Geef toe: meestal zijn ze uw geld niet waard, die verzamelaars van uw favoriete groep die u in de winkel vindt. De platenfirma denkt dat enkel singles in aanmerking komen en een artiest zelf is ook al zelden goedgeplaatst om eigen werk te beoordelen. Tijd dus dat het eens aan professionals wordt overgelaten, en wie beter dan een team kenners van enola om maandelijks de vijftien beste tracks van een artiest te selecteren. Deze maand: het beste van Queen.
1. Innuendo
Met zijn duurtijd van 6,5 minuten en onvoorspelbare structuur was “Innuendo” een even onwaarschijnlijke nummer één als “Bohemian Rhapsody” vijftien jaar eerder. Als het resultaat van een jamsessie tussen Brian May, Roger Taylor en John Deacon zorgde “Innuendo” ervoor dat de jaren waarin de groepsleden elkaar naar het leven stonden om toch maar hun nummer op de plaat te krijgen nu slechts vage herinneringen waren, maar voor vele fans van het eerste uur was het vooral een heugelijke terugkeer naar de barokke bombast van “The March Of The Black Queen” van Queen II.
Hoogtepunt: 0’07” Het dreigende marsritme doet zijn intrede, of 4’39”: genoeg epiek, genoeg flamencogitaren, headbangen maar!
2. Killer Queen
“Killer Queen” is niet alleen de langst bestaande tributeband van Queen, het is niet alleen een ode aan luxe prostituees, het is ook het nummer waarmee de Londenaars voor het eerst écht succes hadden bij het grote publiek. Mercury zou eerst de (spitsvondige) tekst geschreven hebben alvorens die om te zetten in muziek, wat het geheel (gezien de zeer aanstekelijke melodielijnen) een schepje indrukwekkender maakt.
Hoogtepunt: 0’27”. Het eerste refrein in een fantastische vierkoppige harmonie. Meteen ook de basis van deze femme fatale in twee zinnen: zeer verleidelijk, maar op eigen risico te benaderen. Wanna try?
3. Bicycle Race
In de eerste plaats is “Bicycle Race” bekend om de ophefmakende videoclip van 65 ongeklede vrouwen die in Wembley Stadium aan het fietsen zijn. Mercury liet zich voor deze song inspireren door de Tour de France toen die in 1978 niet ver van hun opnamestudio passeerde. Net als “Tour de France” van Kraftwerk is het een ode aan de wielersport, al zijn het hier fat bottomed girls die meerijden. Hoe het ook zij, het is een nummer dat opvalt, al is het maar door de weinig evidente popstructuur.
Hoogtepunt: 1’46”. Het begin van een koor van fietsbellen. Het is een moment waarop je de adem inhoudt tot het startsein wordt gegeven en sterk melodische gitaarlijnen de snelheid en het sierlijke van de fietsers onderstrepen.
4. Another One Bites The Dust
Het jaar is 1980 en Queen ontdekt de discotheek. John Deacon komt af en met een puntige baslijn, Roger Taylor speelt een beetje met een drumcomputer, en Brian May mag ergens opzij ook een beetje gitaar spelen terwijl alles door wat effectenbakjes wordt gejaagd om dat suizende geluid te krijgen. Maar natuurlijk is het Freddie, zoals altijd, die alle aandacht naar zich toezuigt. Het zou Queens best verkopende single worden, zelfs al beweerden christelijke nutcases dat de plaat achterstevoren een pro-marihuanaboodschap zou bevatten. Als het nu iets over cokedragende dwergen was geweest, dán hadden we dat misschien nog geloofd.
Hoogtepunt: 0’00”. Dat aanstekelijke basriedeltje. Geef dat verzet op, en begin maar te strutten.
5. Spread Your Wings
John Deacon was het archetype van de stille bassist, die van Freddie Mercury de bijnaam “de struisvogel” kreeg omdat hij van tijd tot tijd de stilte doorbrak om een perfect ei te leggen. “Spread Your Wings” is waarschijnlijk zijn grootste parel die vergeten werd in de schaduw van de grote hits als “We Will Rock You” en “We Are The Champions” waarmee het de plaat moest delen. Dat Queen voor News Of The World voor een simpelere en rauwere aanpak koos en The Sex Pistols in de studio ernaast Nevermind The Bollocks aan het opnemen was, valt hier gelukkig niet te merken. “Spread Your Wings” is escapisme pur sang, zoals de beste Queen-songs dat zijn.
