Enkele jaren geleden werden we verliefd. Niet op slag, als bij
bliksem getroffen, maar beetje bij beetje. Nee, niet een man had
ons hart veroverd, maar The Veils met The Runaway Found.
Voor deze band begon het avontuur ooit in Nieuw-Zeeland, waar de
bandleden vandaan komen. Met als enige uitzondering zanger Finn
Andrews die oorspronkelijk Engels is, en slechts na verloop van
tijd met zijn ouders in het land ging wonen dat al even down
under is als Australië. Wat ons deed smelten, was echter niet
de exotische origine van de band, maar de heerlijke combinatie van
een diepe en soms hese stem met goede muziek die nu eens stil en
aangrijpend kan zijn, en dan weer ontzettend uptempo en vrolijk.
Onze verwachtingen waren dus hooggespannen wanneer de opvolger
eraan zat te komen. Zou Nux Vomica ons doen
zwichten? Ditmaal vanaf de eerste klanken? Of opnieuw beluistering
na beluistering?
Liefde op het eerste gezicht/gehoor was het niet. Maar, zo dachten
we, daar zou het optreden van 9 oktober 2006 in de Botanique zeker
verandering in brengen. Helaas kwamen we een beetje bedrogen uit.
Op het podium stond een oncharismatisch figuur nogal onzeker zijn
liedjes af te dreunen, en niets maar dan ook niets gaf ons zin om
samen met de rest van het publiek om bisnummers te vragen, roepen,
tieren. En gelijk hadden we, want even later stond Finn Andrews
voor onze eigen ogen op het podium het prachtige ‘Lavinia’ (onze
all time favourite) te verkrachten.
Met enige terughoudendheid, maar ook vol hoop dat er deze keer iets
zou gebeuren dat de herinnering aan het vorige optreden zou
wegvagen, trokken we naar de ABBox. Voor wie er voordien nooit is
geweest: de ABBox beslaat een deel van de grote zaal van de AB. Er
kan achthonderd man binnen en voor de balkons en de zitplaatsen
hangen grote rode gordijnen versierd met sterrige lichtjes. Mooi en
aangenaam dus.
Maar vooral: de avond werd alles wat we ervan hoopten, en nog meer
zelfs. The Veils ontsluierden hun talent in een zaal waarvan
Andrews beweerde dat ze de grootste is waarin ze tot nog toe
speelden.
Hoe vreemd toch dat hij zoveel zelfzekerder stond op dat in zijn
ogen ongelooflijk grote podium, dan op dat van de Botanique!
Wanneer ‘Nux Vomica’, titelsong van het tweede album werd ingezet
voelden we ons al stilletjes warm worden vanbinnen, klaar om weer
helemaal van onze sokken geblazen te worden door The Veils. Dan was
het de beurt aan ‘A Birthday Present’ een halftraag nummer dat het
publiek langzaam aan het wiegen of – voor de meer verlegen
aanwezigen – hoofdschudden bracht. Heel even overviel de vrees ons
dat de stem van Andrews, zo essentieel voor de eigenheid van The
Veils en het welslagen van dit optreden, het zou begeven. Ook in de
nieuwe song die werd gebracht en waarvan de titel een geheim is
gebleven, was het kantje boordje. Gelukkig bleek de vrees
ongegrond. Andrews gaf met zijn stem een kleine melancholische,
sombere feel aan de vaak opgewekte en uptempo nummers. Iets waar
hij het hele optreden bleef in slagen: tijdens ‘The Wild Son’
bijvoorbeeld, of in ‘Advice for Young Mothers to be’, beide
slepende, uitnodigende songs. Naar het einde van de set toe begon
het publiek, hoewel niet massaal aanwezig, er volledig zin in te
krijgen. Er kwam leven in de brouwerij met nummers als ‘Pan’,
‘Caliope’ of ‘Not Yet’ en zelfs na het emo-intermezzo ‘Under the
Folding Branches’ bleef het volk in de Box enthousiast in de handen
klappen en om meer vragen. Op ‘Jeses For The Jugular’ knapten we
dan weer af: zowel op album als op het podium komt dit nummer neer
op een hoop gekrijs dat bij ons op zeer onprettige wijze de
nekharen en armharen rechtop deed staan.
Tijdens de bisnummers toonde Andrews aan dat hij, ondanks zijn
innemende verlegenheid, toch het publiek weet te bespelen. Hij
verklaarde zich immers bereid om verzoeknummertjes te spelen, goed
wetend dat de song die eenieders hart doet smelten ‘Lavinia’ is.
Deze uitvoering maakte alles goed: geen verkrachting, maar een
prachtige uitvoering van wat toch nog steeds de mooiste The
Veils-song is. Ook ‘One Night on Earth’ kreeg een puike
live-uitvoering toebedeeld, waarna we dolgelukkig en met vlinders
in de buik huiswaarts trokken.