Een boek over de Balkan? Betekent dat een zoveelste poging om de wortels te ontrafelen van het gewapend conflict dat er ruim twee decennia geleden woedde? Geen auteur kan er onder uit, en toch heeft journaliste Irene van der Linde geen strikt afgelijnde waarheden voor ogen. Bloed en honing bevat geen antwoorden in klassieke zin, wel omvat het een veelvoud aan perspectieven op wat er is gebeurd en hoe de jarenlange oorlogen in de regio de tegenwoordige tijd er nog steeds definiëren.
Niet toevallig prijken er twee namen op de kaft. Nicole Segers, die instond voor de ronduit prachtige foto’s in dit boek, leverde net zozeer een wezenlijke bijdrage aan Bloed en honing. Vier reizen ondernam het duo naar de Balkan, omdat daar de grenzen van het huidige Europa liggen. De eerder verschenen titels Het einde van Europa (2004) en Het veer van Istanbul (2010) vormden reeds een onderzoek naar de staat van het huidige Europa, gedacht vanuit de vraag welke krachten er intern spelen en welke dynamieken er van buitenaf op inwerken.
Een zeer frappante observatie van het duo is dat de Balkan bij uitstek de regio is waar vandaag kan en moet worden nagedacht over de toekomst van wat eens een ongrijpbaar politiek ideaal was. Onder Tito was Joegoslavië een mengelmoes van talen, culturen en religies. Zijn gedachtegoed deed Slobodan Milošević evenwel kapseizen door nationalistische motieven uit te buiten en een oorlog uit te lokken, met als voornaamste motief allicht het versterken van zijn eigen machtspositie. Tot op vandaag wijzen Serviërs echter naar Kroatië als aanstichters van de Balkanoorlogen, en wel omdat hun roep naar onafhankelijkheid het failliet betekende van het Joegoslavische eenheidsdenken. De kip of het ei, nietwaar? De gevolgen zijn alleszins welbekend.
Waar van der Linde en Segers het voorbije decennium ook kwamen, feit is dat ze overal een andere geschiedenis aantroffen. De verregaande versplintering van de regio heeft een herschreven historie gecreëerd – nieuwe verhalen die de heersende verschillen onderstrepen en dus niet ontmijnen. Deprimerende vaststelling is dat in zowat alle betrokken landen nationalistische politici de dominante stem vertolken in het historische debat. Hoe kan de generatie die het conflict niet aan den lijve heeft ondervonden onder de brokstukken vandaan komen als de verhouding ten aanzien van de buurlanden nog altijd verongelijkt tot zelfs ronduit vijandig blijft? Hallucinant wordt het wanneer het duo steden als Mostar of Mitrovica bezoekt, plekken waar er twee soorten geschiedschrijving naast elkaar bestaan en er de dagdagelijkse realiteit bepalen.
Nergens is het trauma van de Balkanoorlogen volledig verwerkt. Ofwel laat Segers de littekens letterlijk zien met gehavende stedelijk panorama’s die post-apocalyptisch aandoen, ofwel interviewt van der Linde mensen die vastgeketend zitten aan wat er zich heeft afgespeeld. De verpaupering, de ongelijkheid qua kansen op onderwijs of werk, het religieus fanatisme dat maar al te graag wordt gefinancierd door Turkije of Saoedi-Arabië: het buskruit smeult na ongeveer vijfentwintig jaar nog na en als er niet snel een gemeenschappelijke koers wordt gevonden, is het maar de vraag welke catastrofe de regio op termijn te wachten staat. Intellectuelen menen dat alleen het Europese gedachtegoed een reïncarnatie kan betekenen van het Joegoslavië onder Tito: een grondgebied dat zich niet vergaapt op landsgrenzen of zich niet opsluit in religieuze of mythologische samenhorigheid ten koste van de ander, die als bedreigende vreemde wordt weggezet.
De rol van Europa was voor de eeuwwisseling al niet triviaal in de Balkan en vandaag is het belangrijker dan ooit om een dialoog op gang te brengen die een perspectief kan bieden voor een gigantisch gebied waar jongeren ofwel vertrekken op zoek naar een toekomst die het leven waard is, ofwel radicaliseren binnen hun eigen gelijk. En dat is op zijn beurt de grote uitdaging voor de Europese Unie zoals die er vandaag uitziet: de polarisering tegengaan, de democratische grondbeginselen van de rechtstaat overal waarborgen en een narratief schrijven waarin verbondenheid ondanks het verschil voorop staat, in plaats van omgekeerd. Het was die droom die schrijfster Rebecca West in Joegoslavië aantrof toen ze er in 1937 doorheen reisde. Vijf jaar later publiceerde ze haar reisverslag onder de titel Black Lamb And Grey Falcon en het zijn haar voetsporen die de weg voor Bloed en honing hebben geplaveid.
Zo valt alles in dit boek op zijn plaats: fotografie die abstract uitdrukt waar concrete woorden tekort schieten, opgevat als een koor van stemmen en beelden waarmee het oude Europa aansluiting vindt bij het huidige. Stop dat alles onder een kaft, vraag Uitgeverij Boom om het geheel luxueus uit te geven en je hebt een prachtstuk in handen. Een reis in bijna zevenhonderd bladzijden – door de tijd, door levens, door mythes en verhalen, door het hier en nu via het ginder ver weg.