Dying Fetus is een oude bekende voor iedereen die een degelijke
portie muzikale terreur kan verdragen, zelfs één van de zeldzame
bands die erin slagen uiterst agressief en haatdragend te klinken
maar tegelijk toegankelijk zijn. Vandaar mijn enthousiasme toen ik
deze bespreking kreeg toegewezen. Met hoge verwachtingen stak ik
het schijfje, dat alweer voorzien is van een artwork dat er niet om
liegt, in mijn cd-speler. Het eerste wat opviel, was de erratische
gitaarstijl. De razendsnelle riedeltjes, de van de hak op de tak
springende riffs, het contrast tussen (ietwat) tragere, lompe
stukken en op lichtsnelheid voortrazende momenten.
Trademark Dying Fetus, maar indrukwekkend als altijd. Ik
kan me voorstellen dat niet iedereen er door gecharmeerd is, maar
niettemin blijft het een sterk staaltje gitaarbeheersing.
Helaas geven de andere instrumenten meer aanleiding tot licht
ongenoegen. Laat ons beginnen met de drums. Qua snelheid twijfel
ik. Het gaat uiteraard erg snel, maar op ‘War of Attrition’ staat
weinig om van achterover te vallen. Een onbekende, getrainde
drummer kan zelfs met gemak eenzelfde tempo aan. Over het
departement ‘originaliteit’ rijzen er nog meer bedenkingen. Waar de
drums op ‘Destroy the Opposition’ nog verbaasden, valt hier maar
weinig inventiviteit te noteren. Dubbele bas, blastbeats,
snare-drum, cimbalen, het zit er allemaal in maar het is
voorspelbaar. Behoorlijk vervelend voor een metal-cd, want die
staan of vallen meestal door het drumwerk en (het gebrek aan)
originele drumpatronen. Met snelheid alleen kom je er niet, maar
van iemand die nog bij Judas Iscariot, Krieg en Forest of Impaled
heeft gedrumd, is dat gebrek aan originaliteit weinig verrassend.
Je krijgt de indruk dat John Gallagher, het meesterbrein achter
Dying Fetus, weinig tijd had om een echt goeie drummer aan te
trekken.
Ook van het baswerk word je niet vrolijk. Terwijl bij Aborted, een band die
zich toch ergens in bevriend gebied ophoudt, de basgitaar gebruikt
wordt om de nummers een zekere groove mee te geven, verraden enkel
de credits dat ene Sean Beasley de vier snaren betokkelt. Die man
doet echter en gelukkig een veel betere job als screamer. Maar ook
hier weer weinig origineels. De vocalen van John Gallagher zijn een
ander verhaal. Diep, agressief en rauw, zoals het moet. Het blijft
een raadsel hoe deze man album na album zijn strot zo kan
mishandelen zonder een torenhoge rekening bij een keelarts te
hebben.
De songs zelf zitten goed in elkaar, maar van Dying Fetus mag je
ook niets minder verwachten, en dat is een beetje het probleem van
deze plaat. Mocht dit een onbekende groep zijn die zijn debuut
maakt, zouden de superlatieven niet van de lucht zijn, maar helaas
heeft de Stervende Foetus met platen als ‘Destroy the Opposition’
en ‘Stop at Nothing’ de lat wel erg hoog gelegd. Dit album is dan
ook een beetje teleurstellend in het licht van eerdere releases.
Zeker na een wachttijd van vier jaar viel een vooruitgang in
kwaliteit te verwachten. Dying Fetus blijft ter plaatse trappelen
en in sommige opzichten zetten ze zelfs een stapje terug.
Opmerkelijk is dat het ook met het luisterplezier minder gesteld
is. Dying Fetus is altijd al een tank van een band geweest, maar
deze keer verzuipen de nummers meermaals in hun eigen
agressiviteit. Na de vierde song krijg je de indruk dat alles al
eens gepasseerd is, enkel in een andere volgorde, een valkuil die
Gallagher en co op vorige albums met brio wisten te ontwijken.
‘War of Attrition’ is zeker geen slechte plaat, maar Dying Fetus op
topniveau is het niet. Fans van de band zullen dit een goede
aanvulling op hun discografie vinden, maar nieuwelingen raden we
eerder ‘Destroy the Opposition’ aan.