Als u het ons vraagt, was Cian Nugent’s tweede plaat Born With The Caul een van de beste van 2013. Feeststemming dan ook op het Enola hoofdkwartier toen Vooruit hem samen met zijn band The Cosmos boekte. Voeg daar dan nog de gitaarrariteiten van Sir Richard Bishop en de experimentele krachttoeren van het Flower Corsano Duo (niet gezien met dank aan een uitlopend programma en de NMBS) aan toe en je krijgt een bijzonder mooie affiche voor liefhebbers van gitaarmuziek allerhande.
Ondanks die ijzersterke plaat kreeg de jonge Ier Cian Nugent wel maar een dik halfuurtje speeltijd toegewezen als opener. Dat is weinig voor een band (bas, drums, viool, orgel en gitaar) die van intense langgerekte jams zo ergens tussen folk, blues, 70s rock en krautrock zijn handelsmerk heeft gemaakt. Dat er slechts twee composities gespeeld werden, is dan ook tekenend. Inzetten gebeurde met “Hire Purchase”, een song die in twee delen werd uitgebracht als beperkte 7”. De tweeledigheid viel ook hier op wanneer de song na een meditatief eerste deel in elkaar stuikte, met slechts een orgeldreun en vioolgeknars die de stroom gaande hielden waarna Nugent met een zwierige melodie de song in tweede versnelling katapulteerde.
Stond de band nog wat onwennig te spelen in de opener met overgangen die niet altijd even vlot verliepen, dan werd in het mastodontische “Houses Of Parliament” veel meer indruk gemaakt met strak samenspel, repetitief gedreun en een meeslepende opbouw. Op plaat is deze kolos van twintig minuten al een danige tour de force, maar live knalde het allemaal nog veel meer opwindend en opzwepend. Het brengt dan misschien weinig muzikaal nieuws naar de tafel, geïnspireerd als het is door zulke bands als The Grateful Dead, The Doors en 13th Floor Elevators, maar het is wel een bijzonder goeie uitvoering. Minpuntje dan toch? Ondanks de duidelijke jambehandeling is het duidelijk dat Nugent nog wat weinig plaats liet voor de bandleden die in een wel erg begeleidende rol werden geduwd. Op plaat is daar niets mis mee, maar live concerten zouden een mooie gelegenheid kunnen zijn om het groepsgeluid meer open te trekken.
Al helemaal geen groepsgeluid bij Sir Richard Bishop dat, sinds het imploderen van zijn legendarische trio Sun City Girls een slordig decennium geleden, steevast op zijn eentje de baan op trekt. Het hypereclecticisme en de bizarre humor van die band blijven echter resoluut doorleven in de solo sets van excentriekeling Bishop. Een eerdere keer zagen we hem een quasi volledig op zijn gitaarspel gefocuste set spelen, met de nadruk op Midden-Oosterse meditaties, jaren vijftig jazz en acrobatische snaarcapriolen, maar in de Balzaal trok hij resoluut de kaart van de onvoorspelbaarheid.
Al was ook hier die gitaarnadruk zeker aanwezig. Openen deed hij bijvoorbeeld met het indrukwekkende “Howrah Station” uit succesalbum Fingering The Devil: een langgerekte, op Arabisch taqasim gebaseerde duiveluitdrijving die balanceerde tussen opjuttend geshred en galmende notenslierten. De geest van Omar Khorshid, een Egyptische ster uit de jaren zeventig die psychedelica en klassieke Arabische muziek met elkaar vermengt en een groot voorbeeld vormt voor Bishop, werd zoals steeds als het ware vanuit de gitaarhals opgeroepen. Ook het inmiddels klassiek geworden “Abydos” wist met zijn flamencofurie weer behoorlijk indruk te maken. Verderop in de set passeerden nog enkele andere gitaaruitwerkingen vol gladde jazzakkoorden, vingervlugge riedels en wellicht boordevol muzikale citaten (we zijn te weinig muziekencyclopedie om ze te herkennen) die het eclectisch gitaartalent van Bishop nog extra benadrukten.
Opvallend was echter wat Bishop tussen die gitaarstukken ten tonele bracht: cynische maar hilarische songs over onder meer infanticide, sadomasochisme, ideologisch geïnspireerde cokesnuivers en totale waanzin waar ook wij geen touw aan konden vastknopen, met olijke muzikale begeleiding als waren het klassiekers uit het oeuvre van Johnny Cash of Woody Guthrie. Het had iets bijzonder theatraal om Bishop met waanzinnige ogen de zaal in te zien staren terwijl hij die wrange teksten in een wijd arsenaal aan stemvervormingen ten gehore bracht. Entertainend was het zeker, vooral dan in de eerste paar songs, maar het was toch vooral in de gitaarmeditaties dat eenzaat Bishop echt wist te overtuigen.
Zo werden er twee behoorlijk verschillende uiteinden van de gitaarhals verkend in Vooruit door relatieve jongeling Cian Nugent en betrekkelijke bompa Sir Richard Bishop (het Flower Corsano Duo vertoonde ongetwijfeld nog een volledig ander spectrum). Bishop bevestigde dat hij een van de opvallendste figuren in gitaarland is en Nugent dat hij een de grootste opkomende talenten is. Alleen mag hij bij een volgende passage wel wat meer speeltijd toegewezen krijgen.