Met Hoogteverschillen schreef Julian Barnes een onconventioneel boek in drie delen. Hierin bewandelt de schrijver het pad van de non-fictie, over dat van het kortverhaal, om te eindigen met een autobiografische uitwijding over verdriet en rouw. De manier waarop er eenheid in deze diversiteit komt, de manier waarop er met betekenislagen wordt gespeeld, getuigt van groot meesterschap. Dezelfde superlatieven gelden voor Barnes’ stilistische finesse. Maar boven alles kenmerkt Hoogteverschillen zich door een ontroerende wijsheid, een verbluffende inkijk in de menselijke psyche.
Vijf jaar gelden stierf Barnes’ echtgenote Pat Kavanagh aan kanker. In datzelfde jaar verscheen Barnes essayistische boek Niets te vrezen, waarin de dood een prominente rol vervult. Het is een deels autobiografisch werk, geïnspireerd door talloze twistgesprekken met de broer van de schrijver, een gerenommeerd filosoof. Zijn eerste roman sinds die dramatische gebeurtenis was Alsof het voorbij is, waarmee Barnes de Man Booker Prize 2011 won. Aan de oppervlakte is dit een spannend verhaal, met morele dilemma’s, gaat maar dit kleinood gaat vooral over de onbetrouwbaarheid van herinneringen. Ergens tussen roman en autobiografische uitwijding is er nu Hoogteverschillen: een hybride werkstuk dat aankomt als een mokerslag.
Het boek opent met een snedig stukje non-fictie. Barnes slaagt erin de verwondering voor de eerste aeronauten op te wekken. Via de intrigerende figuur van Nadar koppelt hij dit aan de fotografie. Niets staat er voor niets in dit eerste deel: Barnes zal er op ingenieuze wijze in slagen bepaalde beelden als metaforen te laten opduiken verderop het boek. Een van de bekende figuren die Nadar in de tweede helft van de negentiende eeuw zal fotograferen is de Franse actrice Sarah Bernhardt. Niet toevallig het object van de hevige liefde van een andere aeronaut: Fred Burnaby. Ballonvaart en fotografie staan in een hartverscheurend kortverhaal, de centrale sectie van het boek, voor betovering en waarheid die samen liefde construeren. Barnes schrijft hier al dat “elk verhaal van liefde een potentieel verhaal van verdriet is”, en niets zal meer waar blijken in het autobiografische relaas dat het sluitstuk vormt van Hoogteverschillen. Hierin beschrijft Barnes op onnavolgbare wijze hoe hij omgaat met het verlies van zijn vrouw. De eerlijkheid, de luciditeit van zijn gedachten en de emotionele rijkdom slaan simpelweg met verstomming.
Dit derde deel is getiteld Het verlies van diepte, de diepte van de onderwereld waarin Orpheus afdaalde om zijn geliefde Eurydice terug te krijgen. Metaforen die niet meer geldig zijn na de dood van God, zodat we ons moeten beroepen op dromen en herinneringen. Dat deze herinneringen verraderlijk zijn, kwam al aan bod in Alsof het voorbij is, maar nu komt er een hele dimensie aan existentialistisch geladen thema’s bij. Van eenzaamheid en verdriet tot het dubieuze succes van de rouw. Met Hoogteverschillen heeft de economie van middelen in Barnes’ stijl een hoogtepunt bereikt. Hier is een schrijver aan het werk die een puurheid en kernachtigheid van de hoogste klasse bereikt. De meesterverteller kenmerkt zich door op geen enkel moment weerstand op te roepen en toch complex te zijn. Op de meest natuurlijke wijze raakt de lezer betrokken in een materie die tussen de regels door verzadigd is met wijsheid. Nooit uitleggerige, nooit stoefende en toch inzicht gevende literatuur. Klasse.