AB, Brussel, 18 maart 2009
Het beestenbos hoeft niet altijd boos te zijn. Beneveld en
euforisch mag ook wel een keertje. Gisteren in de AB bijvoorbeeld,
toen de prettig gestoorde freak-psych- en electropoppers van Animal
Collective het podium tot hun habitat omtoverden.
Hoewel het Amerikaanse trio hun wisselvallige livereputatie opnieuw
met een veelkleurige fluostift onderstreepte, gedroegen Avey Tare,
Geologist en Panda Bear zich allesbehalve als leeuwen in een coma.
Wat ruiste er dan wel in het struikgewas? Psychedelische
bestialiteiten en muzikale spacecake die nu eens slaapverwekkend
waren om dan weer aan te zetten tot een roes waar een bak Delirium
Tremens niet tegenop kan. Zag u geregeld roze olifanten en andere
viervoeters rondzweven? Geloof ons, u was niet alleen!
Alvorens Animal Collective uit z’n kooi werd gelaten, mocht
Pantha du Prince de zaal opwarmen. En het moet
gezegd: het alter ego van de Duitser Hendrik Weber kweet zich
behoorlijk van zijn taak. Hoewel de man gehuld in een zwarte
kapmantel de bühne betrad, kregen we niet de subsonische waanzin of
gulzig slokkende duisternis van Sunn O))) te verwerken. In plaats
daarvan schipperde Pantha du Prince vakkundig tussen de minimal van
Ellen Allien en de gebroken klanklandschappen van James Holden. ‘s
Mans set balanceerde moeiteloos op de dunne grens tussen dansbaar
en intrigerend en vormde daardoor niet te versmaden oorsnoep voor
brein en ledematen.
Animal Collective, dan! De verwachtingen voor de
komst van de eclectische zotskappen waren hoog gespannen na de
release van ‘Merriweather Post Pavilion‘, en terecht. De
band leverde niet alleen één van de platen van het jaar af, maar
hield tegelijkertijd ook nog eens een unieke genremix boven de
doopvont. Tegen hun golven van popmelodieën met zeeschuim van
synths, beats en psychedelische zotternijen was alvast geen
kritisch kruid gewassen. Het was dan ook des te frustrerender om te
horen hoe Animal Collective hun loepzuive avantpop soms liet
verglijden tot een metalige, papperige brij waar de nodige
slaapppillen doorheen gemixt waren.
Nu kwam die transformatie niet als een donderslag bij heldere
hemel. Tussen Animal Collective op het podium en op plaat heeft
namelijk altijd al een Grand Canyon-achtige kloof gegaapt. Zo
draaien de Amerikanen er hun hand niet voor om hun meest poppy
nummers te doen ontaarden in naar mottenballen meurende
psychedelica. Niet anders in de AB: na een felle opener waarin de
beats ongenadig op de nieren beukten (een uur later pisten we nog
bloed) werd ‘Guys Eyes’ gevierendeeld door zware bassen en beats om
zo te verdrinken in een waterig afkooksel van de plaatversie.
Ook uit ‘Taste’ en ‘Also Frightened’ werd alle dromerige
subtiliteit gedraineerd en verzandden de gouden vocale popmelodieën
van Avey Tare en Panda Bear in ijl gewauwel dat veel weghad van
blatende ooien in barensnood. Gelukkig profiteerden het geweldige
‘Summertime Clothes’ en ‘My Girls’ wel van die doortastende,
pompende electronica-aanpak. In plaats van een bloemenhemd van
melodieën kreeg het eerstgenoemde nummer een opwindend pantser van
beats aangemeten waarin het stemmenwerk niet verloren ging en op de
synthloop van de laatstgenoemde springveer was het heerlijk uit de
bol gaan. Feest, eindelijk!
En het werd plots nog leuker. Na een ronkende intro mocht een
fabuleus tweeluik de set afsluiten. Eerst zette ‘Fireworks’ de zaal
in vuur en vlam, waarna het fantastische ‘Brother Sport’ de kroon
op het werk mocht zetten met een klinkende apotheose die deed
suizebollen. Psychedelica en opwinding stonden elkaar plots niet
meer in de weg en melodie en beats stopten met ruzie maken. Na dit
hoogtepunt besloot de band echter nog terug te komen om met lengtes
voorsprong het saaiste nummer van de avond te brengen. Animal
Collective ten voeten uit!
En zo schipperde Animal Collective een avond lang tussen briljant
en irritant. Op de beste momenten van het concert werd de AB een
ongeleid projectiel in outer space waarin het heerlijk
luchtfiguurtjes tekenen was, maar even vaak stonden we ons
boodschappenlijstje voor de volgende dag neurotisch af te lopen.
Daarmee bewees de band eens te meer dat bokkige eigenzinnigheid
zowel een kracht als achillespees kan zijn. En wilt u ons nu
excuseren: we gaan ‘Merriweather Post Pavilion’ nogmaals door de
iPod jagen.
‘Merriweather Post Pavillion’ is uit bij Munich.