Carl Schmitt :: Het begrip politiek

De Duitse filosoof en jurist Carl Schmitt was geen voorstander van een liberale maatschappij. In een scherpe en analytische stijl beschouwt hij een existentieel vriend/vijandbegrip als essentieel voor politiek waarmee hij zich in een traditie van Hobbes en Macchiavelli plaatst.

Moeten academici voluit deelnemen aan het maatschappelijk debat of dienen/mogen ze zich binnen de muren van de universiteiten ophouden en aldaar hun visies en reflecties zonder enige vrees neerpennen en uiten? Binnen de huidige gepolariseerde wereld dreigen veel denkers zichzelf te censureren uit angst aan twitter- en andere sociale mediaschandpalen geklonken te worden maar ook in onschuldiger tijden zagen academici zich door omstandigheden opeens aan de verkeerde kant van de geschiedenis staan en werden hun geschriften gebrandmerkt door hun doen en laten.

Niemand die daar meer over kon meespreken dan de Duitse filosoof Martin Heidegger die begin jaren dertig lid werd van de NSDAP en sympathiseerde met het naziregime onder Hitler. Hoewel hij al in 1933 zijn ambt als rector neerlegde, zou zijn blazoen ook na de oorlog besmet blijven en mee de controverse die over zijn geschriften leefde, blijven voeden. Maar Heidegger was niet de enige filosoof die tijdens deze ongure jaren bepaalde overtuigingen waar zag worden middels een duister regime. Ook de jurist en rechtsfilosoof Carl Schmitt zou zijn vingers verbranden aan de manier waarop hij het naziregime en haar ideeëngoed leek te rechtvaardigen en onderbouwen, zonder evenwel de genocidaire tendensen te kennen, laat staan te omarmen.

Schmitt, die een tijdgenoot van Heidegger was, mag dan wel weinig van zijn geschriften in het Engels vertaald zien worden, toch heeft hij net zozeer zijn stempel gedrukt op velerlei politieke denkers waarvan een niet onaardig aantal zich veeleer links (tot marxistisch toe) op het politieke veld bevinden. De voorbije decennia wordt Schmitt daarenboven door sommigen beschouwd als een voorloper van het Amerikaanse neoconservatisme terwijl zijn geschriften binnen China bij een aantal politieke denkers aan invloed gewonnen hebben sinds Xi Jianping de opperste macht heeft. Schmitts denkbeelden over democratie en staat blijven dan ook de nodige vragen oproepen, in het bijzonder het door hem beschreven onderscheid tussen vriend en vijand zoals hij uiteenzet in Het begrip politiek.

Het werk Der Begriff des Politischen verscheen een eerste maal in 1932 als een verdere uitwerking van een lezing uit 1927 samen met Het tijdperk van neutraliseringen en depolitiseringen, een herwerking van een lezing uit 1929. In 1933 verscheen een nieuwe versie van Het begrip politiek waarbij Schmitt de tekst sterk redigeerde en onder meer verwijzingen naar Joodse auteurs schrapte. Niet geheel verwonderlijk verzweeg Schmitt deze herwerking toen hij in 1963 opteerde voor een herpublicatie van het werk uit 1932 aangevuld met drie corollaria, een bibliografische oriëntatie en een uitgebreid voorwoord, die allen tot doel hadden zijn oorspronkelijke tekst(en) verder te duiden en te verhelderen. Het is die versie uit 1963 die gebruikt werd en wordt voor herdrukken en vertalingen, al is intussen ook de publicatie uit 1933 beschikbaar. Die laatste is echter vooral interessant voor historici gezien Schmitt zich hiermee vooral dienstbaar wenste te stellen aan het nieuwe regime, veeleer dan echt nieuwe inzichten te brengen.

