T-shirt boven de neus schuiven, handjes vasthouden en een zandstorm doorstaan om van An Pierlé veilig en snel bij het intieme optreden van Troy Von Balthazar te geraken: dit moet Dour wel zijn. Door de ongelukkige timing missen we de eerste twee of drie nummers, maar de resterende vijftig minuten zijn genoeg om met een glimlach én kippenvel de tent te verlaten.
Eigenlijk is Troy Von Balthazar een klein kind gevangen in het lijf van een volwassen man. Hij speelt niet op zijn gitaar, hij speelt mét zijn gitaar. Bij momenten valt moeilijk af te leiden wat hij zelf speelt en wat er op de achtergrondtape staat die de hele tijd meedraait. In ieder geval werkt het. Von Balthazar bezweert zijn publiek tijdens elk nummer met een obscure mix van elektronica en singer-songwritermateriaal, doorspekt met een berg spielereitjes … om de spanningsboog daarna telkens vakkundig te doorbreken met bindteksten als "I like sex".
Meermaals herhaalt hij ook dat hij van zijn publiek houdt en voor altijd bij ons zal blijven. Hij toont zijn affectie door in het publiek te springen, door als een walvis op het droge over het podium te flappen en door een minimaal dansje uit te voeren, "speciaal voor Dour". Daarvoor heeft hij zelfs konijnenoren opgezet. Waar Archive het zonder bindteksten doet en gewoon het ene meganummer na het andere loslaat, schenkt Von Balthazar zijn publiek telkens een decompressie.
Dat mag ook, want muzikaal is de man erg intens. "We just want it constantly", kreunt hij in "Real Strong Love", waarmee hij de hele sfeer mooi samenvat. Een bescheiden opgekomen maar hondstrouw publiek hangt aan zijn lippen, vergeeft hem zijn gekke bekken en zweeft mee met "Enemies", een heerlijk nummer van het e.p.’tje Sweet Receiver. Helemaal smullen wordt het op het einde, wanneer Von Balthazar een indrukwekkende cover van Bill Withers’ "Ain’t No Sunshine" ten beste geeft. De minimalistische, no-nonsensetekst van Withers past perfect bij Von Balthazars stijl, zelfs al verkracht die laatste zijn gitaar in de loop van de avond op een manier dat het niet meer mooi is.
Niet Jan en alleman zal de muziek van Troy Von Balthazar smaken, en lang niet iedereen zal zomaar de nonsens accepteren waarmee hij zijn optredens tot halve slapstick reduceert. Tussen de songs door doet hij denken aan Tom Green, tijdens de songs aan Elliott Smith en Joseph Arthur. U mag zelf de afweging maken, maar voor ons is Troy Von Balthazar gewoon een prachtige muzikant.