2014 komt in zicht en dus stijgt het aantal uitgaven omtrent de Eerste Wereldoorlog. Tussen al dat stripgeweld is voor Ambulance 13 een weinig betekenisvolle rol weggelegd.
Het scenario van de reeks werd geschreven door het duo Cothias (bekend van o.a. De verlichte markiezin en De wind der goden) en Ordas, dat ook romans bij mekaar pent. De heren voeren een jonge luitenant-chirurg op die aan het front een gesneuvelde voorganger moet vervangen. Bouteloup probeert zich zo snel mogelijk in de gratie van zijn nieuwe makkers te werken door zich sterk te houden tussen rondvliegende obussen en verminkte lichamen. In erbarmelijke omstandigheden maakt hij kennis met de gruwelen van de loopgravenoorlog. Of wat had u gedacht?
De auteurs nemen de tijd om het hoofdpersonage grondig te duiden. Via zijsprongetjes komen we het een en ander te weten over zijn kleine broer, zijn studententijd, de vader die een hoge pief blijkt te zijn… Op natuurlijke wijze worden flashbacks verweven met het heden van 1914-18 en krijgt de lezer langzaamaan een duidelijk beeld van wie Bouteloup is. De andere personages — makkers, verplegende nonnetjes en allerlei officieren — blijven volledig onderbelicht waardoor ze niet meer dan storende passanten zijn.
De tekeningen van Alain “Ardem” Mounier (die meewerkte aan Empire USA en De tien geboden) stellen weinig voor. De covers van de paperback-uitgaven (Saga lanceert de strip zowel integraal met hardcover als in twee softcover-delen) verraden nochtans dat er iets met dit verhaal aan te vangen is. De afbeelding van Bouteloup op Bloedkruis toont een jonge man, fier rechtopstaand aan het besneeuwde front. Op In naam van de mannen zit hij gewond op een stoel, de ogen troosteloos teruggetrokken in de oogkassen, met de hand van een verpleegster steunend op de schouder. Van deze evolutie is elders in de tekeningen helaas niets terug te vinden. De kadertjes tonen stuk voor stuk kil, inspiratieloos tekenwerk dat in de verte doet denken aan pakweg Bouncer, maar dan zonder de magistrale gelaatsuitdrukkingen en zorgvuldig gecomponeerde bladspiegel.
Ambulance 13 lijkt bij aanvang van het tweede deel in een definitieve plooi te vallen. Bouteloup redt een gewonde soldaat door een plaatselijk staakt-het-vuren te regelen met een Duitse officier. De fortuinlijke kameraad vindt dat hij daardoor niet eervol is kunnen sterven, waarna Bouteloup zich moet verantwoorden voor zijn contact met de vijand. Papa doet er thuis nog een schepje bovenop door de familie duidelijk te maken dat het niet meer dan normaal is dat zoonlief voor de krijgsraad verschijnt. Net wanneer de strip begint aan te voelen als een aanklacht tegen de absurde oorlogslogica van de Grote Oorlog zijn enkele woorden van een verpleegster voldoende om het hele gedoe een halt toe te roepen. De verhaallijn wordt bruusk afgesloten waarna Bouteloup voor de duur van een 30-tal pagina’s terugkeert naar de dagdagelijkse oorlogsrealiteit.
Het verwarrende, haperende scenario doet vermoeden dat deze cyclus allesbehalve een afgerond verhaal omvat en dat het vervolg, in het Frans verschenen als Les braves gens, noodzakelijk is om het grote geheel te begrijpen. Waarom de auteurs deze twee delen als een op zich staande minireeks concipieerden en bij de uitgeverij niemand op het idee kwam om de lezer meteen een volwaardige vertelling aan te bieden, is ons een raadsel. Deze niet bepaald adembenemende inleiding nodigt alvast niet uit om het derde deel in huis te halen.