Volgens enkele Zuidelijke Nederlanders was “Tilbörg” op vrijdagavond niet de place to be voor een tientje wiet maar wel voor de postrock van het Ierse God Is An Astronaut. De hersenen waren dan niet verdoofd, het trommelvlies wel na een korte maar verre reis in het ijle.
Het Utrechtse Atlantis — “Etlentis” zo te horen — was de aperitief voor een bijna volgelopen Kleine Zaal. De mix van repetitieve industriële beats en gitaartokkels steeg de meesten niet naar het hoofd maar wel de vraag: “waar blijft nou die drummer tussen die gitarist en twee Mac-mannen op het podium?”. Na een set vijfentwintig minuten was ook het drietal verdronken in een muzikaal dilemma tussen postrock en ambient. En wij zijn er nog steeds niet uit.
Het enthousiaste applaus tijdens de spacey intro en het daaropvolgende “sshtt!”-gefluister waren symbolisch voor de gemoedelijke atmosfeer in het popcentrum. Tijdens openers “The End Of The Beginning”, “Shadows” en vooral “Tempus Horizon” werd de gloed van zonne-uitbarstingen gevoeld, zo ook de onaardse trillingen van de PA in de oren. “Fragile” stuurde menig postrocker op zijn Frank De Winnes samen met een geprojecteerde Laika de ruimte in, vredig op gitarist Torsten Kinsella’s ijle esoterische gezangen. De setlist werd — met de twee Dunk!-passages in Zottegem in het achterhoofd — duidelijk door elkaar geschud, met een tikkeltje meer aandacht voor het titelloze album. De nieuwere nummers “Shadows”, “Echoes” en “Zodiac” waren alvast minder boeiende etappes dan de pakkende melodie in pakweg “Far From Refuge”.
Of het nu de projectie van ontploffingen, bommenwerpers of een woeste zon bij “Sunrise In Aries” en zwarte predikanten “Radau” was, alles leek perfect synchroon met de muziek. Geluidstechnisch zat ook alles als een minutieus voorbereide ruimtereis in elkaar, één fout zou fataal geweest zijn voor een enthousiast publiek.
Over het postrockgenre kan je blijven zeuren. De ene valt in slaap bij de voorspelbare opbouw, de andere beweert dat de huidige bands tien jaar te laat zijn. Maar ook God Is An Astronaut ging die avond koppig door met zijn begeesterende melodieën, soms poppy, soms vredig, soms beestig zoals Mogwai. Het apocalyptische “Route 666” was het beste voorbeeld van hun agressief kunnen, langs gitaaruitbarstingen en sterk drumwerk van Lloyd Lanney uitmondend in een krakende feedbacknoise van de Kinsella’s instrumentarium.
Na een reis van amper een uur en een kwartier, zonder kleppers als “Fire Flies And Empty Skies” en “All Is Violent, All Is Bright”, kwamen we veilig met beide voetjes terug op de grond. En waarom geen lancering van op bijvoorbeeld Dour volgende zomer? Die stek verdienen deze Ierse astronauten nu zeker.