Ja hoor. De heren Loisel en Tripp zijn — weeral — aan het voorlaatste deel van Magasin general toe. Eind 2013 krijgen we met deel 9 — wellicht — eindelijk het slot van de reeks voorgeschoteld. In De vrouwen kiezen ze resoluut voor een feelgood-aanpak die de intensiteit van de eerste delen verruilt voor een portie pastorale chicklit.
Acht jaar geleden maakten we voor het eerst kennis met Marie, Gaëtan, Réjean, en later ook met Serge en de andere inwoners van Notre-Dame-des-Lacs. De jaarlijkse nieuwe Magasin general stond al die tijd garant voor ontroerend leesvoer, ideaal om ’s winters bij weg te zakken in je zetel (hardcover- en softcoverversie worden niet toevallig net voor en na nieuwjaar uitgebracht). Loisel en Tripp gaven daarin vorm aan een realistische, herkenbare dorpsgemeenschap. De inwoners werden liefdevol voorzien van zorgvuldig uitgewerkte karaktertrekken; de hoofdpersonages waren werkelijk betoverend in al hun schoon- en lelijkheid.
Hoofdthema van deze traag lezende succesreeks is de ontluikende vrijheid van het individu, en de manier waarop die drang naar zelfbeschikking botst met door de (kleine) samenleving opgelegde beperkingen en verwachtingen: de homo die zijn geaardheid moet verbergen onder het mom van een oorlogswonde, de priester die openlijk twijfelt aan zijn geloof, de vrije liefde die de mannen in het komende deel bij hun terugkeer uit het bos niet zullen kunnen appreciëren… Op de achtergrond sluipt het moderne leven het dorp binnen. Voor sommigen een angstwekkend beeld, voor anderen een welgekomen verandering. Steeds opnieuw worden de personages gedwongen een compromis te vinden.
Ook in De vrouwen verzorgen de twee auteurs weer samen het scenario én de tekeningen. Loisel schets de bladspiegel en de composities van de plaatjes; Tripp zorgt voor de details en het clair-obscur. Samen werken ze de verhaallijnen uit. Die combinatie — een virtuele auteur volgens de flaptekst (we doen een voorstel: de Maeve Binchy van de strip) — levert nog steeds mooie albums op. Het eindresultaat met zijn pasteltinten is danig picturaal waardoor het geheel in het verleden, ondanks het opmerkelijke spel met licht- en schaduwpartijen, steeds zacht overkwam. Sinds Charleston (deel 7) begon de tekenstijl lichtjes te verruwen, zonder het totaalbeeld al te veel te beïnvloeden; een evolutie die ook in De vrouwen een vervolg kent.
Die ietwat groffere toets gaat helaas hand in hand met drukkere plaatjes die minder uitgepuurd zijn dan voorheen. De auteurs lijken meer in elk kadertje te willen krijgen: meer personages, meer voorgrond, meer anekdote. Dat maakt dat er minder plaats is voor de leegte die deze strip in het verleden ver boven de middelmaat deed uitstijgen. Het is detailkritiek, maar toch: we missen die rake, rustgevende compositietjes met veel ademruimte voor de personages.
Wat ons meer zorgen baart, is de gewenning die we tijdens het lezen ervaren. Waren de eerste delen nog ronduit meeslepend, in De vrouwen begint het recept stilaan te vervelen. De existentiële vragen en conflicten waarmee de inwoners geconfronteerd worden, voelen na acht delen aan als een onhandig trucje, eerder dan als een nodige wending in het verhaal. Dat pastoor Réjean een geloofscrisis ging krijgen die consternatie in het dorp zou veroorzaken, wisten we al geruime tijd. Is het dan nodig om daar nu een half album aan te wijden? Per slot van rekening heeft deze toestand weinig invloed op het verdere gebeuren in het dorp; de verbijsterde dames Gladu niet te na gesproken. Ook de andere nieuwigheden die Loisel en Tripp het verhaal binnensmokkelen hangen als los zand aan mekaar. Met de beste wil van de wereld kunnen we ons de volgorde van de gebeurtenissen al niet meer herinneren.
Wat zich indertijd aandiende als een sterke reeks met heel wat potentieel begint stilaan te lijden onder verhaaltechnische slordigheden. Misschien moeten de auteurs deze keer hun woord houden en van deel 9 echt het slot van de reeks maken. Laat ons hopen dat ze in schoonheid eindigen.