Met Familieziek bewerkte Peter van Dongen de bestseller van Adriaan van Dis uit 2002 tot een indrukwekkend stripverhaal. In dit complexe familieverhaal kan van Dongen al zijn talenten als tekenaar en verteller volop botvieren.
Het leek wel een leuk idee van de uitgever van schrijver Adriaan van Dis. Voor van Dis zijn vijfenzestigste verjaardag zou er een stripbewerking verschijnen van een van zijn bekendste boeken, Familieziek (2002). Ondertussen is van Dis dit jaar 71 geworden en verschijnt dan toch eindelijk die langverwachte verstripping. De reden van die grote vertraging: Peter van Dongen. Hiermee doen we de getalenteerde Nederlandse stripmaker wel groot onrecht aan. Hoewel zijn productie inderdaad zeer spaarzaam is en hij aan elke beeldroman minstens vijf jaar werkt, mogen we zijn bijdrage aan deze strip zeker niet verengen tot een vertragende factor.
Met Familieziek bewijst Peter van Dongen immers nog maar eens wat voor een fenomenaal tekenaar én verteller hij is. De basis van deze strip mag dan liggen in de roman van Adriaan van Dis en diens leven, toch heeft van Dongen er een volledig eigen draai aan gegeven en sluit deze strip wat dat betreft mooi aan bij van Dongens vorige werk, het monumentale tweeluik Rampokan. Ook voor van Dongen vormt zijn verleden een belangrijk thema in zijn werk. Ook hij wil met delen van dat getroebleerde verhaal als migrant in Nederland in het reine komen. Van Dongen en van Dis vonden elkaar wonderwel in deze samenwerking die er vooral in bestond dat beide kunstenaars zichzelf konden blijven en ze elkaar nergens beknotten of beperkten. Van Dis stapte immers met een grondige kennis over het werk van van Dongen op hem af, waardoor hij al kon weten hoe die met zijn roman aan de slag zou gaan.
Tussen korte opdrachten voor strips en illustraties door werkte Peter van Dongen verschillende jaren aan Familieziek. Hij heeft het verhaal van de kleine Adriaan en zijn familie op een hartverscheurende manier uitgewerkt. Over een vader die als “meneer Java” voortdurend in twee getrokken wordt tussen herinneringen aan een thuisland en het zich zo goed mogelijk integreren in Nederland. Meneer Java kon dit niet aan en stevende zo af op conflicten met iedereen en een opname in de psychiatrie. Van Dongen heeft de verwarrende emoties die van Dis’ roman mee kenmerkten, feilloos in de strip verwerkt. Het is geen koude afrekening met een verleden. De strip toont ook net de complexiteit van de emoties die voortdurend schipperen. Ook de plek van van Dis als blanke jongen tussen zijn Indonesische zussen en de drukkende aanwezigheid van een “verdwenen broer” maken de sfeer in dit verhaal drukkend.
Met Familieziek wordt nog maar eens duidelijk dat het talent van een bewerker in grote mate mee bepaalt hoe geslaagd een bewerking in stripvorm kan zijn. Vorig jaar nog bewees Milan Hulsing met zijn versie van De Aanslag dat een stripbewerking veel meer kan zijn dan een gelegenheidshulde voor de oorspronkelijke roman. Ook Familieziek staat perfect op zichzelf met eigen verdiensten. Na het dichtklappen van dit indrukwekkende boek doet het als lezer vooral pijn te weten dat we weer lang zullen moeten wachten op nieuw werk van Peter van Dongen. Toch is dit nu niet helemaal het geval. Zo zal in 2018 het eerste deel verschijnen van een tweeluik dat hij samen met Teun Berserik tekent voor de reeks Blake En Mortimer, op een scenario van Yves Sente. Het slot volgt dan al in 2019. Van Dongen is alleszins bijzonder enthousiast over dit project en wil zo goed mogelijk in de pen van E.P. Jacobs kruipen. De eerste schetsen die verspreid worden, lijken alvast aan te geven dat hij in dit opzet zal slagen. Recent werd bovendien al aangegeven dat na dit tweeluik het duo van Dongen en Berserik een derde album van Blake En Mortimer zal tekenen op scenario van de grote Jean Van Hamme die voor dit verhaal uit zijn zelfverklaarde pensioen zal terugkeren.
De komende jaren beloven dus een ongewoon hoge dosis werk van Peter van Dongen te zullen bieden. Met Familieziek werd hiertoe een indrukwekkende start gegeven. Adriaan van Dis mag best trots zijn op zijn goede smaak. Door zijn keuze voor Peter van Dongen heeft hij kunnen aantonen dat zijn verhalen universeel kunnen zijn en over de grenzen van proza en stripverhaal heen lezers kunnen boeien.