Al zal het tijdstip er ook voor iets tussen zitten; zo loopt het concertseizoen op zijn einde en maken de festivals hun intrede. Hipsters hebben het wellicht te druk met het online bekvechten over welke obscure band nu dé revelatie van Primavera was, en met het bijtrimmen van de baard na die eerste festivaldagen.
Thundercat laat het alvast niet aan zijn hart komen. De bassist krijgt maar een handvol nummers de tijd om zich te bewijzen, maar slaagt in zijn opzet. Voor de gelegenheid heeft hij een toetsenist en een drummer mee, al is het toch vooral Thundercat zelf en zijn op maat gemaakte, zessnarige bas die de meeste aandacht trekken. Op “Daylight” spreidt de bassist meteen zijn virtuositeit tentoon, hij plukt erop los alsof zijn leven ervan af hangt. Tijdens “Tron Song” toont de drummer zich, hij speelt strak als drummachine. Het trio is duidelijk goed op elkaar ingespeeld. “Is It Love” krijgt een extatisch synth-tussenstuk aangemeten en klinkt veel tastbaarder, veel smeuïger ook, dan op plaat. Een pittig “Heartbreaks + Setbacks” sluit de korte maar krachtige set af.
Het trio verlaat het podium echter niet en de reusachtige schermen schieten plots aan. Tijd voor Captain Murphy, het rappende alter ego van Flying Lotus. Op zijn debuut Duality etaleert Captain Murphy zijn voorliefde voor collage-hiphop op zijn J Dilla’s. Vanavond bestormt hij het podium in ware OFWGKTA-stijl. Met een bivakmuts en een doortastende flow, die aan Tyler, the Creator doet denken, zet hij “The Killing Joke” iIn. De energie die vrijkomt, is overweldigend. “Het is fijn om eens in een zaal aan te treden in plaats van altijd maar opnieuw op het Dour-festival”, grapt de kapitein. “Between Friends” (helaas zonder Earl Sweatshirt), “The Killing Joke” en “Children Of The Atom” volgen elkaar in sneltempo op. Flylo is in zijn nopjes, het speelplezier is groot. De man blijkt ook live niet beste rapper, maar zijn overgave compenseert veel. Alle lof trouwens voor Thundercat, zijn toetsenist en zijn drummer, die hier als uitstekende begeleidingsband fungeren en de ingenieuze beats voortreffelijk naspelen.
Wanneer Flying Lotus vervolgens achter zijn laptop plaatsneemt voor zijn soloset, bedenken we ons dat hij nog iets goed te maken heeft. In 2012 zegde hij immers op de laatste knip zijn aantreden op I Love Techno af. We merken meteen dat hij vanavond alles uit de kast haalt om het publiek tevreden te stellen. Zo zit hij tussen drie imposante schermen in, wat aan zijn projecties een geweldig 3D-effect meegeeft. Muzikaal is de man zijn laatste plaat, “Until The Quiet Comes”, de rustigste uit zijn catalogus, maar daar blijft vanavond niet veel van overeind. Zwaar baswerk — helaas zonder Thundercat, die blijft tijdens deze slotshow in de coulissen — leidt een sensationeel drumsalvo in.
FlyLo zoekt het avontuur op: er passeert verknipte funk en op oude soul gestoelde, rokerige hiphop. De stemmen van Schoolboy Q en Kendrick Lamar worden ingenieus geplakt over de beats van “Y Fall” van DJ MC. Met “Pass That Shit” van DJ Rashad passeren wat welgekomen footwork vibes en als Flying Lotus de claps van zijn eigen “Putty Boy Strut” naadloos laat overgaan in een streep drum ‘n’ bass, krijgt hij alle handen op elkaar. Er volgt wat nieuw, psychedelisch werk waarbij diepe bassen perfect ondersteund worden door wazige onderwaterbeelden. Enkele dubstepdreunen leiden het etherische “Epiphany” van Ethan Nicholas in, dat wordt overkapt met eigen beats. Een truc die werkt en die de Amerikaan succesvol herhaalt met Drakes “Started From The Bottom”. Om af te sluiten spreidt Flying Lotus nog wat magie tentoon in de vorm van een instrumentale herwerking versie van “S.D.S.”, een nummer dat hij voor rapper Mac Miller in elkaar stak. De bassen zijn voelbaar, de vloer aan het daveren. Homerun.
De zeurkousen zullen meieren dat Flying Lotus het publiek vanavond iets te nadrukkelijk paaide, door zijn eigen werk fel bij te kruiden met nummers van anderen. Geloof ze niet, geloof ze niet, geloof ze niet. Flying Lotus, in eender welke gedaante, heerste over de AB.