Shame: omdat ook uw zomer straks in de fik mag.
Hoezo gitaren zijn uit de mode? HOEZO? HÉ? Leg dat nog maar eens uit, nu we Shame net gezien hebben. Punk is terug, motherfuckers, en het is welbespraakt maar nog even confronterend als toen het voor het eerst post-punk werd genaamd. Fuck dat voorvoegsel trouwens, Mark E. Smith heeft daar volgens ons ook nooit om gegeven, en laat ons net zijn nagedachtenis meermaals door het hoofd zijn geschoten bij zanger Charlie Steen.
Hij kan niet zingen; dat is zo, maar dat geeft hij al na drie nummers zelf toe, “but do I give a fuck?” Wie als eerste nummer dat “One Rizla” schreef, wist dat hij iets aangeboord heeft. Steen moet helemaal geen zoetgevooisde strot hebben, als daar twee gitaristen zijn die de boel in de fik kunnen steken met een loeihete gitaarriff. Een song als deze verkoopt zichzelf zo wel. De aanvalskreet van dit anthem? “You’re clinging to conflict! Just let go!”. Humor.
Wat hebben we dan al gehad? Opener “Dust On Trial” die al eens een gitaar van Parquet Courts (Sweep! Sweep!) heeft gehoord, en het betonharde “Concrete” dat met elke kreet van Steen harder de rand van de waanzin aftast, tot gitaristen Sean Coyle-Smith en Eddie Green er een aftelrijmpje in smokkelen. Goed geprobeerd, maar alle gehos van bassist Josh Finnerty ten spijt, is het toch Steen die ogen aan zich gekluisterd houdt. Een ster zal er nooit uit dit bonkige lijf geboren worden, wel de interessantste frontman van zijn generatie.
Steen heeft namelijk iets te vertellen. “Do you ever help the helpless? Do you give them any time? Do you ever bully your conscience?” vraagt hij in “Friction”, en je voelt je betrapt in je comfortabele leven. Het bizarre verhaal van “The Lick” – “So I went to the gy-ne-co-lo-gist” – lijkt alleen maar absurd, terwijl de gitaren twijfelen tussen Fugazi of toch maar het binnenstebuiten gedraaide van Slint. De stem van een generatie? Nou, neen, maar hoogst uniek is het wel.
Puntje van kritiek? Shame heeft zijn bisnummers daarmee gespeeld. Wat volgt is net dat tikje minder impressionant, maar nog altijd een goeie tien op de versterker. “Angie” is dan weer de ietwat epische plaatsluiter die hier vrij onopgemerkt passeert. Eén nieuw nummer laat echter horen hoe de band zijn kunstjes langzamerhand nog beter onder de knie krijgt. De gitaren zwemen half naar het melodieuze van The Smiths, Steen lijkt zowaar te gaan zingen – hij kan het wel degelijk. Het bewijst dat deze groep nog maar aan het begin staat.
Shame was vijftig minuten opzwepend en opwindend, en deelde kort gesteld een flinke oplawaai van een concert uit. Vijftig minuten is precies de tijd die een festivalset gemiddeld duurt. Het wordt een mooie zomer.