Britser dan de Britten, zo lijkt de in Japan geboren maar als sinds zijn vijfde in Groot-Brittannië wonende Kazuo Ishiguro wel te zijn. De man die zijn naam als auteur voorgoed vestigde met The Remains Of The Day (1989) en tien jaar geleden nog hoge ogen scoorde met Never Let Me Go (vijf jaar geleden opnieuw uitgebracht) is eindelijk terug met een nieuw verhaal, dat zich — tromgeroffel — afspeelt in het vroegmiddeleeuwse Engeland.
In een onbestemd tijdperk – al laten een aantal elementen waaronder de vermelding van de gestorven koning Arthur vermoeden dat het de vroege zesde eeuw betreft – tracht een ouder wordend Brits echtpaar zichzelf nog nuttig te maken binnen hun kleine gemeenschap die grotendeels ondergronds leeft. Het is een hard maar eenvoudig leven waarbij de dreiging van vreemdelingen en bovennatuurlijke wezens zoals geesten en trollen nooit ver weg is. De laatste tijd lijkt echter nog een andere plaag het land te teisteren: de mist van vergetelheid. Het is niet alleen het oudere echtpaar Axl en Beatrice dat steeds meer moeite heeft om zich zaken te herinneren, ook hun dorpsgenoten lijden aan dezelfde plaag.
Hoewel ze zich hun zoon maar vaag herinneren, besluiten Axl en Beatrice naar het dorp te reizen waar hij zou verblijven, in de hoop dat ze hun laatste jaren met hem slijten kunnen. Tijdens hun tocht houden ze halt in een nabijgelegen Saksisch dorp waar ze een rondtrekkende Saksische krijger ontmoeten. Die wordt gevraagd om een jongen uit het dorp te redden, die in de handen van enkele trollen is gevallen. Ondanks de succesvolle reddingsoperatie wordt snel duidelijk dat de bijgelovige dorpsbewoners de krijger en de jongen liever kwijt zijn, waarop deze besluiten samen met het oudere echtpaar door het overwegend Britse grondgebied te trekken.
Niet alleen blijft het grondgebied ondanks de vrede onder de legendarische koning Arthur immers vreemd terrein voor de Saksen, ook Axl zelf lijkt bij de krijger bepaalde herinneringen op te roepen. Wanneer het gezelschap de oude ridder Gawain, die nog onder Arthur gediend heeft, ontmoet, neemt het verhaal een nieuwe wending. Zo lijkt er een band te zijn tussen Gawain en Axl, al ontkent de eerste het en kan de tweede het zich niet herinneren. Ook het nabijgelegen klooster waar de oude monnik en geneesheer Jonus leeft, verbergt bepaalde geheimen die wel eens te maken zouden kunnen hebben met de mist van vergetelheid die het land teistert.
Echte stroomversnellingen in het verhaal komen er echter niet. Axl en Beatrice ondergaan de gebeurtenissen en worden meegetrokken door de machinaties en geheimen die eenieder die ze op hun pad ontmoeten heeft en die bovendien allemaal verband lijken te houden met de draak Querig, waar Sir Gawain al sinds Arthurs tijd jacht op maakt. Dat ook Axl en Beatrice uiteindelijk op datzelfde pad belanden, mag niet verbazen, net zomin als het feit dat het lot van de verschillende spelers (ook zij die eerder in het boek aan bod kwamen) op de een of andere manier met elkaar verbonden is. Toch is ook die ontwikkeling slechts een aanloop voor het ware thema van het boek, dat, hoewel aanwezig doorheen het hele verhaal, pas op het einde ontrafeld wordt.
Vergeten reus kreeg in de Engelstalige pers overwegend negatieve kritieken. Daarbij vormt vooral de boodschap die Ishiguro zeker naar het einde toe niet altijd even subtiel brengt het grootste struikelblok. Toch is die kritiek niet correct. Hoewel zeker opgemerkt mag worden dat de filosofische vraagstukken die het boek naar voren schuift niet baanbrekend zijn, is het veeleer de twijfel en vraag of men wel de juiste keuzes heeft genomen die het boek zijn waarde verlenen. Ishiguro mag dan wel met ‘simplistische’ antwoorden komen, in Vergeten reus wil hij vooral de vragen stellen. De belangrijkste vraag die hij oppert, is welke prijs men voor vergeten dient te betalen en of deze het ook waard is. Vergeten reus is prozaïsch en wrang maar net die eenvoud laat de lezer zonder dat hij het ten volle beseft enigszins verweesd achter.