Klein drama vorige herfst, toen het huwelijk van Kim Gordon en Thurston Moore op de klippen liep en daarmee het lot van Sonic Youth bezegeld leek. Even leek het dat een zekerheid verdwenen was, maar ondertussen blijkt het allemaal zo’n vaart niet te lopen en blijft Sonic Youth ons bestoken met prima muziek.
Zij het — voorlopig althans — niet meer als band. Elk gaat momenteel zijn eigen weg en dat levert de ene verrassing na de andere op. Lee Ranaldo leverde met Between The Times And The Tides een meer dan degelijke songgeoriënteerde plaat af en speelde een dito concert in Trix. Nadat hij eind vorig jaar akoestisch in de Vooruit stond om het eerder dat jaar verschenen Demolished Thoughts te promoten, kwam Thurston Moore dit voorjaar een noiseconcert spelen in Scheld’apen.
Ondertussen raakte bekend dat Moore zowaar lid geworden is van het Black Metalgezelschap Twilight, een bericht dat bijna meer wenkbrauwgefrons veroorzaakte dan de aankondiging van Lou Reed dat hij een samenwerking met Metallica aanging. Vandaag staat Moore echter opnieuw in Antwerpen met zijn àndere, pas opgerichte band: Chelsea Light Moving.
Samara Lubelski, de violiste die ondertussen een vaste waarde is in het solowerk van Moore, maakt deel uit van het gezelschap, zowel op bas als op viool. Naast haar zijn ook drummer John Molony en Keith Wood (gitaar) in het viertal te vinden. Waar het bijna een vreemde gedachte is dat de frontman van Sonic Youth een nieuw bandje opgericht heeft én daarmee voorprogramma’s speelt, veegt Chelsea Light Moving wel heel snel alle twijfel van tafel.
Opener “Orchard Street” zorgt weliswaar voor een akoestische start, maar het duurt niet lang voor een brug geslagen wordt naar de Thurston Moore zoals het publiek hem het beste kent: nog voor de song ten einde is, wordt het Rivierenhof getrakteerd op een minutenlange gitaaruitbarsting. Om het met de woorden van Lydia Lunch te zeggen: how you sculpture a hurricane in sound.
Chelsea Light Moving grijpt meer dan eens terug naar het (solo)verleden van Moore, maar wat tijdens het concert opvalt, is dat dit een band is die vooruit wil. De akoestische gitaren die de laatste jaren zo dominant waren, krijgen zelden een prominente rol en wanneer Lubelski haar viool bovenhaalt, is dat met het doel rocksongs vorm te geven, zoals zo mooi blijkt uit “Circulation”.
Midden in de set wordt ruimte gemaakt voor enkele nieuwe nummers en het moet gezegd: zo angstvallig als het idee van Moore die een blackmetalplaat maakt lijkt, zo nieuwsgierig worden we naar studiowerk van Chelsea Light Moving. “Burroughs” (over William, dat spreekt) is een indrukwekkend werkstuk dat zowel rudimentair als gesofisticeerd uit de hoek komt, waarbij Moore -wilde haren in het gezicht- in een vingerknip opnieuw een negentienjarige slungel wordt die oprecht gelooft dat Ramones het antwoord zijn.
“Frank O’Hara Hit” zweeft ergens mooi in het midden tussen Psychic Hearts en A Thousand Leaves en “Groovy & Linda” is een dreigende epiloog op “Death Valley ’69” waarbij Molony de kans krijgt zichzelf te bewijzen op zijn minuscule Ringo-drumstel wanneer het nummer een hardcore — Black Flag, iemand? — finale meekrijgt.
54 is Thurston Moore ondertussen, een leeftijd waarop andere muzikanten, nadat hun band geïmplodeerd is, doorgaans in de vergetelheid sukkelen. Vanavond is bewezen dat er een andere uitweg is, een die geen klein beetje indruk maakt. Er is nog hoop.