"Het is even geleden dat ik hier was. Did you miss me?", vraagt een kamerbreed grijnzende Dulli. Aan de vorige passage van zijn Twilight Singers in de AB hielden we goeie herinneringen over, dus: toch een beetje. Helaas werd zondagavond iets meer op automatische piloot gespeeld dan toen. Maar Dulli is geroutineerd genoeg om bijwijlen zelfs dan nog een motherfucker van een show neer te poten.
Dulli zou zijn demonen kwijt zijn, zo luidt het. Afgekickt van het witte poeder met het toepasselijk getitelde Powder Burns dat vorige lente verscheen. Opgenomen in een desolaat en verwoest New Orleans-na-Katrina werd het een plaat die woest golfde en klotste. "Straf spul" concludeerde (pf), dat niet geschikt was voor chiroleiders. Eindelijk vond Dulli weer aansluiting bij zijn beste werk, en het was dus uitkijken of hij dat ook live kon. Deze zomer zat alles op Pukkelpop geweldig juist, met Mark Lanegan ook vandaag opnieuw onder de arm wilde het allemaal net iets minder vlotten.
Nochtans wordt er van bij de aanvang stevig van jetje gegeven. Dulli komt slenterend op — als vanouds glas en sigaret in de handen — en meteen wordt "Teenage Wristband" stevig gelanceerd. Een ziedend "I’m Ready" schept hoge verwachtingen voor wat volgt: uit Dulli’s poriën gutst nog steeds een kokend mengsel van onversneden soul en rock-’n-roll.
"Too Tough To Die" — oorspronkelijk van Martina Topley-Bird — sterft weg en professionele sidekick Mark Lanegan wandelt het podium op om zijn drie nummers te zingen. "Live With Me" gaat over in succesnummer "In The Pines", en daar gaat hij weer. Dulli lanceert een woelig "Esta Noche"; "Thank You", meer communicatie heeft hij niet nodig. Dit kan woordeloos: Dulli kreunt, schreeuwt en kermt zich een weg door zijn songs, het mag al eens vals zijn, het is er allemaal boenk op.
En toch. Toch begint het allemaal te transparant te worden. Dulli is nu eenmaal een poseur die niet vies is van enig toneel, en hij voert vooral een nummertje op: net als op Pukkelpop wordt "Candy Cane Crawl" op de knieën afgewerkt, maar in zijn ogen is niets van overgave te bemerken, en dat wreekt zich. We missen toch een stukje van de bezieling die we anders van Dulli wél gewoon zijn.
Spraken we van show? Voor de bisnummers legt een roadie een nieuw pakje sigaretten klaar op de piano en wanneer er lang genoeg geklapt is, wordt "The Killer" geserveerd. "I caught a fever, a holy fire" krijst Dulli met die onnavolgbare stem. Nou, neen: het is een feit dat Dulli met de vingers in de neus op routine een steengoeie show kan neerzetten, maar vanavond schoot hij daardoor net ietsje te kort. Goed is voor deze meneer namelijk niet goed genoeg. Het zal wel weer even duren, maar we hopen toch dat Dulli een volgende keer één en ander rechtzet.