De
tweede dag van het Zottegemse Dunk!festival kende hetzelfde
principe als de eerste: vijf bands volgden elkaar op, waarvan
drie Belgische en twee buitenlandse. Op zaterdag was er iets meer
plaats voor de ‘klassieke’ song met Monogold en Yuko en zagen we
als headliner het Ierse God Is An Astronaut, dat ook vorig jaar het
festival mocht afsluiten.
Beginnen deden we met de rode draad van dit festival: postrock.
Heliopause is geen band die het grote geweld
opzoekt maar houdt het liever rustig en sfeervol. Leuk was het
gebruik van spraakopnames (zie ook Godspeed You! Black Emperor)
doorheen hun muziek, die charmeerde en in de lijn lag van het
tragere werk van Mogwai. Zo hoorden we cultauteur Charles Bukowski
in het mooie ‘Bukowski Says Goodbye’.
Monogold is een Gents viertal en werd de band die
het gegeven ‘popsong’ het dichtst benaderde op het hele festival.
Hun muziek gedijt best in rokerige, loungy bars maar ontbrak wat
punch om ons de hele rit te blijven boeien. Toch zorgde de
combinatie van Fender Rhodes, koele baslijnen en de donkere stem
van Hein De Wolf bij momenten voor bescheiden vuurwerk zoals in
‘Better Breathe In’ en ‘Nice Trip’.
Het Brussels-Gentse Yuko bracht vorig jaar een
wolk van een debuutplaat uit en bracht in hun set van elf song een
van de mooiste optredens van Dunk!festival. De hoge stem van
Kristof Deneijs, de subtiele geluidjes met geblazen belletjes,
geklop, gedraai, gekraak, het maakt zo’n optreden van Yuko
aandoenlijk en menselijk. Het mag niet verbazen dat de set bijna
volledig uit materiaal van ‘For Times
When Ears Are Sore‘ was samengesteld. Vooral het verrassende ‘I
Don’t Know What I Want, But I Know It Won’t Come from You’ en het
stevigere ‘A Room For Two’ droegen live onze voorkeur weg.
Uit la douce France kwam het achtkoppige en bij ons nogal onbekende
MØN
hun 35e optreden uit hun muzikale carrière brengen.
Viool, cello, trompet, het was er allemaal. Hun overwegend
instrumentale muziek nam ons mee op lange, mooi onderbouwde
uitstappen naar kastelen in Bretagne, althans dat beweren ze zelf.
Met songs als ‘Lukrym’ en ‘Dak Tyle Rhaak’ lijkt het ons dat ze hun
inspiratie ook op eerder Germaanse bodems zoeken. Ondanks de
veelheid aan instrumenten slaagden ze erin alle geluiden passend in
het vloeiende geheel te integreren. Boeiend!
Problemen met de visuals zorgden ervoor dat God Is An
Astronaut een stuk later dan voorzien het Zottegemse
podium betrad. Het visuele aspect – indrukwekkende beelden van
natuurfenomenen en oorlogsongein – vormen een belangrijk aspect in
de rechtoe rechtaan show van GIAA, zo ver zelfs dat hun snedige
postrock eerder als soundtrack dan als hoofdbestanddeel gaat
optreden. Niet getreurd want het was eens te meer een gebalde
soundtrack met de ene indrukwekkende uppercut na de andere. De
muziek van GIAA is postrock voor headbangers en daar lustte het
Zottegemse publiek wel pap van. Terecht trouwens.
En zo is Dunk!festival alweer een editie rijker. De gemoedelijke
sfeer, de lage prijzen en vooral de keurig samengestelde affiche
zorgt ervoor dat steeds meer mensen hun weg naar dit indoor
festival vinden. Op naar 2010!