Het gaat niet goed met Canardo, onze favoriete misantrope medemens met een eendenuiterlijk. Niet alleen zit hij in de cel, maar zijn geestelijke vader is steeds minder bij zijn leven betrokken, met een halfbakken album als resultaat.
Een extreme winter, zo werd het 25ste album van Canardo gedoopt. Reden tot vieren is dat jubileumnummer echter niet. In het ondertussen bekende Belgamburg gaat het er alles behalve fijn aan toe. Niet in het minst voor Canardo, die we in de cel terug vinden. Na een misdaad wil het volk immers gerechtigheid geschied zien en onze geliefde eend bleek de ideale zondebok om een tijdje achter slot en grendel te belanden.
Er gloort echter licht aan het einde van de tunnel: de hertogin van Belgamburg wil Canardo eventueel vrij laten, op voorwaarde dat hij haar vader helpt terugvinden. Die arme oude man, Léon van Belgamburg, blijkt behoorlijk de pedalen kwijt. Zijn dochter ontvangt filmpjes waarin de man vastgehouden wordt door jihadisten die dreigen hem een kopje kleiner te maken als er geen grote som geld overgemaakt wordt. Gezien jihadisten geacht worden weinig waarde te hechten aan materieel bezit en hun gevangenen doorgaans geen oranje voetbaltruitjes dragen, ruikt de hertogin onraad. Canardo belandt vervolgens in een wespennest van valse en echte religieuze fanatici die zich, verkleed als scouts, uitgeven voor filmmakers.
Wie met religieuze gekken aan de slag gaat, heeft natuurlijk een vette kluif klaar voor een hoofdpersonage dat geen hoge pet opheeft van het mensdom. Maar in plaats van vlijmscherp uit de hoek te komen, voelt het hele album enigszins suf aan. Canardo walst op automatische piloot door het verhaal, zijn grappen zijn zelden om te lachen en zelfs het tekenwerk voelt gekunsteld aan.
Deels is dat laatste te wijten aan een slordige vertaling: woorden die zomaar op beeld geplakt zijn over de oorspronkelijke Franse tekst geven het geheel een slonzig uitzicht. Daar zou een mens vlotjes over lezen als het verhaal je de diepte in trekt, maar door gebrek aan interessants op dat vlak, springt elke detailfout in het oog.
Dat Canardo al een tijdje over zijn piek heen is, daar viel enigszins mee te leven. Elke langlopende reeks heeft zijn creatieve top, maar uitbollen kan ook zachtjes, niet met de wispelturigheid van hoge pieken en diepe dalen. Wanneer een eend op dergelijke manier zijn scherpte verliest, dan wordt het moeilijk een van je favoriete personages, en reeksen, te blijven koesteren.