Toen een tiental jaar geleden Uitzicht met zandkorrel verscheen, een selectie uit het kleine oeuvre van de Poolse dichteres Wislawa Szymborska, deed dit meteen verlangen naar een exhaustieve bundeling van haar werk. Van zo’n krachtige, doch bedrieglijke eenvoud is de poëzie van deze bescheiden Nobelprijswinnares dat ze de lezer nooit meer loslaat. Dit jaar stierf Szymborska op 88-jarige leeftijd en hier is het boek dat in niemands kast kan ontbreken: Einde en begin.
Weinig Nobelprijswinnaars voor Literatuur genieten zo’n grote populariteit als de Poolse dichteres Wislawa Szymborska. Dit heeft uiteraard in de eerste plaats te maken met de fenomenale rijkdom van haar poëtische output, maar ook haar persoonlijkheid speelt daarin mee. Deze vrouw had zo’n positieve en wijze, doch breekbaar-menselijke uitstraling dat het niet hoeft te verwonderen dat bij haar overlijden in februari van dit jaar heel Polen en literatuurliefhebbers van over de hele wereld in de rouw waren. Vanaf de jaren ‘60 schreef Szymborska poëzie die aan geen enkele nationaliteit of ideologie gebonden was, de kern vormden haar immer verrassende observaties met de meest diepzinnig-ontwrichtende invloed bij de lezer tot gevolg.
Het oeuvre van Szymborska beslaat uit slechts acht bundels die samen te brengen zijn in een boek van nog geen vierhonderd bladzijden. De compactheid zegt iets over de kwaliteit, die van een onuitsprekelijk hoog niveau is. Dit neemt niet weg dat haar gedichten voor iedereen toegankelijk zijn, zonder dat de lezer wordt onderschat. De toegankelijkheid zit hem in de absolute eenvoud van onderwerp en syntaxis; hetgeen de mensen er steeds opnieuw in aanspreekt, is de verwondering die uit elke regel spreekt. Einde en begin zit vol filosofie, in praktiserende vorm, vol weltschmerz, doch als ode aan het bestaan. Een gedicht als “spookdiertje” begint scherzando, en sluit af in grave, de maatschappelijke relevantie van zo’n gedicht gepresenteerd als een spel is hartverscheurend.
De dubbelzinnigheid zit op een of andere manier in bijna elk gedicht van Szymborska en dit maakt het lezen van haar poëzie zo verslavend. Al lezende raak je trouwens door Szymborska’s universum zodanig gebiologeerd dat het een onbevangenheid induceert die je extra vatbaar maakt voor haar verstorende vraagstelling. Niemand komt er hetzelfde terug uit. Wie nog niet weet tot welke ontroering het lezen van poëzie kan leiden: begin bij de melancholie van Szymborska. Fervente poëzieliefhebbers: eindelijk zijn er de verzamelde gedichten, waaraan helaas niets meer kan toegevoegd worden: Einde en begin.