Met : Romain Duris, Aure Atika, Emmanuelle Devos, Niels Arestrup
e.a.
Oké, goed, de titel is er één om van te gaan lopen – ‘De Battre Mon
Coeur S’est Arrêté’, het klinkt als een zoveelste pretentieuze
wauwelprent over de betekenis van het leven zoals die uit de doeken
wordt gedaan door een Franse betweter. Maar vergis u niet:
regisseur Jacques Audiard maakt hier een remake van James Tobacks
film ‘Fingers’ uit 1978 (gewoonlijk zijn het de Amerikanen die
Franse films remaken, nu gaat het een keertje vice versa), en komt
op de proppen met een fascinerende, goed gemaakte schets van een
getroubleerd hoofdpersonage, voor wie je maar al te makkelijk
interesse kunt opbrengen. Chouette!
Romain Duris speelt Tom, een 28-jarige man die, in navolging van
z’n vader, aan de kost komt als huisjesmelker. Hij zet ratten los
in z’n gebouwen om z’n huurders eruit te krijgen, sluit louche
deals met vreemde figuren uit het voormalige oostblok en wanneer
z’n schuldenaars niet op tijd en stond over de brug komen, deinst
hij er niet voor terug om geweld te gebruiken. Kortom: een kerel
naar ons hart. Na een toevallige ontmoeting met een oude
muziekleraar, komt Tom echter op het idee om opnieuw te beginnen
met piano spelen. Zijn moeder was een concertpianiste en Tom werd
als tiener beschouwd als een jonge belofte. Na haar dood is het
echter anders gelopen – Tom trad in de voetsporen van z’n vader en
z’n artistieke ambities werden begraven. Nu voelt hij voor het
eerst in ruim tien jaar het heilige vuur weer ontbranden. Hij keert
zich steeds verder af van zijn zogenaamde vrienden in de corrupte
immobiliënsector én van zijn vader, om zich voor te bereiden op een
nieuwe toekomst.
‘De Battre’ gaat dus in essentie over – ga eerst even zitten –
de keuzes van het leven. Dat klinkt hoogdravend, maar het
hangt er allemaal maar vanaf hoe je het aan de man brengt,
natuurlijk: we ontmoeten Tom als een man die nog maar weinig
sympathie kan opbrengen voor de mensen waarmee hij zich omringt of
voor zichzelf. Een vriend gebruikt Tom als alibi om z’n liefje te
kunnen bedriegen. Tom komt hem oppikken met het excuus dat ze samen
een zakendiner hebben, waarna de man in kwestie rustig z’n gang kan
gaan. Zijn eigen vader nodigt hem uit om samen te lunchen, enkel om
hem te kunnen verplichten aan de overkant van de straat een
wanbetaler in elkaar te gaan meppen. De wereld waarin Tom leeft, is
er één waarin iedereen iedereen gebruikt en vriendschap een loos
begrip is.
Maar dan komt daar z’n hernieuwde kennismaking met de muziek en hij
realiseert zich dat het ook anders kan, dat er nog altijd dingen
zijn die hem genoegen kunnen schenken zonder dat ze meteen iets in
de plaats vragen. Hij neemt lessen bij een Chinese pianovirtuoze,
die geen woord Frans praat – dat is Toms enige relatie in de film
die nog zuiver is, gespeend van alle bijbedoelingen. In de eerste
plaats is communicatie al quasi onmogelijk tussen de twee, zodat
hij haar geen blaasjes kan wijsmaken en zij hem niets kan
voorliegen. Maar vooral bestaan er ook geen eisen tussen hen. Hij
zoekt haar op, hij speelt piano, zij corrigeert hem. Meer is er
niet, meer wordt er ook niet verlangd.
De film schippert de hele tijd tussen die twee werelden – zijn
leven als louche zakenman en als pianist – en komt op die manier
aan een mooie vraagstelling rond loyaliteit. Aan wie is Tom het
meest verschuldigd? Aan zijn vader of aan zijn moeder? Aan welke
kant van z’n eigen persoonlijkheid is hij het stevigst gebonden?
Zijn harde, zakelijke kant of zijn zachtere, meer artistieke ego?
Dat zijn keuzes die iedereen op een bepaald moment, op een bepaalde
manier wel moet maken – iedereen, lijkt Audiard hier te zeggen,
heeft de mogelijkheid om zelf te bepalen wat voor soort mens hij
is. Het hangt er alleen maar vanaf hoeveel moeite je doet om je
leven een bepaalde richting in te duwen.
Het mooie aan ‘De Battre’ is dat dat boodschapje er niét met de
voorhamer wordt ingedreund. De situaties spreken grotendeels voor
zichzelf – Audiard gaat nergens voor voor de hand liggende
symboliek, hij wordt nooit opdringerig. In de meeste films, en
vooral in Amerikaanse films, worden veranderingen in de personages
er altijd heel dik bovenop gelegd, zodat iedereen het begrepen zou
hebben. Hier niet – de ontmoeting met de muziekleraar is dan wel
een keerpunt, maar van dan af zien we Tom op een zeer langzame,
geleidelijke manier evolueren naar de persoon die hij diep
vanbinnen eigenlijk altijd al was. Een sleutelscène wat dat
betreft, is er één waarin hij met een vriendin in bed duikt – zij
komt de badkamer uit en staat in silhouet afgetekend in de
deuropening. We kunnen haar niet echt zien, enkel haar vorm in het
tegenlicht. Tom vraagt haar om even zo stil te blijven staan,
gewoon omdat ze er zo mooi uitziet – op dat moment geniet hij
simpelweg van haar schoonheid, los van de seks. En dat voor iemand
die aan het begin van de film de nieuwe vriendin van z’n vader nog
botweg een hoer noemde.
Romain Duris is bijzonder sterk in de hoofdrol – hij maakt van Tom
iemand die op geen enkel moment rust kan vinden in z’n leven.
Tijdens de repetities voor z’n pianostuk maakt hij keer op keer
fouten, gewoon omdat hij niet kan relaxen tijdens z’n spel. Hij
moét en zal alles zo driftig mogelijk spelen, alsof de éne noot de
andere met geweld moet wegjagen. Tot Miao Lin, zijn lerares, hem op
de vingers tikt en hem in haar beste Engels aanraadt om zich te
ontspannen en eens een nachtje goed te slapen. Als je naar hem
kijkt, moet je je wel afvragen hoe lang het al niet geleden is dàt
Tom nog eens een nachtje goed geslapen heeft. En dat komt voor een
groot deel door de acteerprestatie van Duris, die op een subtiele
manier de emotionele uitputting van Tom weet duidelijk te maken.
Kijk naar die bezeten blik, de manier waarop hij compulsief
luchtpiano speelt met z’n vingers. Dat soort van kleine dingetjes
kunnen een rol helemaal àf maken, en dat is wat hier gebeurt.
Daar komt nog bij dat alles in beeld werd gezet met een
onophoudelijk bewegende camera die de energie er doorgaans wel in
weet te houden en dat de soundtrack opvallend intelligent werd
samengesteld – Toms leven als huisjesmelker wordt geassocieerd met
elektro, zijn leven als pianist (uiteraard) met klassieke muziek.
Akkoord, een nevenplot rond een conflict van Toms vader met de
Russische maffia is er een beetje aan z’n haar bijgesleurd en oké,
het middenstuk van de film had best een iets hoger tempo mogen
hebben, maar wat dan nog? Dit is stijlvolle, krachtige cinema zoals
we die veel te weinig zien.