Hoogtepunt: 3’29”. Heel even alles inhouden en dan nog een laatste keer alle registers opensmijten.
6. Fat Bottomed Girls
Het was Brian May die dit nummer neerpende, dat in 1978 samen op een single werd geperst met “Bicycle Race”, met niet toevallig een verwijzing in beide songs naar elkaar. May liet het nummer met het refrein en hun gelauwerde harmonieuze zang aanvatten om dan even te onderstrepen waarom precies vrouwen met een maatje meer zijn voorkeur krijgen. Dit op het ritme van Taylor, die zijn basdrum aanwendt om de snelle hartslag van de strofes aan te geven.
Hoogtepunt: 1’51”. Taylor begint met een drum fill alvorens de band na twee strofes het refrein voor het eerst herhaalt. Het vormt een aangename afwisseling met de eerder declamerende strofes.
7. Save Me
Met de ballad “Save Me” ging Queen de jaren ’80 in, in een nummer van de hand van May die het had geschreven naar aanleiding van een stukgelopen relatie van een vriend. “It started off so well,” zingt Mercury in een song die snel overgaat in de pijn die liefdesverdriet kan veroorzaken. Eens te meer technisch geen eenvoudig nummer, maar dat is de situatie waarover het gaat natuurlijk ook niet. Zonder twijfel herkenbaar voor iedereen die net gedumpt is.
Hoogtepunt: 0’48”. Het begin van het refrein is opvallend omdat de fragiliteit in de strofes contrasteert met de stevige schreeuw naar hulp in de refreinen. Het zijn de laatste krachten van het slachtoffer, die zijn onmacht uitschreeuwt.
8. Under Pressure
Een van de grote duetten uit de muziekgeschiedenis. Twee diva’s ontmoeten elkaar en doen een rondje showing off zoals er maar zelden zijn geweest. Freddie Mercury en David Bowie draaien rondjes om elkaar, strijdend om dat hoogste woord. Twee keer raden wie de winnaar is. Bowie mag nog zo explosief dat “Pressure” lossen aan het begin, het is de meest flamboyante van de twee die met zijn voortdurend scatten de boel overheerst. Alweer een briljante baslijn van Deacon, samen met dat pianolijntje de ruggengraat van deze klassieker.
Hoogtepunt: 2’35”. Bowie: “Insanity laughs under pressure we’re cracking”, en Mercury pikt in en blaast zijn partner uit het water: “Can’t we give ourselves one more chance?”. Waarna de gezamenlijke climax losbarst. Briljant.
9. Don’t Stop Me Now
Laat u niet misleiden door de titel van het album waarop dit staat. Geen Jazz, maar pure musical, dit nummer. Van bij de opening op de grand piano, de opbouw via tal van dramatische bewegingen verderop, tot de gescandeerde break; je ziet het zo werken in een grote productie met een massief koor en een debiele groepsdans. Theatraal? Nog geen beetje. Geweldig? Absoluut.
Hoogtepunt: 0’30”. “Don’t. Stop. Me. Now. Cause I’m having a good time, having a good time…”. Yep.
10. Somebody To Love
Gelaagd te werk gaan en verschillende songs in één nummer proppen: het is Queen op z’n best. En “Somebody To Love” is een van de beste voorbeelden van wat het viertal op dat vlak te bieden heeft. Er zijn de harmonieën en de bijna plechtige pianomelodie waarop het nummer gestoeld is, tot die plaats maakt voor bijna achteloze, maar aanstekelijke gitaarriedels van Brian May.
Hoogtepunt: 3’35”. “Somebody? Somebody! Somebody? Somebody!” Er wordt iemand gezocht, zo veel is duidelijk.
