Tweehonderd jaar geleden overleed Donatien Alphonse François de Sade, schepper van monotoon en monomaan pornografisch werk vol bestiale barbaarsheid zoals De 120 dagen van Sodom, Justine of De tegenspoed der deugdzaamheid of Juliette of De voorspoed van de ondeugd. Simone de Beauvoir raadde ooit aan om diens boeken te verbranden.
Heden ten dage lijken we na het recente megasucces van Vijftig tinten grijs (E. L. James) allen in de ban van het sadomasochisme, maar de geschriften van de notoire libertijn Markies de Sade hebben weinig uitstaans met deze vorm van doodbrave fluterotiek. Het infernale werk van Sade lijkt eerder voer voor schrijvers, psychiaters, psychologen, seksuologen en psychoanalytici, maar filosoof Lode Lauwaert (1981) gaat in zijn boek Markies de Sade (ondertitel: Essays over ethiek en kliniek, literatuur en natuur) toch na waarom zoveel denkers uit de naoorlogse Franse filosofie, zijnde Pierre Klossowski, Maurice Blanchot, Georges Bataille, Jacques Lacan, Roland Barthes en Gilles Deleuze, de literaire creaties van deze illustere figuur aan een grondige analyse hebben onderworpen. Hun focus lag vooral op taal en tekst, de historische Sade was bij hen van weinig tel.
Eerst duikt de auteur iets dieper de geschiedenis in en bespreekt – weliswaar in vogelvlucht – de vier vormen van libertinisme, gaat in op het roerige leven – waarvan 27 jaar in de bajes – van de markies zelf en snuffelt even aan twee eeuwen ‘Sadereceptie’. Deze hoofdstukjes in het boek zijn vlot leesbaar, daarna volgen een tweehonderdtal bladzijden met taaie verhandelingen en stokt noodzakelijkerwijs het leestempo.
Lauwaert besteedt een dertigtal bladzijden aan elke filosoof en hanteert, ondanks de zware thema’s, een fijne, creatieve schrijfstijl en slaagt er best in om op systematische manier de opvattingen van vaak hermetische denkers over Sade kraakhelder uit te leggen. Hij kwijt zich consciëntieus aan zijn taak om te verduidelijken en de inzichten begrijpelijk uit te werken: Lauwaert is royaal met zinsneden als “anders geformuleerd”, “even recapituleren”, “kortom”, “met andere woorden” om de lezer bij de les te houden, herhaalt meer dan voldoende en last hier en daar verhelderende voet- en eindnoten in.
Er wordt van de lezer dus een inspanning gevraagd voor essays die met mondjesmaat moeten en zullen worden gelezen. Of het nu – in een van de betere uiteenzettingen – gaat over de geste, de sodomie en de androgynie of over het lijden van de sadist zoals bij Klossowski of over ‘discontinue entiteiten’ of ’la part maudite’ bij Bataille, het zijn menigmaal boeiende beschouwingen met her en der korte uitstapjes naar bv. het gnosticisme, de stoïcijnen of Tom en Jerry. Lauwaert gaat – ook al zonder de pretentie exhaustief te zijn – de verschillende studies niet vergelijken, noch probeert hij te achterhalen of de interpretaties aanneembaar zijn, maar hij slaagt met verve in zijn opzet om een glashelder beeld van de naoorlogse Sadelectuur weer te geven.
In de gedachtegang van de ene filosoof kan je al meer meegaan dan in die van de andere: zo leest Barthes makkelijker en zijn diens stellingen aannemelijker dan die van de schimmige Lacan. Ook zal de lezer niet kunnen weerstaan aan de vraag naar de (on)zinnigheid en deugdelijkheid van vele ideeën en schrijfsels van deze Franse filosofen. Wij dachten onwillekeurig aan de hoax van de Amerikaanse fysicus Alan Sokal en het boek Impostures intellectueles dat Sokal samen met Jean Bricmont schreef en waarin het postmoderne gezwatel, de luchtkastelen en protserige quatsch van warrige penseurs als Lacan of Deleuze ontmaskerd werden.
Markies de Sade is verre van makkelijk of luchtig en wie zich aan gepopulariseerde levensfilosofie verwacht, zal zich dus aan dit boek mispakken. Deze essaybundel mag dan wel schitteren door eruditie en een streven naar bevattelijkheid, het is nog zeer de vraag of een leek in de filosofie naar de boeken van Sade of de werken van de besproken naoorlogse filosofen zal teruggrijpen. Het boek Markies de Sade zal de modale lezer eerder aanzetten om meer over het leven van de befaamde markies aan de weet te komen.