De aandachtige fan wist reeds dat door één band op Dour de uitkomsten van de wiskunde bruikbaar zijn voor het maken van muziek: Meshuggah. De onopmerkzame leerling daarentegen wordt gestraft met een minutieuze polyritmiek gekenmerkt door een berekende timing waarop Immanuel Kant jaloers zou wezen.
Wie vreest voor gewenning na Meshuggahs vierde passage in amper twee jaar tijd krijgt geen gelijk. Het Zweedse vijftal, al meer dan twintig jaar aan de top van de techmetal, blijft ondanks een vrij onveranderlijke setlist boeien. We kunnen het hen vergeven want het brengen van de meest complexe metalsongs is immers geen kinderspel. Een concert van Meshuggah is nog steeds als een muzikaal oorlogsgeschut. Tomas Haake mitraillleert de stevigste basdrumkicks, Fredrik Thordendal doet je met zijn laaggestemde achtsnarige gitaar uit je schoenen trillen en Marten Hagström en Dick Lövgren volgen perfect synchroon het headbangritme van hun lead gitarist.
Tijdens de eerste basdrumtonen van “Bleed” komt brulboei Jens Kidman – met zijn typisch gemene blik – het podium opgewandeld en voert het furieuze metalvolkje aan. De instrumentale stukken zijn voor hem de trancemomenten – zijn oogbollen wegtoverend – schuddend op het ritme van de loodzware muziek. Dit uitzicht doet ons bij momenten de surreële scènes uit Apocalypse Now herbeleven, met ook hier een kale knikker in een glansrol. De kick-patronen in het nummer zijn echter zo veeleisend dat het nummer niet in volledig gedaante kan gespeeld worden, niettemin genieten we van het intensieve metalen geluid en diepe grunts.
In de setlist wordt in vergelijking met de voorgaande passages iets meer van Obzen opgenomen. Zo krijgen we eindelijk het zalig lompe titelnummer en “Electric Red” te horen. De aanwezigen worden tegen een wall of sound geschoten door – zijn werk blijft ons fascineren – meesterdrummer Haake. “Combustion” gaat meer de thrashy kant uit en voelt aan als een verademing tussen al dat technisch gedoe. Uiteraard komt ook ouder materiaal aan bod: “Perpetual Black Second” en “Rational Gaze” uit Nothing en “The Mouth Licking What You’ve Bled” uit Chaosphere, gekenmerkt door hun nauwkeurig berekende uitvoeringen. Traditiegewijs wordt afgesloten met het furieus onthaalde “Future Breed Machine”. Tot onze grote spijt gaan de atmosferische passages en kort solowerk de mist in door een modderig geluid.
Maar niet getreurd: Meshuggah laat de Club Cirquit tent badend in het zweet achter, de ene concertganger door de aanpassing aan de extreme moeilijkdoenerij, de andere door deelname aan de veldslag net voor het podium.