Met Double Veterans en The Prospects stonden vrijdagavond twee jonge bands op de planken van de AB die (nog maar eens) bewezen dat de toekomst van de Belgische rock veiliggesteld is.
Niet toevallig zijn Double Veterans en The Prospects getekend bij FONS Records, dat oorspronkelijk werd opgericht voor het uitbrengen van de platen van Fence. Ondertussen lijkt het gespecialiseerd te zijn in bands die heerlijk eigenzinnige gitaarmuziek brengen. Luister ook maar eens naar The Shovels, Benny Zen en JFJ. Die laatste band mag samen met The Prospects FONS vertegenwoordigen op Pukkelpop en Double Veterans mag in september de eer van het label hoog houden op Incubate Festival. Goed bezig dus!
Double Veterans klinkt vanaf de eerste noot loeihard en keistrak, ondanks het feit dat het drietal met een kater van het Burnout Festival, het showcasefestival van de Hasseltse pop- en rockschool (waar het drietal studeert), op het podium staat. De band is duidelijk fan van zowel goeie psychedelische muziek (“Beep”), rauwe garage (“Jerk”) als zomerse punk (“Beach Life”) en dat hoor je dus ook live.
Een bassist hebben zanger-gitarist Lee Swinnen (Tubelight), gitarist Thomas Valkiers en drummer Niels Meukens (ex-Crackups) niet nodig, want met z’n drieën komen ze meer dan krachtig genoeg over. Ook met een heerlijke cover van 13th Floor Elevators en een langer uitgesponnen psychedelisch nummer, waarvan de titel ons ontgaat, bewijzen ze dat ze hun instrumenten perfect onder de knie hebben. Double Veterans beuken, hebben de goeie melodieën en tegelijk is er een serieuze hoek af bij het trio. Ongetwijfeld een band die we dit jaar nog meer aan het werk zullen zien.
The Prospects lijken een al even geoefende band, maar dan in een ander genre: authentieke blues rock. Frontman Gord Achten heeft na veel muzikale omzwervingen eindelijk een band die meer dan terecht aandacht krijgt op blogs, op festivals én van Studio Brussel — de uitstekende single “What Is Tomorrow” verbleef enkele weken in De Afrekening. Met Looking Good hebben ze dan ook een heerlijke rockplaat gemaakt die nog lang rondjes zal draaien in de cd-speler.
Met bluesnummer “Leave That Kid Alone” wordt het klein uur durende optreden furieus geopend. Een extra gitarist en keyboardspeler geeft de nummers live nog extra energie en gelaagdheid. Misschien jammer dat saxofonist Igor Maseroli en trompettist Daniël Vanderhoydonks, die op plaat het nummer van een heerlijk klassiek geluid voorzien, er niet bijzijn. Een suggestie voor Pukkelpop?
Op het einde van het tweede nummer (ons geheugen laat ons weer in de steek) komt Black Sabbath even piepen en in “Better Times” zelfs Queens Of The Stone Age, maar de rode draad blijft soulvolle bluesrock. Achten, nieuweling Wouter Theunis — ongetwijfeld met glans afgestudeerd van de pop- en rockschool, wat een drummer! — en bassist Marco Simoni stralen de liefde voor het genre uit. “Treat Me” is een hoogtepuntje met de gejaagde percussie en swingende gitaren. Passioneel, funky en vooral recht uit het hart: het nummer is een mooie samentrekking van de drie eigenschappen van The Prospects.
Na een scheurend “Baby (Some Protection)” wordt toch eens een rustpunt (“Some Time Off”) ingelast. Het mooie nummer is onze favoriet van Looking Good omdat de band zo eigenzinnig klinkt en eens wat gas terugneemt. Niet dat de nummers niet kunnen overtuigen als ze stevig doorrocken, integendeel zelfs. De krachtigste nummers worden voor het einde gehouden: het heerlijk primitieve maar krachtige “What Is Tomorrow” en wilde pandoering “Wild Horse”, waarmee nog eens vlam in de pan wordt geslagen.
In een volle Wablief?!-tent op Pukkelpop gaat bij The Prospects het dak er gegarandeerd af met een gelijkaardige setlist, maar in de AB was de opkomst beschamend laag. Om met een cliché af te sluiten: de afwezigen hadden ongelijk.