“Wijn wordt beter met de jaren” is zo’n cliché dat te pas en te onpas wordt rondgestrooid, maar het klopt wel. Hoe grijzer de baard van zanger Jonathan Donahue en hoe breder de omvang van gitarist Grasshopper, hoe beter Mercury Rev wordt. Na de onevenaarbare prestatie vorige herfst in de AB, was dit opnieuw topkwaliteit van een band die al een keer te veel is afgeschreven.
Na een plaat of drie bijvoorbeeld, toen Mercury Rev aan drugsgerelateerde spanningen ten onder dreigde te gaan, maar in de plaats terugsloeg met een plaat van de laatste kans en met Deserter’s Songs americana en psychedelica verzoende. Of toen de groep twee platen later alweer uitverteld leek, maar na het flauwe The Secret Migration vorig jaar plots het roer opnieuw omgooide op Snowflake Midnight.
En hier staan ze dan: met een “moeilijke” maar sterke plaat onder de arm die krautrock opnieuw aan de borst trekt, en een livereputatie die al die jaren ongeschonden bleef. En Mercury Rev, het moet gezegd, delivers the goods. Luid en met tonnen overtuiging vertrekt de groep met “Snowflake In A Hot World” om door te stomen tot een uitzinnig “Senses On Fire”; een daverende finale die ons er geen spijt van doet hebben dat we al een half uur Animal Collective hebben gemist.
Wat daartussen kwam, zakte geen moment in. Uit vroegere tijden toen de groep nog met The Band werd vergeleken, worden “Holes” en “Goddess On A Highway” nog eens opgediept, Donahue doet het met de gebruikelijke verzaligde glimlach en enthousiasme. En dan moet “The Dark Is Rising” nog uitbarsten met zijn van The Cure geleende orkestrale synthontlading. De groep brengt het met kracht en power.
“Goede wijn behoeft geen krans” is een ander gezegde dat we naar onze hand zullen zetten: als de wijn zo goed is als Mercury Rev ze vanavond schonk, dan is een krans niet genoeg. Dan passen alleen toeters, bellen, confetti en veel applaus. Mercury Rev gaf het beste optreden van Dour en blijft na bijna twintig jaar nog altijd onovertroffen.