The Sense of an Ending, Flaubert’s Parrot, Levels of Life en nog een handvol andere bejubelde romans: Julian Barnes schreef op zijn vijfenzeventigste al een onsterfelijk oeuvre bij elkaar. Minder bekend en dus ook minder bemind zijn diens kortverhalen. Uit de excellent vertaalde Verzamelde verhalen, uitgegeven bij Atlas Contact, blijkt het nochtans een vorm te zijn die Barnes uitstekend ligt.
Ideeën zijn bij Barnes nooit ver weg. Het maakt de schrijver tot een epigoon van Europese vernieuwers die de roman in de eerste helft van de twintigste eeuw begrepen als kruispunten van verhaal, psychologie en filosofie, niet zelden met het accent op dat laatste aspect. Met de Thomas Manns en Robert Musils van de vorige eeuw heeft Barnes bovendien gemeen dat zijn proza zich nooit in een intellectueel vacuüm situeert: personages reflecteren over hun tijd, over de wezenskenmerken van de mensheid, over de relatie tussen het ik en de ander, en over de verhouding tussen datzelfde ik en de wereld. Niettemin is de insteek anders: waar Mann en co veelal een plot leken te weven rondom een abstracte grondlaag – het verhaal moest de achterliggende gedachten aan de man of vrouw brengen – gaat Barnes meer organisch te werk, waarbij het niet zelden lijkt alsof karakters en ideeën één worden, in het verlengde van elkaar bestaan, of allebei ontspruiten uit eenzelfde bron.
Hoewel een boek als Hoogteverschillen bestaat bij de gratie van de opgenomen bespiegelingen, komen er desondanks figuren van vlees en bloed uit naar voren. Barnes beschikt kortom over een feilloze intuïtie waarmee de context van een personage en diens gedachtenuniversum spontaan met elkaar verbonden worden, of zelfs quasi samenvallen. Het maakt dat zijn boeken nooit geconstrueerd of artificieel aanvoelen, en dat ondanks het feit dat bijvoorbeeld datzelfde Hoogteverschillen in principe een collage van ideeën is, veel meer als een lineair narratief. Barnes begrijpt dus de kunst om in een handvol alinea’s een coherent beeld op te roepen, een gedachte die ‘af’ lijkt, een waterdichte protagonist die zich in een handvol zinnen tot leven weet te wekken. Vraag is kortom: ligt de kiem van de werken waar Barnes alom om geprezen wordt niet precies in ’s mans kortverhalen besloten?
Verzamelde verhalen bloemleest uit Barnes’ drie grote verhalenbundels, met name Cross Channel, The Lemon Table en Pulse, aangevuld met een hommage aan Hemingway die de auteur oorspronkelijk in The New Yorker liet publiceren. Over het verloop van de jaren waaieren de thema’s van de kortverhalen langzaamaan uit, overigens zonder dat Polsslag minder samenhangend leest dan Over het kanaal. Nochtans is de premisse van laatstgenoemde verzameling duidelijker: in alle verhalen duiken Engelsen op die er op de een of andere manier een tomeloze fantasie over Frankrijk op nahouden. In essentie reflecteert Barnes over de Europese gerichtheid van het Verenigd Koninkrijk, gefileerd als een liefdesaffaire waarin een eigenzinnige, tegendraadse stem opduikt. De haat-liefdeverhouding van de stiff upper lip ten aanzien van het meer liberale en vrijzinnige Frankrijk, zeg maar.
Doorheen De citroentafel onderzoekt Barnes dan weer het verschil tussen zijn en schijn: personages houden verborgen wat ze denken, wanen zich groot in hun gedachten maar gedragen zich conform hun primaire impulsen, doch soms ook vice versa. Wat de mens groot maakt, is hier het aanvoelen van de ongeschreven morele codes die ons samenleven mogelijk maken. Noem het een eerbetoon aan de grootsheid van kleine, roemloze levens, ter goeder of ter kwader trouw geleefd, zo intens mogelijk. Polsslag gaat overigens verder op dezelfde teneur, nog dieper het alledaagse in, om er bij de meest wezenlijke thema’s uit te komen – tussen pot en Engelse pint, zo u wil.
Barnes-liefhebbers zullen deze Verzamelde verhalen niet alleen lezen, maar ook herlezen, en laten lezen door al wie hen lief is. Wie nog aarzelt, moet Waakzaamheid maar eens openslaan. Of De reprise. Of Een korte kappersgeschiedenis. Of – waarom ook niet? – gewoon beginnen bij het begin. Om ruim 600 bladzijden in Barnes’ literair-intellectuele speeltuin te toeven. Heerlijk is het daar!