Montréal of Glasgow? Mogwai of Godspeed You! Black Emperor? Wie mag zich de naam toe-eigenen de vader van de postrock te zijn? Geen van beide. Postrock "ontstond" immers begin jaren negentig in Chicago, door groepen die weinigen nu nog zouden associëren met het muziekgenre dat ze gebaard hebben.
De postrockbeweging is volledig gerecupereerd door groepen als Explosions In the Sky en Mono, en in hun kielzog vele andere gitaargroepen die vooral hun best doen hun helden te eren en helaas al evenzeer te kopiëren. De ware grondleggers worden maar al te vaak over het hoofd gezien. Hoogstens herinnert men zich Slint nog (met het legendarische Spiderland) en af en toe Talk Talk (Spirit of Eden en Laughing Stock) als de twee grote namen die het genre beïnvloed zouden hebben.
In het 123e nummer van het Britse Wire-magazine (mei 1994) zag het woord postrock vermoedelijk voor de eerste keer het licht, toen journalist Simon Reynolds zichzelf de onsterfelijkheid inschreef met de ondertussen legendarische term, die hij gebruikte voor muziek "using rock instrumentation for non-rock purposes, using guitars as facilitators of timbres and textures rather than riffs and power chords." Reynolds sprak over zulke diverse groepen als Disco Inferno, Seefeel, Insides, Bark Psychosis, Main, Papa Sprain, Stereolab, Pram en Moonshake en illustere figuren als Kevin Martin en Mick Harris (ooit drummer bij het grind/death-combo Napalm Death). Maar het zou één groep worden die de toenmalige beweging een gezicht gaf: Tortoise.
In Chicago wilden Doug McCombs en John Herndon begin de jaren negentig als een freelance ritmesectie aan de slag gaan, maar ze liepen John McEntire, Bundy K. Brown en Dan Bitney tegen het lijf. De gemeenschappelijke interesse in aparte ritmestructuren en studio-experimenten leidde tot de groep Tortoise en een eerste gelijknamig album in 1994. Een hele scene van gelijkgestemde zielen bloeide rond de groep op: The Sea And Cake, Labradford, Cul-De-Sac, Isotope 217, het New Yorkse Ui en het uit Washington opererende Trans Am werden als epigonen van de nieuwe beweging bekeken.
Postrock ontstond uit een bonte mengelmoes van jazz, dub, krautrock, electronica, ambient, minimalisme en alle andere denkbare muziekstijlen die zich afzijdig hielden van de dominerende pseudo-alternatieve rock. De beweging was in de eerste plaats dan ook een reactie tegen de reguliere rockmuziek die zich te veel verloor in machoposes en voor de hand liggende songstructuren. In grote mate instrumentaal (er zijn uitzonderingen als The Sea And Cake) klonken de songs vaak ook intellectueel, niet in de laatste plaats door bewust met ritmes te spelen en verschillende stijlen door elkaar te laten vloeien.
Het in 1994 uitgebrachte Tortoise omvatte al deze elementen maar het zou pas met Millions Now Living Will Never Die (1996) zijn, dat Tortoise en postrock definitief in het pantheon van de rocklegendes bijgeschreven werden. De groep, inmiddels met David Pajo (Slint) in de rangen, waagde het om met een twintig minuten durende openingstrack te starten: "Djed". De track vermengde niet alleen krautrock, electronica en minimalisme (om maar de drie overheersende stijlen te noemen) op een bezwerende wijze maar tekende ook de krijtlijnen voor het album en het genre uit. Het eclectische Millions Now Living Will Never Die wordt nog steeds terecht beschouwd als een klassieker zonder meer.
Op de opvolger TNT (1998) werd de jazzkaart veel meer getrokken, mede door de inbreng van het nieuwe groepslid Jeff Parker, al bleef de gelaagdheid prominent aanwezig. Zo ook op Standards (2000) waar de electronica-invloed en het postproductieproces naar voren geschoven werden zonder de eigen identiteit te verliezen. Postrock had intussen evenwel een andere invulling gekregen door bands als Mogwai en Godspeed You! Black Emperor, groepen die met Tortoise vooral een eigenzinnige kijk op muziek gemeen hadden, maar deze anders invulden.
In 2004 werd It’s All Around You dan ook met gemengde gevoelens onthaald. De nieuwe generatie postrockers zweerde immers bij de emotioneel geladen muziek van Explosions In The Sky of het feeërieke droomlandschap van Sigur Ròs en voelde weinig voor de intellectuele aanpak van Tortoise, terwijl Tortoise-fans nauwelijks hun ontgoocheling konden verbergen. Na een smetteloos parcours leek de groep dan toch de pedalen kwijt te zijn. Of was er meer aan de hand?
Met Mogwai, Godspeed You! Black Emperor en Sigur Ròs was immers een andere invulling aan het genre gegeven, een die lak had aan het "intellectualisme" van de Chicago School. De Schotse hooligans Mogwai staken met Young Team (1997) een eerste maal hun middenvinger op naar de muziekwereld terwijl Godspeed You! Black Emperor zichzelf datzelfde jaar verloor in het epische F♯a♯∞. Nog geen jaar na Millions Now Living Will Never Die kreeg de term postrock een andere invulling. Deze toegankelijkere albums vormden dan ook al snel een nieuwe blauwdruk voor het genre.
Want hoewel Tortoise nukkig de eigen paden verder volgde en een bescheiden succes bleef behouden, verdwenen de andere groepen rond hem zachtjesaan richting vergetelheid. De emotionelere en meer epische stijl van Godspeed en Mogwai vond veel sneller een weg naar het publiek, dat zich liever niet verwijlde in de technische uitstapjes van de Chicago-groepen. Bizar genoeg zou het Texaanse Explosions In The Sky, ondanks zijn eerder clichématige aanpak, de nieuwe vaandeldrager van het genre worden én de te volgen groep.
De ironie van het noodlot wil dat een muziekgenre dat ooit stond voor een breuk met het verleden én vooral voor het continu heruitvinden van de muziek, zelf in de val van de clichés en de platgetreden paden zou stappen. Waar postrock ooit inventiviteit en het mixen van stijlen uitdroeg, volstaat nu een heldere, typerende gitaarklank om in de juiste schuif te belanden. Een kleine tien jaar na zijn ontstaan verloor het genre dan ook langzaam maar zeker zijn bestaansrecht en verwerd het tot het zoveelste muziekgenre dat vroeg of laat aan de eigen bloedarmoede ten onder zal gaan, dan wel terug zal plooien op een harde kern die van geen verandering wil horen.
Dat Tortoise tien jaar na de release van één van de definiërende postrockalbums een terugblik brengt, heeft dan ook een niet te onderschatten symbolische betekenis: A Lazarus Taxon — de titel verwijst naar uitgestorven soorten die alleen via fossielen gekend zijn — is immers een prachtig en waarschijnlijk onbedoeld in memoriam van een muziekstijl geworden. De box bewijst dat het wel degelijk mogelijk was (en is) inventiviteit te koppelen aan spanning, dat emotionaliteit en ratio niet elkaars tegenpolen dienen te zijn, en dat ernst en techniciteit hand in hand kunnen gaan met humor en spontaniteit. Maar misschien is het ondertussen wel te laat, en dient deze box gekoesterd te worden als een getuige van andere tijden.
Toen postrock zijn eerste stappen in de muziekwereld zette, was het een ruim te interpreteren term die stond voor gedurfde muziek, gemaakt met een open geest. Nu rest alleen nog een bewust oproepen van een gemakkelijk herkenbare en controleerbare droefenis. Postrock is al lang ten grave gedragen, alleen beseft niet iedereen het.