Het vinden van een evenwicht tussen een volwaardig levensverhaal en aanpassing aan het stripformaat is wellicht de grootste uitdaging voor de auteurs van de aanhoudende stortvloed aan biostrips. Een balans die de heren Vandermeulen en Casanave niet echt lijken te hebben gevonden.
De uit de Brusselse underground afkomstige David Vandermeulen, die tot nog toe een ecclectisch oeuvre bij mekaar heeft gepend (van lollige kinderboeken tot een geschilderde biografie van de Duits-Joodse chemist Fritz Haber wiens werk zou leiden tot de ontwikkeling van Zyklon B), vormde eerder al eens een team met tekenaar Casanave. Hun bleke reeksje Onderzoek van Commissaris Crémèr bleef niet onterecht onder de radar. Patrice Larcenet, broer van Manu (De dagelijkse worsteling, Blast…), is net als toen ook nu weer verantwoordelijk voor een zachte, consequente inkleuring.
Onderwerp van dit dunne album (67 pagina’s) is Percy Bysshe Shelley, een van de allergrootste dichters die de Angelsaksische wereld voortbracht. Shelley (1792-1822) was auteur van een aantal tot de canon behorende gedichten en had een maatschappijvisie die zijn tijd ver vooruit was. Zo was hij atheist, vegetariër en pacifist. Pogingen om zijn overtuigingen kenbaar te maken — bijvoorbeeld door een traktaat over atheisme — veroorzaakten argwaan bij de gevestigde orde zodat Shelley steeds met excommunicatie flirtte. De zoektocht naar een uitgever voor zijn boeken was nooit evident. Ook zijn privéleven was behoorlijk tumultueus. Hij liet zijn zwangere vrouw in de steek om er met twee zussen vandoor te gaan en stierf op 29-jarige leeftijd nadat zijn boot zonk voor de Italiaanse kust. Sindsdien zijn complottheorieën over een moord nooit veraf geweest.
Een van die twee zussen waarmee de dichter de wijde wereld in trok, was Mary Shelley, met wie Percy zou hertrouwen. Zij was de auteur van het wereldberoemde horrorverhaal Frankenstein en is het hoofdpersonage van het tweede, in het Nederlands nog te verschijnen deel van deze biostrip. Het complexe en intrigerende leven van deze twee tenoren van de Engelse literatuur wordt in het eerste deel door het Frans-Belgische auteursduo alvast heel oppervlakkig uit de doeken gedaan. Percy noch Mary Shelley lijken een schrijversleven te leiden. Ze zijn vooral bezig met flirten en zich halsoverkop in de problemen werken. Nevenpersonages, andere zwaargewichten zoals Lord Byron en William Godwin, worden niet uitgediept en lijken eerder kartonnen decorstukken. Wat rest is een liefdesverhaaltje met enkele overjaarse pubers in de hoofdrollen, waarin minder dan niets enige richting aangeeft. Wat ons betreft had de strip evengoed over Janneke en Mieke kunnen gaan, met dat verschil dat de auteurs dan zelf de lotgevallen van hun personages hadden moeten verzinnen.
Het tekenwerk van Casanave, die uit de theaterwereld komt en zich geruime tijd bezig hield met stripadaptaties van toneelstukken, doet weer verdacht veel denken aan dat van Blain en Larcenet. Vooral Christophe Blain blijkt een grote inspirator. Casanave imiteert houdingen, neuzen, kadrages… Spijtig genoeg stelt hij zich in zijn los tekenwerk veel te braaf en onuitgesproken op, alsof hij vooral voor een gemiddeld Vandersteenpubliek wil werken, wat Percy in het niemandsland doet eindigen.
Wat zich aankondigde als een geweldig idee — de Shelleys waren nu niet bepaald oninteressante types en Blloan manifesteerde zich eerder als kwaliteitslabel — draait dus uit op een ietwat teleurstellende strip waarvan de onopvallendheid nog het meest opvallende kenmerk is.