Als conservatief denker keert Schmitt zich tegen al te liberale opvattingen en beschouwt hij zelfs een dictatuur en een sterk leiderschap als gerechtvaardigd onder bepaalde omstandigheden. De manier waarop hij politiek benadert en de nood aan een`vijand` beschrijft, is opmerkelijk te noemen te meer omdat Schmitt zijn visie helder kan onderbouwen en uiteenzetten waardoor ze alleen al dankzij zijn stijl en techniek verdedigbaar lijkt. Voor Schmitt zijn het begrip staat en politiek onlosmakelijk met elkaar verbonden en speelt een existentiële interpretatie van de vijand, deze die de andere is en met wie men zich louter om die reden in een conflictsituatie kan bevinden, de essentie van zijn denken.

Via een analytische doordenken neemt Schmitt deze ideeën als uitgangspunt om verdere stellingen over de staat, haar soevereiniteit en haar verhouding tot andere staten en de mogelijkheid van oorlog verder door te denken. Het meest opvallende hierbij is de logica die hij hanteert en hoe hij wars van persoonlijke appreciaties (Schmitt ziet bijvoorbeeld geen probleem in het aangaan van eonomische verhoudingen met de vijand) zijn grondidee verder uitwerkt. Na eerst het begrip staat en haar verhouding tot politiek beschreven te hebben, bouwt hij hierop verder om via vriend/vijandschap oorlog als een essentieel onderdeel van politiek te beschrijven. Het is dan ook aan de soevereine staat, die niet pluralistisch is, om de noodzaak van oorlog (en tegen wie) te bepalen want de wereld zelf is pluralistisch bij monde van verschillende staten. Een laatste reflectie rond onder meer antropologie en depolitisering van economie en ethiek ronden het werk af.

In het tweede artikel buigt Schmitt zich over verschillende stadia binnen een samenleving van theologisch tot economisch waarbij hij het besef vooropstelt dat depolitisering en neutraliteit voortkomen uit de verschuivende stadia die tot doel hadden conflicten te vermijden. Maar hoewel techniek oorspronkelijk neutraal was en haar begrippenkader voor een overeenstemming zorgde, gelooft Schmitt niet in een blijvende`vrede`. Wie de `techniek`als eerste echt beheerst, zal een overwicht halen waardoor de schijnbare neutraliteit opnieuw verdwijnt. Hoewel minder uitgesproken dan in zijn eerste lezing/artikel toont Schmitt ook hier aan hoezeer zijn vriend/vijandprincipe overheerst, zij het dat hij ditmaal een meer filosofisch-historische schets geeft van hoe de samenleving tot een slechts tijdelijk `staakt-het-vuren`is aanbeland.

De aanvullende corolloaria en oriëntatie lijken in het licht van Schmitts latere carrière en `val`vooral bedoeld te zijn om de teksten (opnieuw) in een ander licht te lezen en zijn vooral interessant voor wie een uitgebreide studie van Schmitts denken en evolutie wenst te ondernemen maar dragen op zich minder bij aan de twee basisteksten die een scherpe maar ook nihilistisch denker tonen. Wars van het parcours dat Schmitt gelopen heeft, toont hij zich hier immers als een begenadigd stylist, belezen auteur en gedurfde denken die zich binnen een eerder pessimistische traditie plaatst. Naarmate de herinneringen aan het Naziregime steeds meer vervagen tot de zoveelste aberratie binnen de geschiedenis, zal Schmitt dan ook steeds meer herinnerd worden voor zijn werk en geplaatst worden binnen de lijn van filosofen als Thomas Hobbes en Nicolai Macchiavelli.

Boom

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...

aanraders

Pierre Hadot :: De Sluier van Isis

Lang voordat het opnieuw populair was om de (Grieks-)Romeinse...

Francesca Stavrakopoulou :: God, een anatomisch onderzoek

Volgens rabbijn David J. Wolpe en ongetwijfeld vele anderen,...

Geert Buelens :: Wat we toen al wisten – De vergeten groene geschiedenis van 1972

Zijn de wonderen de wereld uit? Niet als Geert...

Paul Verhaeghe :: Onbehagen

Verklaren dat het huidig tijdsgewricht getekend wordt door zowel...

Jan Hertoghs :: Alles voor de Kempen

In Alles voor de Kempen schetst Jan Hertoghs een...

verwant

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in