Thuismatchen zijn er in soorten en maten. Je kunt ze zelfs op duizend kilometer van huis spelen, zo bewees Therapy? woensdagavond nog maar eens.
Er was dan ook een nieuwe plaat te promoten, of beter: er is iets recht te zetten, want dat nieuwe One Cure Fits All is niet bepaald de Ieren hun beste werkstuk. Maakt dat iets uit als je een album als Troublegum in je rugzak hebt steken? Niet voor een publiek dat van heimwee naar een vervlogen puberteit een actief gebeuren maakt. In de AB- Box was het weer héél even 1994 met een fijne pit en een stortvloed aan stagedivers. Kijk, lieve hardcore- en puberpunkkindjes: zó hoort het er dus aan toe te gaan bij een hard concert: zonder mekaar pijn te doen.
Van de grote zaal ging het naar de Box, en dat zegt natuurlijk ook iets: Therapy? is geen band die nog veel nieuwe zieltjes wint, en de vaste aanhang vindt langzamerhand niet altijd meer een babysit. Maar de mix van mid-twintigers en al wat oudere en dikkere rockliefhebbers heeft er wel meer dan zin in. Net als de band zelf die het met een vertrouwde grijns allemaal al even traditioneel "fan-fuckin’-tastic" vindt.
De setlist is even logisch opgebouwd als een wiskundig bewijs waarvan de uitkomst wel "fun" moet zijn: binnenkomen met "outro", er in vliegen met "Sprung" van die nieuwe plaat, en dan met "Accelerator", "Turn" en "Screamager" meteen een blik oud en goed materiaal opentrekken. Pas daarna, als er weinig meer op te warmen valt, wordt gedacht aan het promoten van nieuw materiaal. En zie: zo tussen dat bekend vreten in geserveerd, blijkt "Rain Hits Concrete" niet eens zo muf meer te smaken, "Dopamine. Serotonine. Adrenaline" daarna, is sowieso de uitschieter van One Cure Fits All.
Er ligt veel materiaal tussen die doorbraakplaat Troublegum en het recentste werk, maar dat wordt nauwelijks aangehaald. "If It Kills Me", "Polar Bear" en een geinig maar slordig geïmproviseerde jazzversie van "Rock, You Monkey" volstaan. Waarna het tijd is voor die portie hits en pandemonium losbarst: hoezo er heerst sinds jaren een crowdsurfverbod op festivals? Dit is geen festival.
Maakt het wat uit dat Therapy? op haar verleden teert als ze die nummers nog altijd met dezelfde duivelse blik en evenveel energie kan brengen? Enkel de kalende kruin van bassist Michael McKeegan verraadt hun echte leeftijd: "Isolation" (voorafgegaan door een flard "Shadowplay", ook van Joy Division) klinkt nog even acuut, "Nowhere" en "Die Laughing" blijven herkenbaar voor een publiek dat nog goed weet waar haar pubersentimenten liggen.
Dit soort nostalgiesets werkt alleen maar als een band alles kan geven, en dat doet Therapy? opnieuw. Hebben ze wat teveel negatieve recensies gelezen? Beseft de groep dat er opnieuw wat te overtuigen is? Hier wordt in elk geval niet op automatische piloot gevlogen, maar op werkzweet en dankbaarheid: voor het eerst in twaalf jaar, zo beweert de band toch, wordt "Femtex" nog eens opgedolven en meteen mag een fan de zang voor zijn rekening nemen.
In een uitzinnig "Potato Junkie" wordt massaal meegekeeld "I’m bitter, I’m twisted/James Joyce is fucking my sister!", vooraan zijn, T-shirts zijn al lang doorweekt of uitgetrokken: dit was nog eens een stomend concert. Laatste bis? Die ene "hit"-single "Diane", in een dusdanig verschroeiende versie dat het al behoorlijk rauwe origineel van Grant Hart tot popmuziek wordt herleid.
Laat deze groep nog maar even op voorbije glorie teren: als het op deze manier kan, dan mag dat. Vlaanderen is zo’n lap grond waar men zijn artiesten graag lang blijft koesteren in plaats van voor de volgende hype te kiezen, en concerten als deze doen een mens begrijpen waarom. Therapy? is zo’n groep die een mens om de zoveel tijd eens moet gezien hebben om er weer even tegen te kunnen.