Torhout, 3 september 2011
In
Torhout zijn er sinds vorig jaar een aantal mensen actief die het
roemruchte festivalverleden van hun gouw willen doen herleven. De
eerste versie van het nieuwe, nogal amibtieus getitelde
Masters@rock festival is me volledig ontgaan. Editie 2011 kon ik
echter niet missen, niet alleen speelde mijn favoriete groepje,
Therapy?, er zijn
enige Belgische concert, ook de ernstigste pretpunkers uit Limburg,
De Heideroosjes,
waren er samen met onder meer kings of comeback Channel Zero en
afrekeningbestormers als Flatcat en Diablo Blvd. Voor mij begon de
middag echter met een heet en plakkerig autoritje naar het hart van
West-Vlaanderen. De vrees voor files op deze zeewaardige
septemberdag bleek onterecht en dus zag ik nog zo goed als het
volledige optreden van de Wolfbanes.
Wolfbanes komen uit Lier, net als de Kreuners en Mintzkov
en op basis van het optreden in die smoorhete Torhoutse hangar moet
ik bekennen dat ik beide leuker vind. De eerste groep is misschien
nog een paar jaartjes belegener maar daar kan ik tenminste de
nummers van meezingen en de tweede heeft al eens een fijn
melodietje geschreven dat blijft hangen. Sorry Wim(meke) Punk en
zeker sorry Monsieur Paul maar ik had liever wat langer op mijn
terras gezeten dan jullie belegen en nogal fletse poppy punk te
horen. De band voelde zich best in zijn sas en er straalde wel een
zekere gloed van het podium in de menigte. Misschien was het
slechts de reflectie in mr. Punks glitterpak, maar het was
onmiskenbaar. Als optreden stelde het echter niet veel voor.
Getelefoneerde nummers, statische presence. Zelfs niet met vier
gitaren kon deze zogenaamde punkgroep een vuist vormen. Toen er dan
nog enkele technische probleempjes de kop opstoken, was de rek er
helemaal uit. Jammer om een gewaardeerde rockgroep uit de
vaderlandse geschiedenis zo te zien sukkelen.
Toen ik De Heideroosjes voor de eerste keer
hoorde, was zanger Marco Roelofs nog een even smalle spriet als ik
en speelden ze uitsluitend in jeugdhuizen en op minifestivals. De
tijden veranderen. De Heideroosjes scoorden wat bescheiden hitjes
speelden ondertussen op ongeveer alle grote podia en Marco ging
trainen. Die training kan hij goed gebruiken want hij gaat nog
redelijk energiek tekeer op het podium samen met de gespierde riffs
van ‘Scapegoat Revolution’ en ‘Lekker Belangrijk’ zette dat meteen
de toon voor het optreden. De Heideroosjes zijn een
super-gerodeerde livegroep (ze speelden dat weekend bijvoorbeeld
drie keer op twee dagen) en dat hoor je. De nummers worden strak en
energiek richting verhitte menigte geslingerd. Je hoort het ook aan
de soms wat kige bindteksten die hun authenticiteit onderweg
ergens verloren hebben. We onthouden wel dat ze ‘Ik Zie je Later’
opdroegen aan de slachtoffers van Pukkelpop. Persoonlijk vond ik
dit veel pakkender dan die halfslachtige minuut stilte van 40
seconden later op de avond. ‘Break the Public Peace’ werd
opgedragen aan al die kleine zaaltjes waar ik het al over had. Een
nieuw album is klaar en komt binnekort uit en daar werd dus een
nummertje uit gespeeld. Deze festivalset bestond echter overwegend
uit de bekende meezingers inclusief oudjes als ‘I’m Not Deaf I’m
Just Ignoring You’, ‘ Sjonnie en Anita’, ‘Iedereen is Gek’ en een
Social Distortion-cover. Onder de vorm van ‘I Gotta Feelin” van de
Black Eyed Peas werd er ook een ludieke cover gespeeld die wat mij
betreft gerust vervangen had mogen worden een eigen nummer. Op een
festivalmiddag gaat zo’n frats er misschien nog net in maar een
nummer dat even smakeloos is als de festivalfriet breekt de
spanningsboog nogal abrupt in twee. Soit, tijdens het afsluitend
duo kreeg het publiek nog meer van waarvoor het gekomen was.
‘Damclub Hooligan’ bracht nogal wat aanwezige Blue Army-leden in
verhitte bierextase en het Heideroosjes’ oernummer ‘United Scum’
brengt ook in ondergtekende nog steeds de pogoënde tiener naar
boven.