11. I’m In Love With My Car
Een nummer dat op compilaties en in lijstjes allerhande schandelijk over het hoofd gezien wordt, maar eigenlijk — bij voorkeur op een mixtape — in elke wagen zou moeten liggen, en niet enkel omwille van de titel. Queen-drummer Roger Taylor schreef de ode aan Queen-roadie en autofreak Jonathan Harris en zorgde in een klap voor een van de beste 70’s-rocksongs. De zingende drummer laat zich in dit nummer gelden als de peetvader van Dave Grohl.
Hoogtepunt 1’46”. Baf! Baf! Boem! Taylor drumt het nummer een versnelling hoger en zorgt prompt voor het soort adrenalineopstoot dat doorgaans enkel ontstaat tijdens walgelijk snelle autoritten.
12. Bohemian Rhapsody
“Lichtsnelheid? Te traag! Schakel over op belachelijke snelheid!”, gaat het in de geweldige Star Wars-parodie Space Balls. Zo is het ook met “Bohemian Rhapsody”; het is niet over the top, hier dient een ander, nog altijd beter te definiëren begrip voor te worden gevonden. Het verhaal gaat dat Freddie Mercury destijds de ballad-opening aan zijn bandleden liet horen, stopte en liet weten: “en hier begint het operastuk”. En dat deed het. “Bohemian Rhapsody” was geen popliedje, maar een absurde operaparodie in verschillende delen, dat van ballad via een gitaarsolo naar een compleet bespottelijk (en daarom zo geniaal) operastuk ging, waarvoor miljoenen overdubs nodig waren, om te climaxen in een hardrockstuk dat de ultieme verlossing biedt. Op papier sloeg het nergens op, maar leg het nummer één keer op en je bent verkocht, zelfs al is het na al die jaren platgedraaid. Onverslijtbare genialiteit met de tong stevig in de kaak: Queen op zijn best in een notendop van zes minuten.
Hoogtepunt: 3’14”. “THUNDERBOLT AND LIGHTNING”; als Freddie zegt “operastuk”, bedoélt hij ook: operastuk. Headbangen. Ja, nu al, Waynes Worlders!
13. Who Wants To Live Forever?
Nadat met Zuid-Amerika de laatste uithoek van de wereld was veroverd leek Queen in 1985 een eindpunt te hebben bereikt. Een verpletterende triomftocht op Live Aid en de vraag om de soundtrack voor de film Highlander te schrijven, gaven de groep een tweede adem. Op terugweg van een screening van de onafgewerkte film begint Brian May het thema van “Who Wants To Live Forever?” te fluiten. Gelukkig wordt componist Michael Kamen — die eerder met Pink Floyd samenwerkte en later Metallica langs symfonische zijwegen zou leiden — erbij gehaald om het nummer de nodige grandeur te geven.
Hoogtepunt: 1’47”. Michael Kamen strekt zijn armen wijd open en strijkers en blazers beginnen aan te zwellen.
14. The Show Must Go On
Dat Freddie Mercury HIV-positief was, werd tot het bittere eind verborgen gehouden voor de buitenwereld, maar ook binnen de groep volgde men het aloude Britse advies “Keep calm and carry on”. Alleen in de muziek mocht het onvermijdbare aan bod komen. En al lag de finaliteit van wat er hem te wachten stond er vingerdik bovenop, toch smijt Mercury zich met een vechtlust alsof hij het eeuwige leven had.
Hoogtepunt: 0’59”. Een refrein opgetrokken uit evenveel tragiek als bombast.
15. Seven Seas of Rhye
Na een poging op het debuut, zorgt Queen op z’n tweede plaat voor een afgewerkte versie van deze ongegeneerde stamper. Zelfs doorgewinterde Queen-haters vallen moeiteloos te betrappen op het mee knikken met deze parel die iets heel Brits over zich heeft en laat horen waar Queen in zijn beginperiode voor stond: een band die schipperde tussen Led Zeppelin en T. Rex en heel trots “no synthesizers” op zijn hoezen printte. Hoe anders zouden de jaren tachtig worden.
Hoogtepunt: 00’22”. Vintage Queen: May’s uit de duizenden herkenbare gitaarlicks en de toen nog stomende drums van Roger Taylor vallen samen en plots schiet een song uit de grond alsof het allemaal niets is. Wanneer vervolgens Freddie Mercury zijn vocale bombast in de strijd gooit, is het helemaal koekenbak.