Er zijn zo van die filmprojecten waarvan je onmiddellijk denkt: “dit moet wel het slechtste idee in de geschiedenis van slechte ideeën zijn”. Een film over de blokjeswereld van Lego leek er zo eentje. Je ziet de dollartekens in de ogen van de hoge piefen van Lego en filmstudio Warner Bros. zo verschijnen. Wat maakt het uit of het nu een goede film oplevert? De blokjes zijn populair genoeg bij jong en oud om geld op te brengen, zowel aan de bioscoopkassa’s als in de speelgoedwinkels. En kijk, The Lego Movie heeft zich de eerste grote blockbuster van het jaar bewezen en stapelt de dollarbiljetten lustig op. Maar leveren dat nu ook een goede film op? Wel, het kaliber van een Toy Story hoef je niet te verwachten, maar de stemmencast, het salvo aan gags en een verhaal vol knipogen zorgen voor aangenaam vertier.
Centraal in dit kleurrijke verhaal staat Emmet (Chris Pratt), een gewoon en naïef legofiguurtje dat overweldigend optimistisch in het leven staat, ook al stelt zijn bestaan als bouwvakker niet veel voor. Vrienden heeft hij ook niet. Hij is een grijze muis in de drukke Lego-wereld. Maar dat trieste lot verandert al snel wanneer hij per ongeluk terechtkomt in een ander deel van het Lego-universum. Hij stuit op het zogenaamde Piece of Resistance, een legoblokje dat volgens de legende moet voorkomen dat de kwaadaardige Lord Business (Will Ferrell) de wereld verwoest met het superwapen Kragle. Het machtige legoblokje hecht zich aan Emmet’s rug, waardoor hij opgepakt wordt door Bad Cop (Liam Neeson), een handlanger van Business. Emmet weet te ontsnappen met de hulp van Wyldstyle (Elizabeth Banks). Hij krijgt te horen dat hij de uitverkorene is om Business te stoppen en de Lego-wereld te redden. Zoals verwacht, loopt dat niet van een leien dakje.
De regie van The Lego Movie ligt in handen van Phil Lord en Christopher Miller, een duo dat de afgelopen jaren met Cloudy With a Chance of Meatballs en 21 Jump Street bewees dat ze leuke en degelijke komedies kunnen afleveren, waarbij het verhaal er niet enkel als versiering aan vastgekleefd is. Die lijn zetten ze nu voort met The Lego Movie, met een verhaal dat wel het resultaat lijkt van een totaal geflipte brainstormsessie, maar dat wél een gepast kader voorziet voor de humor. Hoewel zowat alle gekende figuurtjes de revue passeren, probeert het duo om er meer van te maken dan enkel een cash grab. Ze willen zowel de allerkleinsten als het volwassen doelpubliek tevreden houden en voor het grootste deel slagen ze daar ook in. Om de volwassenen wakker te houden beroept de film, zoals zo vaak gebeurt in hedendaagse comedy, zich op referenties naar de popcultuur. Figuren als Gandalf, Han Solo, de Ninja Turtles en Dumbledore komen allemaal even kijken. Maar het is pas met een grote bijrol voor Batman dat de makers het publiek echt voor zich winnen. Will Arnett amuseert zich te pletter als de legoversie van de gekende superheld, terwijl de makers op hilarische wijze het persona van Batman uitspelen.
The Lego Movie is een energieke symfonie aan personages, kleuren en impulsen. Dat werkt wel tijdens de eerste twee luiken van de film, maar in het derde deel proberen de makers te krampachtig te voldoen aan de conventies van de Hollywoodcinema, waardoor de legoblokjes uiteindelijk uit hun voegen barsten. De hyperactiviteit van de film schiet dan plots in overdrive, zodat je als kijker even naar adem moet happen. Het feit dat de finale ons deed denken aan die van een Transformers-film zegt genoeg. De film verlangt plots het uiterste van je zintuigen, wat al snel zeer vermoeiend werkt.
Zonder te veel te verklappen, kunnen we ook meegeven dat het einde van de film een verrassende wending neemt, die fungeert als pleidooi voor kinderlijke verbeelding en fantasierijke onschuld. Dat mag, zeker als het de film een hart geeft, maar het wordt met zulke opzichtige dialogen aan de man gebracht, overgoten met een sterke Amerikaanse moraal, dat het verschrikkelijk doorzichtig wordt. Je vraagt je zelf af of de twist aan het einde nu ook een grote mop is, maar uiteindelijk blijkt dat Miller en Lord het écht menen. Het probleem is dat het slecht en slordig is geschreven, waardoor het elk greintje geloofwaardigheid of effect mist. Dat is jammer, want hadden ze er een einde aan gebreid dat oprechter en meer doordacht was, had The Lego Movie uiteindelijk meer kunnen zijn dan enkel een tirade aan moppen en oneliners. De film heeft immers in opzet een leuke ondertoon met een lichte politieke en actuele knipoog, maar ook dat wordt tenietgedaan door het slordige breiwerk aan het einde.
Jammer dus dat The Lego Movie op een sisser afloopt, maar doorheen dit batshit crazy stukje animatie is er nog wel genoeg om van te genieten. Je kan je ogen uitkijken op de animaties, maar het is onmogelijk om elk detail tijdens de eerste visie te verwerken. Je krijgt niet een wereld, maar verschillende werelden, waarbij je innerlijke Lego-nostalgicus constant naar het scherm zit te wijzen naar de dingen die je herkent en je kinderlijke zelf doet tuimelen van plezier. De personages en de stemmencast zijn ook een grote aanwinst. Rijzende ster Chris Pratt neemt de stem van Emmet voor zijn rekening en doet dat met de nodige sympathie en aandoenlijkheid. Will Ferrell, Will Arnett, Elizabeth Banks en Alison Brie zijn enkel maar geslaagde toevoegingen aan die cast.
Amerikaanse recensenten moeten eens leren hun enthousiasme in te tomen en rationeel beginnen denken, want een nieuw animatiemeesterwerk is het niet geworden. Eerder een geslaagd debuut van de animatieafdeling van Warner Bros., dat er in slaagt om over de generaties heen voor de nodige pret te zorgen. Plezierig filmpje, tot hij op het einde plots niet meer plezierig is. Everything is awesome: misschien voor Emmet, maar niet voor ons.