Diablo Blvd. kan je na twee albums en behoorlijk wat
aandacht moeilijk nog als een nieuwe groep beschouwen maar het was
wel mijn eerste live kennismaking met hen. Eerlijk gezegd was die
niet over de hele lijn positief. Tijdens een aantal nummers ging de
nogal luid gemixte stem van Alex Agnew wat uit de bocht. Niet dat
het de boel om zeep helpt maar het stoort toch een beetje. Verder
weinig kritiek op het ‘zanger-personage’ van de komiek. Zijn
oproepen tot circle-pits en een wall of death zijn wat
geforceerd en puberaal maar dat is zijn publiek ook en dat
gehoorzaamt gedwee. De muziek is ondertussen wel bekend: een
mengeling van gespierde stadionrock en moderne metalriffs omkleed
met Agnew’s Danzig-achtige zang. Dat is potentieel erg aanstekelijk
maar het heeft op papier al evenveel potentie voor cheesy
miskleunen. Gelukkig is het meestal het eerste met uitschieters in
de vorm van recente hit ‘Black Heart Bleed’, ‘Dying Within’, eerste
single ‘Scarred & Undefeated’ of de titeltrack van het laatste
album. Tijdens het aan de vrouwen opgedragen ‘Communion’ of het met
breakdowns gelardeerde ‘Conquer All’ heb ik het gevoel dat de band
zich wat vertilt aan al hun invloeden en ideeën. Je kan er echter
niet omheen, Diablo Blvd is een band die er staat en wie weet nog
eens tot een echte sensatie uitgroeit.
Het grootste live metalpronkstuk van ons land is natuurlijk
Channel Zero. Franky DSVD en zijn kornuiten
verbaasden zichzelf en alle andere ademende organismen in ons land
met het succes van hun reünie. Dat succes was in eerste instantie
gebaseerd op nostalgie en een sterke podiumact. Daar komt nu ook
nieuw materiaal bij. Van ‘Feed ‘em with a Brick’ werden
verschillende nummers gespeeld zoals een sterk ‘Freedom’, een
venijnig ‘Angels’ Blood’ en natuurlijk het uitbundig meegekeelde
‘Hot Summer’. Het was vanaf dat moment dat het viertal echt goed op
dreef kwam en de vonk oversloeg. De openingsnummers werden nogal
snel afgehaspeld en met name ‘Mastermind’ en ‘Unsafe’ kwamen niet
zo goed uit de verf. Zonde, want zeker dat laatste nummer is een
knaller en de liveversie van vorig jaar op Pukema Rock zindert nog
na. Tijdens de hele set waren vooral Franky DSVD en drummer Phil
zich overduidelijk aan het amuseren. Het herinneringen ophalen aan
de Torhout-Werchter hoogdagen was meer dan een vanzelfsprekende
bindtekst. Soms leek er zelfs een beetje nonchalance in het spel te
kruipen maar Franky’s ijzersterke stem en bigger than life
podiumpersonage hielden alles recht. En maakt dat uiteindelijk veel
uit? Als je een optreden kan afronden met onverwoestbare hardstalen
metal-anthems als ‘Heroine’, ‘Suck My Energy’, ‘Help’ en ‘Black
Fuel’, dan is alles wat ervoor kwam toch grotendeels vergeten. Een
geslaagd optreden dus en voor een flink pak aanwezigen
waarschijnlijk de echte headliner.
Die positie was echter weg gelegd voor het Noord-Ierse instituut
Therapy? Ook zij hebben heel wat herinneringen op
te halen aan diverse Torhout-Werchter-passages. De hangar waarin
het podium opgesteld stond liep helemaal vol. Daar zat ook het
opkomende onweer voor iets tussen. Het zorgde wel voor een gepaste,
broeierige, wat gespannen sfeer voor de luidruchtige punk/metal
hybride rocksongs van het drietal, ook al probeerde Andy de sfeer
wat te verluchtigen middels een fragmentje ‘Singing in the Rain’.
Ze spelen vaak in ons land maar dit was hun enige Belgische
optreden deze zomer en vele fans waren op post. Zoals steeds was
ook nu hun ‘Troublegum’ album het best vertegenwoordigd in de
setlist. We kregen eveneens twee gloednieuwe tracks te horen van
het begin 2012 te verschijnen album, dat al enkele maanden klaar
is. ‘Living In the Shadow of a Terrible Thing’ onthouden we in
ieder geval als veelbelovend en mogelijk zelfs een nieuw ijkpunt
tijdens optredens, zoals van latere albums ook het verschroeiende
‘Rust’ of het bezwerende ‘Exiles’ dat werden. Verder bestond de set
nog uit vaste waarden als ‘Teethgrinder’, ‘Potato Junkie’ en
‘Stories’. Die beide laatsten werden al vrij vroeg tijdens het
optreden weggegeven. Wat kunnen we verder nog zeggen? Therapy?
kwam, genoot van het publiek en deed waarvoor we ze kennen en terug
willen zien: rocken! In ieder geval bleek het een waardige
afsluiter voor deze tweede Masters@rock die ons de regen even deed
vergeten. Dat veranderde toen we op de parking kwamen en er een
traktor aan te pas kwam om weg te geraken. Dat kon echter een
geslaagde dag niet bederven.