Met een oeuvre van bijna 200 titels gold sciencefictionschrijver Philip K. Dick, net als veel van zijn vakgenoten, tot een veelschrijver om den brode. In tegenstelling tot de meeste onder hen — met Ray Bradbury als notoire uitzondering — ontsteeg Dick langzaam maar zeker zijn nichepubliek en vond hij een bredere groep liefhebbers die de literaire en filosofische kwaliteiten van zijn werk erkenden. Bovendien leende het zich uitstekend voor verfilmingen met Blade Runner, Minority Report en Total Recall als drie van de bekendste.
Dat de drie vermelde films, naast tal van andere, zo sterk van elkaar kunnen verschillen, heeft evenveel te maken met de verbonden regisseur en/of steracteur/actrice als met de eigenheid van Dicks werk. Hoewel zijn verhalen niet echt bol staan van de spannende actiemomenten of waanzinnige gewelduitbarstingen, heerst een vaak een ongeziene spanning en lichte paranoia. Dicks favoriete thema`s rond identiteit en werkelijkheid, en vooral hoe ze gemakkelijk verschuiven, lenen zich immers net zo goed voor een comtemplatief werk als voor een uitzinnige actiefilm en alles ertussen. Het bronmateriaal laat zich gemakkelijk plooien en hervormen zonder dat de essentie aangetast wordt. Het was dan ook slechts een kwestie van tijd vooraleer Dick in dit tijdperk van hoogstaande televisie en binge watching een eigen reeks zou krijgen.
De vraag was uiteraard voor welk werk uit het gigantische oeuvre zou worden gekozen. Het klassiek geworden Do Androids Dream Of Electric Sheep verwierf een deel van zijn roem via Sir Ridley Scotts Blade Runner, een intussen zodanig mythisch werk dat zelfs zijn sequel uit 2017 maar niet vanonder diens schaduw uitkomt. Een nieuwe vertaling was dan ook geen optie. Bovendien bewees de reeks Minority Report uit 2015 dat meesurfen op het succes van een verfilming niet noodzakelijk tot betere resultaten leidt. De berekende gok van The Man In The High Castle, een van Dicks klassiekers en opnieuw geregisseerd door Ridley Scott, wierp zijn vruchten af: seizoen drie is net van start gegaan, maar producent Amazon heeft al een vierde seizoen in de planning staan. Het op kortverhalen gebaseerde Electric Dreams (2018) kent vooralsnog niet eenzelfde succes, maar heeft nu wel zijn boekvariant.
De tien verhalen uit Electrische dromen zijn niet eerder gebundeld, maar werden wel, naast hun originele publicatie, uitgebracht in verschillende delen van het verzameld werk. De keuze voor de huidige bundel is gebaseerd op de tien kortverhalen waarop de televisiereeks gebaseerd is. Deze kent dan ook geen echte rode draad, behoudens uiteraard Dicks grote thema`s, en er is geen sprake van enige chronologische ordening. Dat hoeft echter geen bezwaar te zijn, want net als zijn romans blijven ook Dicks kortverhalen op zichzelf staan — niet in het minst dankzij het vermogen van de auteur om in enkele lijnen een hele wereld te schetsen. Met een gemiddeld pagina-aantal van twintig zijn ze bovendien net lang genoeg om enige spanning op te bouwen zonder dat de verhaallijn er onder lijdt.
De verhalen hier samenvatten, zou daardoor al snel tot een plotuiteenzetting leiden, al valt wel op hoe ze verhalen vertrekken vanuit thema`s als identiteit (“Menselijk is”, “Museumopstelling”), al dan niet gerechtvaardigde paranoïa (“De opgehangen vreemdeling”, “Het vader-wezen”), een dystopsiche maatschappij (“De kapmaker”, “Foster, je bent dood”), vragen rond wat de realiteit is (“De onmogelijke planeet”, “De forens”) en technologie die op hol slaat (“Verkoopspraatje”, “Autofab”). Bovendien worden deze thema’s vaak aan elkaar gekoppeld en krijgen ze zo goed als altijd een negatieve(re) invulling. Dat slechts bij een enkele verhalen geen negatieve (onder)toon valt te lezen, mag al even typerend heten voor Dicks aanpak.
Dat de bundel als geheel niet het niveau haalt van Dicks bekendste werken, hangt uiteraard voor een deel samen met het feit dat een kortverhaal nu eenmaal niet eenzelfde dramatische opbouw kan halen, maar komt vooral omdat nu eenmaal niet elk verhaal even sterk is. Bij sommige vertellingen weet Dick zich zo sterk op een thema en wereld te richten dat het verhaal in kwestie moeiteloos had kunnen uitgroeien tot een volwaardige roman zonder aan spanning of vertelkracht in te boeten, terwijl bij andere het geheel na een slordige twintig pagina`s al als afgerond beschouwd mag worden. Maar ook bij die laatste groep geldt een onderscheid tussen de korte sprint, die zonder meer overtuigd en van alle vet ontdaan is, en andere die weliswaar verdienstelijk zijn, maar zeker niet tot de top behoren. Het is een onevenwichtigheid die nu eenmaal samenhangt met Dicks gigantische oeuvre.
Liefhebbers van Philip K. Dick die zijn verzamelde werk niet in huis hebben en zich tot op heden zich beperkt hebben tot een of meerdere van de verspreid gepubliceerde verhalenbundels (waarvan bovendien het merendeel niet eens vertaald is), zullen, evenwel net als wie zich tot op heden beperkt heeft tot de romans, nog steeds pareltjes ontdekken in Elektrische dromen. De selectie mag dan wel gebaseerd zijn op de televisiereeks, geen enkel verhaal is minder dan degelijk te noemen, terwijl sommigen zich zelfs tot Dicks beste werk mogen rekenen. De ultieme verzameling is Elektrische dromen zeker en vast niet — daarvoor is ze te wisselvallig en te beperkt in omvang — maar ze geeft wel een mooie impressie en staalkaart van Philip K. Dicks stijl en thema`s, handzaam gevat in korte verhalen.