Na Ik word niet goed worden nu ook de andere strips over Sjef Van Oekel gebundeld. Opnieuw is het een nostalgische trip naar de jaren ’80 en ’90. Toen was Sjef Van Oekel een heus schandaalsucces.
Op zich is deze strip van Wim T. Schippers en Theo Van den Boogaard een bijzonder vreemde mix. Klarelijntekenwerk, een hoofdfiguur gebaseerd op een eenvoudig televisietypetje en stevige verbale acrobatieën van woordkunstenaar Schippers. Elk verhaal over Van Oekel baadt in een onmiskenbare absurditeit en ontaardt steevast in complete (ogenschijnlijke) chaos. Mede door die opvallende combinatie van elementen zijn deze strips nauwelijks gedateerd in die twintig jaar dat ze al bestaan. Elke strip ontstond indertijd op een moeilijke manier, en dat is aan de passie van deze verhalen zeker en vast te zien.
In deze bundel vind je de albums 4 tot 7 terug, aangevuld met het niet eerder verschenen album dat in opdracht van de Nederlandse overheid gemaakt werd en een hele reeks illustraties en schetsen. Het roerige einde van de Sjef Van Oekel-reeks aan het begin van de jaren negentig wordt ook uit de doeken gedaan in een tekstbijdrage achteraan het boek. Dolf Brouwers, die op televisie Sjef Van Oekel speelde, kreeg in de loop van de jaren immers meer en meer problemen met de toon en stijl van de stripverhalen. Dit ontaardde in een rechtszaak tussen beide partijen. Door al die juridische beslommeringen verloren de auteurs hun interesse in het verder werken aan Van Oekel. Zo doofde de reeks dan ook langzaam uit, middenin het achtste album dat nooit afgewerkt werd.
In deze bundel staat dus ook het laatste volledige album van de reeks, waarin de auteurs aan het experimenteren gingen met een verhaal van volledige albumlengte. In Sjef Van Oekel slaat terug uit 1994 zien we een Van Oekel die op zoek gaat naar memorabele avonturen, die zijn autobiografie verder moeten stofferen. De eerdere albums waren een verzameling van korte gags en verhalen van één of enkele pagina’s. In een lang verhaal bouwen Schippers en Van den Boogaard de chaos nog verder uit en wordt Van Oekel nog meer dan louter een vehikel voor het ventileren van hun explosieve creativiteit.
Ook de eerste bundel van Sjef Van Oekel werd door ons enthousiast ontvangen. In Wordt het toch nog gezellig … zien we eens te meer waarom deze strips in Nederland tot het klassieke strippatrimonium behoren. Met Wim T. Schippers als all-round taalvirtuoos en de geniale Theo Van den Boogaard aan de tekeningen, krijgen we een unieke strip voorgeschoteld die zeker niet ieders meug zal zijn. Daarvoor is de toon te absurd en bijwijlen te grofgebekt. Hoewel de auteurs blijkbaar nadenken over een nieuw verhaal van Sjef Van Oekel, zullen wij vooralsnog genieten van de twee bundels van De Vliegende Hollander. Deze boeiende imprint verdwijnt nu van het toneel, maar met de heruitgave van deze strips hebben ze wat ons betreft alleszins een belangrijke bijdrage geleverd voor het in stand houden van een ongewoon stripverhaal.