Wat een gek mannetje is die Trevor Powers van Youth Lagoon toch. Wist zondagavond in de Botanique niet goed te kiezen tussen een psychedelische fantasiewereld en experimentele stand-upcomedy en eindigde met een langgerekt pleidooi voor de legalisering van allerhande drugs.
Vorig jaar kwam Powers nog zijn indie dreampop-meesterwerk The Year of Hibernation voorstellen in de Rotonde, slechts geassisteerd door een gitarist en een petje op zijn krullenbol. Ditmaal kwam er genoeg volk opdagen om de grotere Orangerie te vullen, ging de aandacht bijna uitsluitend naar tweede worp Wondrous Bughouse, en kreeg Powers versterking van een driekoppige langharige ritmesectie. Het petje was dan wel weer thuisgebleven.
Opmerkelijk wat voor gewaagde sprong Youth Lagoon maakte in de korte periode tussen toen en nu: van introverte lo-fi-winterslaapliedjes ging het naar extraverte, repetitieve en hoogst psychedelische elektronische rockmuziek. Opener “Attic Doctor” was zo al meteen paardjesmolen voor gevorderden. Meteen werd duidelijk dat de klemtoon ook live zou liggen op elektronische effecten en een dikke laag psychedelische geluiden, die de songs ondergeschikt maakten aan de gehele muzikale trip.
Het tekende voor een sterk begin dat werd doorgetrokken met het zweverige “Sleep Paralysis” en een opmerkelijke “Cannons”. Dat laatste nummer mag dan wel een van de weinige uitstapjes naar de eerste plaat zijn, de potige versie waarin de band het bracht, paste perfect binnen de sfeer van de avond. Een langgerekte impressionistische avondwandeling doorheen het repertoire van de groep volgde, waarbij het vaak zoeken was naar begin of einde van songs.
Allemaal goed en wel, maar de lang uitgesponnen intro’s die er een trippy geheel maakten, waren iets te veel van het goede. Powers onderbrak daarenboven een aantal keer de roes wanneer hij als een guitige hobbit vanachter zijn synth kwam om het publiek te groeten. Het had veel weg van een vreemdsoortige maar lollige stand-upcomedyperformance, waardoor we nu bijvoorbeeld weten dat Cast Away nog steeds zijn favoriete film is en dat men enige negatieve uitlatingen over sport bij voorkeur beter voor zichzelf houdt.
Kiezen is verliezen: in het wonderlijke gekkenhuis waarin Youth Lagoon zich vandaag bevindt, is geen plaats meer voor enkele pareltjes van het eerste album. In de plaats daarvan kregen we demet vuisten bewerkte keyboards in “Pelican Man” en georkestreerde chaos tijdens “Dropla”, waarin Powers wanhoopskreten spuide als een trolletje uit de hel.
“This is our time together… Ain’t it special?”, vroeg Powers ergens halfweg. Dat was het in elk geval. Laat Youth Lagoon dus maar lekker verder evolueren en experimenteren. Want hoewel er best wel wat aan te merken viel op de performance van zondagavond, was het een fijne trip.