Olivier Péru heeft met Para Bellum eindelijk het slot van z’n tweeluik over Nosferatu klaar gekregen. En hiermee komt een einde aan een verhaal vol bloederig gratuit geweld en apocriefe geschiedenislessen.
Deel 2 begint zoals een goed horrorverhaal moet beginnen. We krijgen een flashback waarin het modale gezin Van Hess op weg is naar de verlaten blokhut van grootvader om te genieten van de natuur. Vogeltjes fluiten en herten vliegen door het beeld. Maar als lezer weet je dat er iets staat te gebeuren en dat geeft het geheel een grimmige sfeer. Uiteindelijk wordt het gezin overvallen door een vampierenbende die wel heel bloederig te werk gaat. Het hele gezin wordt uitgemoord. De oudste dochter wordt ontvoerd en de vader wordt verplicht om zich aan te geven als de dader om zijn dochter te sparen. Tijdens zijn verhoor komt hij in contact met een bende vampierenjagers. Dit leidt ertoe dat Van Hess, Van Helsing is niet ver weg, zich bij hen aansluit en de vampierenjager wordt die hij vandaag is.
Dan pas komt Nosferatu in beeld. Hij houdt zijn handlanger Vladica – die intussen gemerkt heeft dat Nosferatu de oorzaak was van de dood van zijn vrouw – gevangen. Dan wordt het verhaal een ware geschiedenisles. We zien hoe Nosferatu geworden is wie hij is. Blijkbaar werd hij samen met een zekere Jezus opgenomen bij de uitverkorenen van het Vampierenrijk. Het communiebloed en de mirakels krijgen plots een logische verklaring. In een volgende flashback krijgen we het verhaal van de vrouw van Vladica in beeld. De verwijzingen naar koning David en Lancelot van de Ronde Tafel (ook verstript door Péru in 2013) zijn overduidelijk.
Uiteindelijk wordt Van Hess gevangen genomen door Nosferatu en wordt, als vampier, zelfs diens rechterhand. Samen gaan ze op pad om andere vampieren uit te schakelen en om Van Hess zijn wraak op de moordenaars van zijn familie te laten botvieren. Uiteindelijk worden we van het ene been op het andere gezet en komt zelfs de dochter van Nosferatu, Elisabeth, half mens en half vampier, in het vizier. Zij blijkt hét geheime wapen om Lybria, de oorspronkelijke meesteres van Nosferatu, uit te kunnen schakelen.
Péru bewijst ook in dit slotstuk dat hij een scenario kan schrijven. Toch zijn de overgangen tussen de verschillende flashbacks vaak verwarrend. Daarbij komt nog het gegeven dat vampieren de gedaante van een andere vampier kunnen aannemen. Dat maakt dat je het boek niet tussendoor even opzij kan leggen. Het vergt een serieuze inspanning om de draad niet kwijt te raken. Dit zorgt ervoor dat het grafische werk van Stefano Martino het wint van de verhaallijn. Zowel zijn lijnvoering als de sfeerschepping door kleur en personages neigen naar de perfectie. Daarnaast heeft heeft Daedalus de oorspronkelijke Franse matte cover gepimpt met enkele strategische laklaagjes waardoor de hardcover een echt juweeltje wordt. Misschien was een driedelig verhaal beter uit de verf gekomen. In dit deel overheerst de tekst iets te veel waardoor het overzicht verdwijnt. Een trager niveau waarbij de tekeningen het verhaal zouden vertellen had hier een topper van gemaakt. Nu is het een ‘net niet’.
Het ziet er niet naar uit dat Nosferatu nog een vervolg krijgt. Of Van Hess zou een spin-off moeten worden. Maar dat de wegen van Péru en Martino nog kruisen, zou zeker geen slechte zaak zijn voor het stripuniversum.