Laat u niet vangen! We hebben hier immers niet te maken met een vierde deel van de Green Manor-reeks maar met een bundeling van alle eerder uitgegeven ‘graphic short stories’. Voor ons in elk geval een vreugdevolle flashback!
Echt sterke verkoopcijfers konden de drie delen met kortverhalen ons niet voorleggen. Jammer, want de verhalen zitten verduiveld goed in elkaar. Je kunt ze beschouwen als de kortverhalen in Tales of the unexpected van Roald Dahl of de tv-reeks Twilight Zone maar dan geprojecteerd in een Victoriaans decor, gevuld met elementen die zo uit een Edgar Allen Poe-verhaal kunnen komen. Je krijgt steeds een inleiding tot een vreemd verhaal, gesitueerd in de Herenclub ‘Green Manor’. Elk verhaal legt een ander personage een filosofisch vraagstuk op tafel, meestal gelinkt aan een moordzaak. Meestal leidt dit dan tot een samenzwering waarbij de leden van de club, die vaak ook connecties hebben met Scotland Yard of de lokale politie, zelf in actie schieten.
Het emotieloze en hautaine ‘stiff upper lip’-gedrag van de clubleden, vooral in de manier waarop ze zelf moorden beramen, is de ene keer hilarisch, de andere keer pijnlijk herkenbaar. Het voordeel van de personages in elk verhaal te wisselen, zorgt er voor dat de plot het eigenlijke hoofdpersonage vormt. In dit geval is het dan ook een goede zet. De plot vertrekt in de meeste gevallen van een bijzonder uitgangspunt: Hoe pleeg je een moord zonder moordenaar? Hoe pleeg je een moord waarvan de politie op voorhand plaats, tijd en slachtoffer weet? En ga zo maar voort. Scenarist Fabien Vehlman heeft het zich in elk geval niet gemakkelijk gemaakt, maar brengt het er meer dan uitstekend vanaf. De gave om ingewikkelde verhaallijnen tot een goed einde te brengen, komt evenzeer tot zijn recht in zijn meer bekende serie Alleen.
Een minder evidente keuze was tekenaar Denis Bodart. Hij verdiende zijn sporen met ietwat gedurfde (niet erg grappige) humoristische reeksen, meestal met spitsbroeder Yann, zoals Vieze Sprookjes. Toch slaagt hij er in om zijn gekende stijl volledig om te keren naar een tekenstijl die perfect weergeeft wat Vehlman aangeeft in zijn verhaallijnen en personages. Het werken met een veelvoud aan personages maakt het hem niet makkelijk. Toch kan hij zich inhouden om niet té karikaturaal te werken zonder de nodige trekken weer te geven.
De drie albums verschenen dus eerder in de inmiddels opgedoekte collectie Vrije Vlucht. Wat mij toen weerhield om ze aan te schaffen, was vooral de cover. Die sprak, ook door het lettertype, niet aan om de strip open te slaan. En kijk: Blloan heeft dat blijkbaar ook opgemerkt en heeft de bundeling de cover gegeven die ze verdient. Het lijkt op een ingebonden boek met de nodige verluchting, gouden letters én bijhorend leeslint. En dat geeft perfect weer wat je te wachten staat. Hopelijk geeft deze restyling de reeks een nieuwe adem, een veel uitgebreider leespubliek en wie weet, een vervolg? Duimen maar!