Of het nu gaat om het eten van cherry pie in een American diner of het herwerken van personages van Willy Vandersteen, Stedho en Lectrr deinzen met Red Rider duidelijk niet terug voor een hype. Red Rider is een actualisering van de stripreeks De Rode Ridder en het onlangs verschenen De Zevende Scherf is het eerste van drie delen.
Allereerst, is een vergelijking met Amoras, de succesvolle herwerking van de stripreeks Suske & Wiske, nodig? Natuurlijk niet. In de eerste plaats zal Red Rider moeten bewijzen dat het de hype waaraan het deelneemt, kan overstijgen en niet louter een vangst is in de succesvijver van Amoras.
Tekenaar Stedho (Steven Dhondt) en scenarist Lectrr (Steven Degryse) steken hun ambities niet onder stoelen of banken: Red Rider, momenteel een Belgisch product, oogt opvallend aanlokkelijk voor Amerikaanse uitgevers. Die ambitie — we kunnen er niet omheen — heeft het verhaal en de personages bepaald. Een typisch Amerikaanse kijk op het conflict in het Midden-Oosten vormt het belangrijkste uitgangspunt. De clichés die daarmee gepaard gaan, ontploffende auto’s en bombastische gevechtsscènes, zijn de spil voor de actie. In dit eerste deel is er ruimte nodig voor het introduceren van de personages, zoals dat eigenlijk in de meeste eerste delen van een reeks het geval is. Actie op zijn Amerikaans is dus eigenlijk wel welkom. Ook de personages lijken zo uit Amerikaanse films geplukt te zijn, vooral de vele fanatieke en gewelddadige moslims springen in het oog. Het verhaal speelt zich af in het hedendaagse Irak en de Amerikaanse Midwest.
John “Red” Rider werkt voor het transportbedrijf RedEx en bezorgt pakjes, op een motor. Zijn aartsrivaal Bahaal, B’Hal in deze reeks, werkt samen met Al Qaeda en heeft zeven scherven van een magisch tablet nodig om de hel op aarde los te laten. Hij heeft er reeds zes en de zevende scherf, waar het verhaal om draait, wordt door Red aan de marginale goochelaar Merle (“Merlijn”) geleverd. Wie opdracht gaf voor de levering, is voorlopig nog niet duidelijk. Verder lijkt Celeste, een sympathieke roodharige CIA-agente, aan de kant van Red te staan.
Gelukkig blijft de tekenstijl van Stedho, ondanks de Amerikaanse ambitie, even zwierig en ‘schetsend’ vlot als voorheen. In deze Red Rider lijken zijn tekeningen zelfs nog (doel)treffender te zijn: elke prent is een keurig weergegeven situatie, mét een betoverende compositie en een onwaarschijnlijk gepast kleurenpalet. De kadrering doet dan weer wel, net zoals het verhaal en de personages, terugdenken aan Amerikaanse films. De pagina’s met vuurgevechten en ontploffingen kunnen eigenlijk gebruikt worden als storyboard voor actiescènes in een film. Lectrr, vooral bekend van zijn cartoons in De Standaard, bewijst zich in het eerste deel van Red Rider als een geboren verteller. Het verhaal leest vlot, de dialogen staan op punt en de beweegredenen van de personages lijken geloofwaardig. Tevens kan men na zelfs drie maal herlezen nog altijd nieuwe details ontdekken.
Naast de vele details, bevat de strip talloze knipogen die het herontdekken waard zijn. RedEx, een bescheiden knipoog naar het transportbedrijf FedEx, is al een eerste voorbeeld. In de CNN-spread wordt op een subtiele manier duidelijk welke rol Galaxa en Demoniah, personages uit de traditionele reeks, in een hedendaagse context invullen. “Zeven magiërs, zeven scherven.” Enkele van de magiërs vormden reeds in de echte wereld belangrijke figuren, een aandachtige lezer herkent ze meteen. Een moedige (her)lezer zou zich zelfs kunnen wagen aan de vele opschriften en de tekens uit vreemde talen.
Of Stedho en Lectrr de hype kunnen overstijgen, is momenteel nog even afwachten, maar het eerste deel van Red Rider is alvast een dijk van een album. Het verhaal en de setting kloppen simpelweg én de bombastische actie zorgt voor schwung. De vele details en knipogen maken dat het album de moeite is om blijven te herlezen.